it praktijk
Verstarringsgevaar
Naar veler mening schuilt het grote gevaar van
de huidige economische en monetaire ontwikke
ling juist in de loonfactor. Loonsverhoging bij
afnemende produktiviteit verstoort het mone
taire en economische evenwicht ten slotte en
uiteindelijk zal hiervoor op de een of andere
wijze het gelag moeten worden betaald. Een
ander bezwaar van de tegenwoordige collectieve
loonovereenkomsten, zoals deze in de C.A.O.'s
zijn vastgelegd, schuilt in het element van ver
starring, dat daaraan inhaerent is. Want wel
staat vast en kan elkeen hier ook vrede mede
hebben dat de loonsverhogingen tijdens de
periode van opgaande conjunctuur aan de ar
beiders een rechtvaardig aandeel in de gestegen
welvaart verzekeren, maar nog steeds is geen
bevredigend antwoord gegeven op de vraag, wat
er zal moeten gebeuren in een tijd van conjunc
tuurneergang en depressie. De arbeiders zullen
dan stellig trachten een zo groot mogelijk
gedeelte van de door hen door de loonsver
hogingen verkregen meerdere koopkracht te be
houden. Maar de maatschappij zal in tijden van
depressie, die hogere lonen veel moeilijker
kunnen opbrengen, omdat die hoge lonen bij de
gedaalde prijzen nog veel meer koopkracht ver
tegenwoordigen en bijgevolg op een nog veel
groter deel van het goederenreservoir beslag
leggen dan tijdens het hoogtepunt van de wel
vaartsperiode het geval was.
Onder het huidige systeem dreigt de verstarring
van de lonen dan ook een nieuwe hinderpaal te
zullen worden bij het overwinnen van de econo
mische depressie. Ook hier geldt weer, dat hoe
hoger de lonen worden opgedreven, des te
meer moeite het zal kosten om weer tot even
wichtiger verhoudingen te geraken. Het zal in
elk geval duidelijk zijn, dat het gevaar voor een
crisis door de tegenwoordige collectieve loon
maatregelen nog is vergroot en dat deze
omstandigheid waakzaamheid ten aanzien van
de conjunctuurontwikkeling in de naaste toe
komst nog meer geboden maakt. Wij zullen
ongetwijfeld nog meermalen gelegenheid heb
ben, onder deze rubriek nog nader op de ver
schillende interessante financiële aspecten van
het conjunctuurprobleem terug te komen.
Krediet op afbetaling Er is nog altijd een
groep boeren, die af
wijzend staat tegenover bankkrediet, omdat het
hun eer te na is vreemd geld te gebruiken.
Soms zijn er ook wel andere redenen, doch men
zegt liever „op eigen benen" te willen staan.
Dezer dagen bleek ons een frappant geval van
een boer, die enkele moderne werktuigen had
aangeschaft. Er was echter maar een beetje op
de rekening voldaan, de rest kwam wel goed.
Want de leverancier was een coulante firma,
die niet hard hoefde te lopen om het geld. Al
dus de boer.
In feite liep de firma liever niet hard, want het
goed was op termijnbetaling verkocht. Dat be
tekende, dat de boer ruim tien procent meer
betaalde dan de contante prijs. Maar hij stond
op „eigen benen".
Het zou geen wonder zijn, wanneer de man
nog een flinke achterstand had bij zijn aankoop
vereniging, want met die termijnbetalingen op
de machines moest de „coöperatie" wel eens
wachten op geld. Waarvoor dan weer een rente
toeslag wordt berekend. Dus ook aan die kant
weer kosten, zij het in mindere mate.
Onze boer was zeker gebaat geweest met een
behoorlijk krediet, waarvoor ook wel garantie
mogelijkheden aanwezig waren. Maar ja, die
„eigen benen"! Er zijn er meer zo.
Coöpereren in Onder deze titel verscheen een
nieuw land voorlichtingsdrukwerk van de
Coöperatiecommissie in de
Noordoostpolder. Het is een brochure van
50 pagina's op royaal formaat en van zeer ver
zorgde allure. De tekst werd in twee kolommen
gezet en onderbroken door tal van foto's en
tekeningen op mooi glanzend papier. Het is een
drukwerk, dat er zijn mag. De inhoud verschaft
in korte opstellen enig inzicht in de betekenis
der 19 landbouwcoöperaties, die in de polder
werkzaam zijn. Een namenlijst is los aan het
werk toegevoegd, zodat de vaste inhoud enige
jaren „mee" kan.
Sparen is garen E)e Coöperatieve Boerenleen
bank te Diemen gebruikt deze
slagzin bij een actie om nieuwe spaarders aan
te trekken. Men heeft zich daartoe met druk
werken gericht tot de bevolking van Diemen,
Betondorp en Duivendrecht. Daarbij werden
waardebonnen uitgegeven van één gulden, die
39