inancieel
overzicht
Zegeling z.g. aardappelwissels
Vraag: Als bij uitbetaling van de z.g. aard
appelwissels tevens meer dan 20,rente
wordt uitgekeerd, moet voor dit laatste dan
een kwitantiezegel van 0,15 gebruikt
worden?
Zo ja, moeten er dan twee plakzegels gebruikt
worden, als de wissel reeds gezegeld is uit
hoofde van verrekening van andere kortingen
of bijbetalingen?
Antwoord: Deze vraag is al eens eerder aan
de orde geweest (zie Raiffeisen-Bode van
januari 1953).
Naar onze mening zijn de z.g. aardappel
wissels in juridische zin geen wissels, doch
chèques.
Aangezien blijkens art. 184 van het W.v.K.
een renteclausule op een chèque voor niet ge
schreven moet worden gehouden, maakt de
betaling van de rente geen onderdeel uit van
het chèquebedrag, doch betekent deze be
taling voldoening aan een verplichting buiten
de chèque.
Uit het vorengaande volgt dus, dat, ongeacht
of de chèque al dan niet gezegeld is, indien
op de chèque tevens een kwijting voor de uit
betaalde rente wordt gegeven, voor deze
rentebetaling, indien deze een bedrag van
20,te boven gaat, het kwitantiezegelrecht
ad 0,15 moet worden voldaan.
Bouwhypotheek
(overlijden van de debiteur vóór de opname van
het geld).
Vraag: Enige tijd terug is er ten laste van de
heer X. een bouwhypotheekakte gepasseerd.
Nog voordat enig geld was opgenomen, is de
heer X. plotseling overleden. Het huis is nu
bijna klaar en moet betaald worden.
Wat moeten we hiermee aan?
Antwoord: Waar U schrijft, dat aan wijlen de
heer X. een bouwhypotheek is verstrekt,
nemen wij aan, dat met hem een overeen
komst is aangegaan tot het verstrekken van
een lening tot een bepaald bedrag, welk be
drag mocht worden opgenomen al naar ge
lang de bouw van het nieuwe huis vorderde.
Voor ieder opgenomen bedrag moest door
hem een kwitantie worden afgegeven, die
tezamen met de akte der overeenkomst tot
geldlening het volledig bewijs zullen vormen
van het tot stand komen van de geldlening.
Wij nemen dus aan, dat er geen sprake is van
een krediethypotheek, op grond waarvan
wijlen de heer X. regelmatig geld zou kunnen
opnemen en terugstorten.
Indien het hier werkelijk een bouwhypotheek
betreft, zijn alle rechten en verplichtingen,
die daaruit voortvloeien, op zijn erfgenamen
overgegaan. Deze kunnen dan op de overeen
gekomen wijze over het ter leen toegezegde
bedrag beschikken. De erfgenamen zullen
hiertoe een verklaring van erfrecht moeten
overleggen, waaruit blijkt wie de erfgenamen
zijn en zullen voorts het beste doen een ge
volmachtigde aan te wijzen, die namens hen
de lening kan opnemen.
Bevinden zich onder de erfgenamen minder
jarigen, dan is het beste dat alsnog de machti
ging van de kantonrechter wordt gevraagd
om de gelden op te nemen.
Op dit punt bestaat enige twijfel of de
machtiging van de kantonrechter inderdaad
vereist is. Gezien deze twijfel is dus de
veiligste weg, dat de machtiging wordt
gevraagd.
Is er sprake van een krediethypotheek, dan is
de kredietverhouding door het overlijden van
de kredietnemer beëindigd en kan ten laste
van het krediet niet meer beschikt worden.
Rijk en geen geld
Het is een ogenschijnlijk dwaze vertoning ge
weest, welke men in de afgelopen maand in de
verhouding tussen de banken en de circulatie
bank heeft kunnen aanschouwen. Terwijl de
particuliere bankinstellingen immers gezamen
lijk over een tegoed van een dikke 400 miljoen
bij de Centrale Bank beschikten, zag men niet-
42
temin dat zij voorschotten bij De Nederlandsche
Bank opnamen, waar tegenover ze werden ge
debiteerd, derhalve 3 °/o interest per jaar
moesten vergoeden. Anders gezegd, terwijl de
banken schijnbaar in het geld zwommen, gingen
zij bij de centrale bank, bij welke ze een aan
zienlijk tegoed hadden, in het krijt staan.
Toch had een en ander wel degelijk een lo-