teringen in woning en bedrijf bij het op
maken van een „farm and home plan" ge
zamenlijk te bekijken, waartoe een nauw
contact dient te worden gelegd tussen de
verschillende voorlichtinsgorganen, de
landbouworganisaties en de vrouwenorga
nisaties op het platteland.
3. De „Farmers Home Administration" is in
de V.S. belast met de uitwerking van een
regeringprogramma om landbouwbedrijven,
die niet op normale wijze in de krediet
behoeften kunnen voorzien, te helpen. De
dienst verstrekt leningen voor allerlei doel
einden, zoals stichting, aankoop, vergroting
en verbetering van bedrijven en voor finan
ciële hulpverleningen bij natuurrampen enz.
De methode van het „farm and home plan
werkt hierbij doeltreffend.
4. Door oprichting van het Borgstellingsfonds
voor de Landbouw en de Waarborginsti-
tuten voor de Tuinbouw is in Nederland
de eerste stap van overheidswege gezet, om
in samenwerking met het bedrijfsleven,
financiële hulp te verlenen voor de finan
ciering van levensvatbare agrarische be
drijven, die niet op normale wijze in hun
kredietbehoeften kunnen voorzien.
De uitvoering van de werkzaamheden ge
schiedt door de voorlichtingsdiensten; de
beoordeling van de kredietaanvragen door
landelijke adviescommissies. Men vraagt
zich af of het op den duur niet juist zou
zijn de behandeling van de kredietaan
vragen en het toezicht op de kredietbeste
ding over te laten aan regionale advies
commissies, waarin standsorganisaties,
boerenleenbanken en voorlichtingsdiensten
zijn vertegenwoordigd. Een speciale dienst
als de F.LI.A. in Amerika wordt hier niet
noodzakelijk geacht.
5. De hulp van het Borgstellingsfonds en de
Waarborginstituten moet worden uitge
breid tot de financiering van het gehele
bedrijf, de aankoop en vergroting van be
drijven en de zorg voor goede en doelmatig
ingerichte woningen en bedrijfsgebouwen.
6. In tegenstelling met zijn Amerikaanse col
lega neemt de Nederlandse boer niet ge
makkelijk krediet op. Er kunnen nog zeer
rendabele investeringen worden gedaan.
De voorlichtingsdiensten dienen de boeren
hiervan te overtuigen.
7. Een meer soepele regeling bij het Borg
stellingsfonds met meer dan 50% garantie
zou een meer latente kredietvraag bij niet
minder kredietwaardige, maar meer ge
reserveerde boeren activeren.
8. Een register-pandrecht als in Amerika zou
in Nederland het kredietverkeer bevorde
ren.
9. De methode van kredietverstrekking op ba
sis van „de normale landbouwwaarde" dwz.
de waarde afgeleid uit bedrijfsresultaten
op lange termijn is enerzijds een middel om
in tijden van hoogconjunctuur het verlenen
van krediet af te remmen en in tijden van
depressie te vergemakkelijken en levert
anderzijds het voordeel op, dat het waar
deren van boerderijen in het gehele land
uniform geschiedt.
Opmerkingen
Nog enkele opmerkingen onzerzijds:
1. Het landbouwkredietwezen wordt in Ame
rika grotendeels verzorgd door particulie
ren en commerciële instellingen. Het per
centage krediet, dat de van overheidswege
georganiseerde landbouwkredietinstellingen
verstrekken, bedraagt nog geen 15% van
het totaal.
Het percentage krediet, dat met direkte
overheidshulp aan minder draagkrachtigen
wordt verstrekt, is nog geen 6%. De minst
bedeelden komen niet voor krediet in aan
merking.
Een van de oorzaken waarom particu
lieren en commerciële instellingen in de
financiering van de landbouw zo'n groot
aandeel hebben, moet gezocht worden in de
omstandigheid, dat deze instellingen over
tollige gelden kunnen aantrekken, hetgeen
het contact met het publiek bevordert, maar
bij de overige door de regering in het leven
geroepen landbouwkredietinstellingen niet
geoorloofd is.
2. De procedure tot het verkrijgen van een
krediet is vanwege het uitgebreid deskun
dig onderzoek en de verschillende instan
ties en commissies, die daarbij betrokken
worden, vrij ingewikkeld en lang.
3. Voor het verkrijgen van krediet moet zeker
heid gegeven worden. Deze zekerheid moet
zo volledig mogelijk zijn. Dikwijls wordt
met de geboden zekerheid geen genoegen