migratiemededelingen Spreekuren Alkmaar 13 januari: Juridische afdeling; 27 januari: Afdeling Inspectie; 10 februari: Juridische afdeling; 24 fabruari: Afdeling Inspectie. Aanvang v.m. 10.15 uur in het gebouw van de Coöp. Zuivelfabriek, Langestraat 105 te Alkmaar. Leeuwarden 13 januari: Afdeling Inspectie; 27 januari: Juridische afdeling; 10 februari: Afdeling Inspectie; 24 februari: Juridische afdeling. Aanvang 10 uur v.m. in het Oranjehotel, Stationsweg 4 te Leeuwarden. Verzonden circulaires No. 10 van rubriek 1 dd. 2 december 1955: voorlopige renteregeling Centrale Bank voor 1956. No. 11 van rubriek I dd. 8 december 1955: richtlijnen voor de vaststelling van de rente. No. 12 van rubriek I dd. 14 december 1955: afgeven van hypotheekgrossen. No. 13 van rubriek I dd. 16 december 1955: mededelingen met betrekking tot de boeking van posten sociale verzekering. No. 14 van rubriek I dd. 16 december 1955: boeking voorlopige en definitieve aanslagen vennootschapsbelasting. No. 15 von rubriek I dd. 22 december 1955: balanscirculaire. No. 16 van rubriek I dd. 28 december 1955: mededelingen met betrekking tot de cijfers op de maandstaat per 31 december 1955. No. 5 van rubriek III dd. 21 december 1955: wijziging procedure voorschotten onder ga rantie Borgstellingsfonds. No. 6 van rubriek IV dd. 8 december 1955: betalingen uit het buitenland terzake van export. No. 5 van rubriek V dd. 21 december 1955: wijziging behandeling bij terugzending effec ten uit depot van cliënten. No. 7 van rubriek VII dd. 14 december 1955: de nieuwe rekening-courantvoorwaarden. Emigratie en onderwijs Wij laten hieronder enkele gedeelten uit een radiolezing van de heer drs. J. van Campen, directeur van de Katholieke Centrale Emigratie Stichting volgen. Wie over de betekenis van het onderwijs in het licht van de emigratie nadenkt, moet eigen lijk uitgaan van drie aspecten, daarbij beden kende, dat emigratie een gevolg is van en bij kan dragen tot de éénwording van de volkeren dezer wereld. Deze aspecten zijn naar mijn mening: le de rol die het onderwijs in Nederland in al zijn geledingen dient te spelen bij het uitdragen van de emigratie-gedachte, 2e de directe invloed van het onderwijs op de jeugd, waaruit een deel der emigranten zal voortkomen, 3e de omstandigheden van het onderwijs in de immigratielanden. Het mag als vaststaand genoemd worden, dat het juiste inzicht in de verschijnselen, die met emigratie gepaard gaan, nog niet in alle ge- 20 ledingen van ons maatschappelijk leven in Nederland is doorgedrongen. Misschien is dit enerzijds een gevolg van gebrek aan belang stelling voor dit nationale vraagstuk, dat inge past in soortgelijke vraagstukken in andere landen, een wereldomvattend probleem ge noemd mag worden, anderzijds van het ont breken van kennis hierover bij sommigen, die juist gerekend mogen worden te behoren tot hen, wier invloed groot is bij de opinievorming over bepaalde aangelegenheden. Wetende, dat er vele jaren over heen gaan, voor iets algemeen wordt aangenomen, moet men dit verschijnsel dan ook zien in het licht van de verdere ontwikkeling, daarbij strevende naar de geëigende middelen om het inzicht te verbreden en te verdiepen. Tot de groep van hen, die een rol spelen :n de vorming van de openbare mening, reken ik o.a. geestelijken, burgemeesters, artsen, leiders van vak-, stands- en andere organisaties, regio nale en politieke leiders, beroepsvoorlichters, maatschappelijke werkers en werksters, onder wijzers en onderwijzeressen, die in hun dage-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 22