de Boerenleenbank
maandblad „Coöperatie van augustus van dit
jaar. Ook in het particuliere bedrijf is een ver
beterde vormgeving mogelijk, gezien de publi-
katies in de vakpers en het instellen van een
speciale commissie door de gezamenlijke werk
geversbonden.
Pleidooi voor een goed verslag
We bepalen ons evenwel weer tot onze eigen
leden-banken en willen thans in het kort de
motieven opsommen, die samen een pleidooi
vormen voor een behoorlijk jaarverslag, dat
aan de leden wordt toegezonden en voor pu-
blikatie wordt gebruikt.
a) De leden moeten, afgezien van de jaarver
gadering, de nodige informaties ontvangen
omtrent hun vereniging als zodanig: voorts
ook omtrent de bepaalde financiële resul
taten en de vermogenspositie van hun kre
dietvereniging. De aansprakelijkheid der le
den geeft hen recht op een goede voor
lichting.
b) Het contact tussen de bank en de leden is
vaak zeer miniem. De praktijk bewijst, dat
de algemene vergadering alléén onvoldoende
is om dit contact te onderhouden. Schrifte
lijke voorlichting in de vorm van een jaar
verslag is dus ook in dit opzicht van belang.
Het lidmaatschap van een boerenleenbank
is overigens van weinig actieve aard in ver
gelijking met de aankoop- of zuivelcoöpe-
raties.
c) Het jaarverslag kan ook buiten de kring der
leden nuttig werken. Het is een gereedschap
der „public relations" en het kan zijn weg
vinden naar locale overheid, pers, land
bouwscholen enz.
d) Een goed verslag is een bron van infor
maties, ook voor de bank zelf. Alle feiten
zijn hierin logisch gerangschikt. Men kan
er voortdurend op teruggrijpen en vooral
statistische gegevens worden voor het ar
chief gemakkelijk vastgelegd.
e) Tijdens de jaarvergadering vormt het ver
slag de basis van de besprekingen en het
bestuur kan ook gemakkelijk naar de onder
delen verwijzen, indien bepaalde vragen
naar voren komen.
f) Het „bedrijf" van de boerenleenbank is
steeds omvattender geworden, zowel in de
aard van de werkzaamheden als in de hoe
veelheid. Het is vrijwel niet meer mogelijk
op grond van mondelinge mededelingen een
duidelijk inzicht te verkrijgen in de werk
zaamheden.
Er zullen wellicht nog meer motieven aan ons
pleidooi zijn toe te voegen, doch liever citeren
we zoals ook het blad „Coöperatie" doet
een passage uit het boek „Landbouwcoöperatie
in Nederland". Prof. Minderhoud schrijft hier
in o.a.
De leden van een coöperatie hebben er recht
op grondig te worden ingelicht over de gang
van zaken in de vereniging en over de fi
nanciële positie, ook wanneer deze minder
gunstig zijn. Te dezen opzichte is en wordt
er door sommige besturen gezondigd. Een
een balans met een exploitatierekening,
voorzien van een gedetailleerde toelichting,
zijn zaken, waarop de leden, die immers een
grote, vaak onbeperkte aansprakelijkheid
dragen, recht hebben. Deze stukken moeten
vóór de vergadering, waarin zij zullen wor
den behandeld, aan de leden worden toege
zonden, opdat deze de stukken kunnen be
studeren en onderling kunnen bespreken.
Dit voorkomt wantrouwen en vormt voor
de leden een prikkel om zich de kennis te
verwerven, welke nodig is om deze stukken
te begrijpen. Dat daardoor zakengeheimen
zouden worden geschonden of concurrenten
zouden worden ingelicht is een argument,
dat wel vaak gebezigd wordt, doch waarvan
wij de juistheid niet kunnen erkennen. Een
juiste en ruime voorlichting der leden is het
beste middel om de goede geest in de ver
eniging te handhaven. Indien een bestuur
de gewoonte volgt om aan de leden alles
mede te delen wat medegedeeld kon wor
den, zal de ledenvergadering veel beter be
grijpen, dat deze niet over alles en nogwat
kan meepraten, dan wanneer het bestuur de
stelling huldigt, dat men aan de leden niet
meer moet vertellen dan beslist nodig is.
We mogen op grond van het voorgaande aan
nemen, dat de wenselijkheid van een behoorlijk
jaarverslag voldoende is aangetoond. Bij me
nig kassier zal inmiddels de vraag zijn gerezen,
wat zo'n verslag dan op zijn minst moet be
vatten.
479