nomentopnamen
niet moet worden vergeten, dat ook de binnen
landse markt belangrijke ontwikkelingen ver
toont. Hoe sterk de voedingsgewoonten in korte
tijd kunnen veranderen, blijkt uit het feit, dat
in de afgelopen 20 jaar het suikerverbruik met
25% is gestegen, het verbruik van fruit met
50%, het margarineverbruik werd driemaal zo
groot, terwijl de boterconsumptie gehalveerd
werd; het melkverbruik steeg met 25%. In hel
algemeen bewegen de verschuivingen zich in
de richting van een betere voeding. Deze ont
wikkelingen kan men niet keren, zeker niet met
kunstmatige maatregelen. De produktie zal
zich moeten aanpassen aan de gewijzigde
vraag. Het binnenlandse afzetgebied wordt
voortdurend groter door de jaarlijkse bevol
kingsgroei van 1%. Bovendien is de vraag naar
een aantal agrarische produkten zonder twijfel
zeer elastisch. Dit geldt voor boter, kaas.
eieren, groente en fruit, etc. Ten slotte moet
men in aanmerking nemen, dat de algemene
loonstijging eveneens de afzet van landbouw-
produkten bevordert en dus in economisch op
zicht een levensbelang van land- en tuin
bouw is.
De minister heeft verder over de export ge
sproken en erop gewezen, dat deze te eenzijdig
op onze nabuurlanden is gericht. Wij zullen
tot een grotere spreiding moeten komen; wij
zijn thans te kwetsbaar. En dan over de lonen:
Nu de lonen in beweging komen, worden de
kosten van de arbeid in de landbouw het
struikelblok. Er zullen maatregelen genomen
moeten worden om te zorgen, dat ook de min
der winstgevende, doch nationaal-economisch
onmisbare bedrijfstakken niet vastlopen met
hun arbeidsvoorziening. De oplossing ziet de
minister in de opvoering van de arbeids-
produktiviteit in de landbouw door bedrijfs-
verbeteringen in combinatie met zekere prijs
garanties.
Monopolieheffingen
Op de algemene vergadering van de Groninger
Maatschappij van Landbouw heeft professor
Idorring (directeur van het L.E.I.) gesproken
over het onderwerp: „Monopolieheffingen,
hoeksteen of struikelblok van de landbouw
politiek?"
Zijn mening is, dat invoerheffingen op ver
vangbare voedermiddelen de prikkel weg
nemen om de goedkope voedermiddelen in te
voeren en te verbruiken. Dit leidt tot schade
van de veehouderij en van de nationale eco
nomie. Een lonende graanteelt kan beter ver
zekerd worden door een bijbetaling in ver
houding tot de beteelde oppervlakte dan door
monopolieheffingen. Het bezwaar, dat de bij
slag zal moeten komen uit de belastinggelden,
deelde de inleider niet. Het argument, dat de
zaak dan elk jaar in de parlementaire discussie
zou worden betrokken, vond hij een blaam
voor een gezonde democratie. Het is niet juist
de beschouwing van de graanteelt af te wen
telen op de dierlijke produktie. De gehele
Nederlandse economie is op straffe van grote
welvaartsvermindering aangewezen op groot
scheepse in- en uitvoer en daarbij behoort een
stelsel van economische politiek, dat zoveel
mogelijk de in- en uitvoerprijzen laat door
werken in de binnenlandse economie, wat zeker
gelden moet voor een zo belangrijke grondstof
voor de dierlijke exportindustrie als de voeder-
granen zijn.
De uiteenzetting van de heer Horring vond.
blijkens het courantenverslag, geen onverdeelde
instemming bij de vergadering van de Gronin
ger landbouwers, die van hun voorzitter de
raad kregen geen oude schoenen (d.i. mono
polieheffingen) weg te werpen, voordat de
nieuwe waren aangeschaft.
Het arbeidsprobleem
De spanningen op het gebied van de arbeids
voorziening doen zich op de bedrijven, die met
gehuurde arbeidskrachten werken, meer :n
meer gevoelen. Als het tekort aanhoudt en
groter wordt, zal de structuur van de Neder
landse landbouw daarvan de invloed onder
vinden en zal er aan een extensivering moei
lijk te ontkomen zijn. De produktie per man
zal dan nog een gunstig beeld kunnen geven:
met de produktie per hectare is het anders ge
steld. Dit is geen aantrekkelijk vooruitzicht en
het dwingt tot ernstige overweging. De Neder
landse landbouw zal zich niet moeten ont
wikkelen in de richting van extensieve graan-
cultuur. De grond is daarvoor te kostbaar en
onze ligging te gunstig voor de afzet van hoog
waardige produkten. Het is de vraag of de
huidige sterke overspanning van de vraag naar
arbeidskrachten aanhoudt en of wij op den
duur niet (denk aan onze snelle bevolkings
aanwas) tot een meer evenwichtige toestand
zullen komen. Zou dit evenwicht niet komen,
5