gaven voor de afzet in 1955 weinig gunstig
perspectief. De verwachtingen zijn voor de
eerste maanden van 1956 wel wat gunstiger,
daar de oogst in Scandinavië zeer slecht is ge
weest. De trage afzet van aardappelmeel drukte
de prijs van fabrieksaardappelen. De export
van poters van de oogst 1954 is in het voorjaar
niet tegengevallen. Toch moest van de totale
oogst nog ongeveer 27.000 ton door de Stopa
worden overgenomen. Daar het areaal nogal
was teruggelopen ligt de opbrengst voor 1955
vrijwel gelijk aan die van 1954. De afzet-voor-
uitzichten voor de eerste maanden van 1956
worden gunstig geoordeeld.
Over de zuivelsector is voor 1955 veel goeds
te vertellen. Tiet afgelopen jaar was ongetwij
feld gunstiger dan men had durven hopen. De
boterindustrie lag in 1955 ongeveer 10% be
lleden die van 1954. Tekenend voor 1955 was,
dat er in West-Europa in het algemeen een
tekort aan boter bestond door de mindere pro-
duktie alsmede door de gestegen vraag. De
hoogconjunctuur houdt uiteraard met deze
meerdere vraag ten nauwste verband. In de
loop van de laatste maanden van 1955 werd
de boterprijs dan ook regelmatig verhoogd. De
eerste week van december 1955 was de pro-
duktieprijs 4,53 per kg, dat is 41 cent hoger
dan het vorige jaar in dezelfde periode. De
prijzen voor fabriekskaas lagen in het begin
van 1955 belangrijk hoger dan aan het einde
van dit jaar. In de periode tussen begin en
einde van 1955 is er op de kaasmarkt wel het
een en ander gebeurd. De poolvorming in
Friesland in het najaar van 1954 had tot ge
volg, dat er een bodem in de markt werd ge
legd; de goudse volvet bracht in Leeuwar
den 2,31 per kg op en de edammers 2,08
per kg. De doorwerking van de pool werd
echter kort daarop verhinderd, doordat de
handel zich kon losmaken en er volgde een
niet onbelangrijke prijsdaling, die door meer
dere vraag weer gevolgd werd door een prijs
stijging. Het prijsverloop voor kaas hangt voor
een goed deel af van de vraag uit het buiten
land. De kaasexport lag in 1955 ongeveer 7%
lager dan in 1954. In mei 1955 waren de prijzen
gedaald tot 2,04 voor goudse en 1,84 voor
edammers. Het najaar bracht weer een prijs
stijging resp. 15 en 20 cent per kg. Momenteel
is er een kaasvoorraad bij de handel van 7000
ton, waarvan een gedeelte zou kunnen worden
ingeleverd bij het I.V.Z. Het ziet er wel naar
uit, dat, indien men de nog steeds groeiende
kaasproduktie de baas wil blijven, er ten aan
zien van de afzet wel iets gebeuren moet. Mo-
16
gelijk dat 1956 voor een verrassing zal zorgen.
De export van gecondenseerde melk en volle
melkpoeder is belangrijk toegenomen.
In de pluimveehouderij wordt het jaar 1955
als een redelijk goed jaar aangemerkt. De af
zet van eieren heeft hier uiteraard het meest
toe bijgedragen. De totale export zal in 1955
die van 1954 weer belangrijk overtreffen.
Dank zij de gevoerde binnenlandse propaganda
nam ook de consumptie in Nederland niet on
belangrijk toe. De eierenprijs bedroeg in het
begin van 1955 2,28 per kg of ongeveer
14,25 per 100 stuks en daalde in de eerste
maanden tot 1,56 per kg, waarna een regel
matige prijsstijging volgde tot 3,30 per kg
of ongeveer 20,60 per 100 stuks. Duitsland
was ook in 1955 weer de grootste afnemer
van onze eieren.
In de groente- en fruitsector verschilde het
prijsverloop van de oogst 1954-1955 nogal van
dat van de oogst 1955-1956. Het zeer natte
najaar in 1954 had de teelt van late zomer
groenten zeer nadelig beinvloed. Er was al in
december 1954 grote vraag naar winterpro-
dukten, die in de loop van de winter nog be
langrijk toenam vanwege de ingevallen vorst.
De sluitkoolprijzen bereikten dan ook in de
loop van maart-april 1955 een ongekende
hoogte. Ook de zuurkoolfabrieken deden goede
zaken. De rodekool behaalde een topprijs van
74 cent per kg en de wittekool 34V2 cent.
De andere winterprodukten deelden eveneens
in deze prijzen.
Het najaar van 1955 gaf een heel ander
beeld te zien. Door het aanhoudende zach
te weer was er een overvloed van late
zomergroenten. Bovendien was er veel vraag
naar deze produkten uit het buitenland,
wat mede een verhoging van de prijzen
in de hand werkte. De vraag naar winter
produkten werd daardoor tot een minimum
beperkt. Bovendien hadden de goede sluitkool
prijzen tot gevolg dat het koolareaal met onge
veer 400 ha werd uitgebreid. De trouwe buiten
landse afnemers van sluitkool hebben dit na
jaar nog maar heel weinig belangstelling voor
dit produkt aan de dag gelegd. Er werd tot
nu toe reeds veel kool doorgedraaid.
Het afgelopen jaar was voor de fruitteelt vol
verrassingen. Het fruit van de oogst 1954 was
van slechte kwaliteit en van een overstelpende
hoeveelheid. Het prijsverloop van peren en
appelen was in het seizoen 1954-1955 dan ook
zeei teleurstellend. Het in koelhuizen opge
slagen fruit kon helaas in de maanden maart
mei niet het nodige herstel geven. De zomer