gesproken van „lasten" en „baten" en de
„jaarrekening" rapporteert „ontvangsten" en
„uitgaven".
De samensteller van het verslag zal zich steeds
dienen af te vragen of er met duidelijke be
grippen wordt gewerkt. Het is waarlijk niet no
dig om de jaarstukken als knap goochelwerk op
te dienen.
d) Toelichting op de cijfers kan worden ge
geven door een behandeling per post. Veelal
zal dit niet nodig zijn en men maakt het verslag
interessanter door de voornaamste posten cri-
tisch te bezien en aan een korte bespreking te
onderwerpen.
Bij de spaargelden kan het aantal spaarders
worden genoemd, resp. het aantal nieuw uitge
geven boekjes.
Kventueel komt het schoolsparen hier aan de
orde of andere maatregelen, die voor de spaar
bank werden genomen.
Zo kunnen ook de uitzettingen aanleiding ge
ven om hier aanvullende cijfers te geven om
trent de indeling naar de zekerheid.
De rekening-courantcijfers zeggen het nodige
omtrent de omzetten in lopende rekening, aan
tal posten, rekeninghouders, enz.
Men zal naar eigen inzicht deze beschouwingen
kunnen uitbreiden zonder dat het nodig is al te
zeer in finesses af te dalen.
e) Het onderdeel „Mededelingen" omvat
eigenlijk datgene, wat in de voorgaande rubrie
ken niet thuis hoort en toch aan de leden ter
kennis gebracht moet worden. Openingsuren
van de bank, zittingsuren elders en rentetarie
ven zijn zo de gebruikelijke wetenswaardig
heden.
Men kan echter ook speciale diensten (met ta
rieven) noemen, o.a. het rekening-courantver-
keer kluisverhuur deviezenverkoop ef
fecten coupons bewaarneming effecten
enz. Het opsommen van vaak onbegrepen tech
nische woorden moet dan wel met een korte
omschrijving worden aangevuld.
f) Ten slotte blijft dan het statistisch gedeelte
over en vaak kijkt men daar nogal tegen aan.
Het eenvoudigste is wel een tabel, waarin jaar
lijks de voornaamste feiten en cijfers worden
opgenomen, dus bijvoorbeeld
Jaartal leden spaarders spaargelden
voorschotten en hypotheken rekening-cou
rant D en C winst reserve omzetcijfers
balanstotaal.
Indien echter de geldmiddelen het toelaten,
dan is het gewenst de tabellen te vervolmaken,
maar vooral diagrammen en beeldgrafieken
kunnen een aanvulling geven, die de lezers snel
en prettig inzicht verschaft.
Helaas is het wat te kostbaar om het verslag
in die geest aan te vullen, want het vraagt te
keningen, cliché's enz.
En hiermede zijn we dan meteen op het chapi
ter van de vormgeving.
Uitvoering vraagt zorg
Op welke wijze het jaarverslag ook wordt ver
menigvuldigd, indien dit met zorg wordt ge
daan, dan is eigenlijk iedere methode goed.
Met stencilwerk zijn tegenwoordig uiterst
knappe resultaten te bereiken, maar evengoed
komen we nog steeds slecht leesbare, vodde-
rige stukken tegen, die getuigen van slechte
vermenigvuldiging.
Drukwerk geeft betere waarborgen voor een
keurige uitgave en een tussenvorm vindt men
in de moderne offset-druk, zoals die b.v. door
de Rota-Print wordt afgeleverd.
Het gaat er in de eerste plaats om welke geld
middelen men kan en wil uittrekken. Dit be
paalt de aard en omvang van het uit te voeren
jaarverslag. Maar zelfs dan nog is het binnen
een beperkt kader mogelijk de kwaliteit van
het werk op te voeren. Alle onderdelen van het
verslag kunnen onder de loupe worden geno
men, zoals formaat, papiersoort, omslag en let-
terkeuze. Opmaak en indeling van de tekst, al
of niet met gebruik van een tweede kleur is een
kwestie van smaak en vaktechnisch inzicht.
Het is van belang voor deze vormgeving des
kundig advies te vragen. Ook voor dit onder
deel kan overleg worden gepleegd met de Cen
trale Bank, indien men ter plaatse niet slaagt.
Heeft men eenmaal de goede vorm vastge
steld, dan kan het verslag daar jarenlang op
worden gebaseerd.
Het zou ten aanzien van deze vormgeving zijn
nut kunnen hebben, indien bij een ringver-
gadering tevens een uitstalling werd gehouden
van de jaarverslagen in die ring.
Men zou dan van elkander kunnen leren en
van de modellen, die als voorbeeld voor zo'n
expositie ter beschikking konden worden ge
steld door de Centrale Bank.
481