aarverslag var onder de gevolgen van een door de oorlog sterk opgevoerde produktie. Voor rijst heeft het vraagstuk zich pas onlangs aangediend. Het overschot van zuivelprodukten lijkt van voor bijgaande aard te zijn. Wij geven ter illustratie enige cijfers voor tarwe. De voornaamste exportlanden, de Ver enigde Staten, Canada,Australië en Argentinië, hebben voor het seizoen 1955/56 1700 miljoen bushels voor export beschikbaar. Neemt men de kleinere exportlanden er nog bij (Frankrijk en Turkije) dan wordt het 1800 miljoen bus hels. Hier staat tegenover een invoerbehoefte van ten hoogste 900 miljoen bushels. Deze kun nen de Verenigde Saten alleen wel leveren Dit land houdt een tarwevoorraad ter waarde van 2V2 miljard dollar. Neemt men de voorraden katoen, maïs, rijst, zuivelprodukten er nog bij, dan wordt het 7Va miljard dollar. Men vreest dat tegen het einde van het produktie jaar een som van 10 miljard dollar zal zijn vastgelegd. Er is een bescheiden begin gemaakt met de ver koop der overschotten. Een programma ter waarde van ongeveer IV2 miljard dollar is door het Congres goedgekeurd en gedeeltelijk uitge voerd. Het betreft meest hulpverlening en afzet op markten, waar de normale verhoudingen er niet door verstoord worden. Iedere poging om o]) de vrije markt te komen, wordt scherp becri- tiseerd door andere exportlanden ol door pro ducenten van invoerende landen. Bovendien ontmoet ieder afzetprogramma binnenlandse critiek, omdat het met grote geldelijke verliezen voor de regering gepaard gaat. In de laatste tijd komen er steeds meer uitingen, die wijzen op een actievere afzetpolitiek door de Amerikaanse regering, die zich wel zeer be zwaard moet gevoelen door de druk van de enorme voorraden. Inhoud en uitvoering zijn goede zorgen waard Bovenvermeld opschrift zou de argeloze lezer doen menen, dat iedere boerenleenbank in eni gerlei vorm een jaarverslag pleegt uit te ge ven. Dit is geenszins het geval, hoewel de wen selijkheid van een jaarverslag zeker is aan te tonen: zelfs kunnen bepaalde minimumeisen voor een dergelijk verslag worden vastgesteld, waaraan ook de kleinste boerenleenbank zon der veel kosten zou kunnen voldoen. We zullen trachten zekere normen te vinden voor de inhoud, terwijl de uitvoering afhanke lijk moet worden gesteld van de kosten, die men hiervoor kan uittrekken. Het staat even wel bij voorbaat vast, dat ook zonder kosten verhoging menige bestaande uitgave een beter aanzien kon hebben. Zouden we momenteel een expositie inrichten van hetgeen onze banken de leden jaarlijks als overzicht aanbieden, dan zou dit een interes sante reeks te zien geven, te beginnen bij het niets. Er zijn n.1. tal van banken, die een jaar vergadering houden, waarbij rekening en ba lans worden voorgelezen. Ook verdere over zichten en inzichten worden dan mondeling verstrekt. Lang niet altijd is deze handelwijze terug te voeren op zuinigheid of zelfs gemak zucht. Men was het nu eenmaal zo gewoon en we moeten niet vergeten, dat de mensen vroe ger veel meer auditief (op het gehoor) waren ingesteld. Tegenwoordig is men meer visueel en men ziet liever de feiten en cijfers voor zich, waarover gesproken wordt. Dat is dan ook voor menige boerenleenbank de aanleiding geworden om tenminste de reke ning en de balans te doen vermenigvuldigen en de leden toe te zenden met de uitnodiging voor de jaarvergadering. Daar hebben we dan het jaarverslag in z'n meest beknopte vorm. Maar hoeveel mensen kunnen een balans lezen? Mondelinge aanvulling blijft dus gewenst om tot de juiste begrippen te komen. Een kleiner aantal banken gaat verder in de verslaggeving en men pleegt dan een toelichting op de balans en de rekening te geven. En daarna zien we langzamerhand tal van variaties in de jaarver slagen verschijnen als de min of meer volgroei de resultaten van een jarenlange ervaring in het opstellen van een verslag. Als grootste tegenstellingen in de vormgeving kennen we natuurlijk de prima verslagen in nauwelijks leesbare stencildruk en de summiere samenvattingen in het fraaiste grafische pakje. Overigens is er zeker een ontwikkeling ten goede merkbaar en jaarlijks zien we ook meer aandacht besteden aan de jaarverslagen dei- coöperatieve boerenleenbanken. Dat er echter ook elders naar verbetering wordt gestreefd, bewijst ons een desbetreffend artikel in het 478

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 6