genomen, ook al zou deze op zich zelf vol doende zijn, n.1. als de gedegenheid en de vakbekwaamheid van de aanvrager te wen sen overlaten. Er wordt dan bovendien, be halve een budgetplan, een bedrijfs- en huis- houdplan geëist, welke de zelfstandigheid van de kredietnemer niet onaangetast laat. omdat zij in wezen niet alleen een inmen ging in bedrijfszaken, maar ook in privé- aangelegenheden betekenen. Het de is vraag of de Nederlandse boer een dergelijke bevoogding ligt. 4. De verkrijger van een overheidskrediet of een krediet met garantie van de overheid verbindt zich om zodra hij daartoe in staat is, dit krediet af te wikkelen met een kre diet van een normale landbouwkrediet instelling. 5. De samenwerking, zoals die in Amerika tussen de voorlichtingsdienst, welke de technische kanten bekijkt, de boekhoud- bureaux, welke de administratie behartigen en de kredietinstellingen, welke een finan ciële taak hebben te verrichten, bestaat, is hecht en verdient navolging.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 37