omentopnamen wordt gesteld hoe ver kan het fonds gaan met het geven van waarborgen? Dit hangt af van de objecten, die gegarandeerd worden. Als het fonds zich beperkt tot niet te grote objecten van de aard, zoals is aangegeven in de richt lijnen, voor een tijdsduur, liggende tussen 5 en 10 jaar, typische boerenleenbankvoorschotten derhalve, zal men zonder bezwaar een hoger bedrag aan garanties op zich kunnen nemen dan de reserve van 25 miljoen bedraagt. Wij laten hier in het midden hoeveel hoger dit kan zijn. Hierover kan nader gesproken worden. Het is trouwens in grote lijnen ook het richt snoer van handelen van het fonds geweest om juist voorschotten van deze aard te garanderen. Naar vrijere loonvorming De beslissing omtrent de loonvorming is ge vallen. Wij gaan naar een stelsel van meer vrij heid in de loonvorming toe. Het systeem van loonronden, dat is toegepast om een over de gehele linie bestaande achterstand in te halen. wordt niet langer passend geacht om in ons land de toon aan te geven. Volgens de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is de regering in beginsel bereid te gaan in de richting van overdracht van bevoegdheden ter zake van de loonpolitiek aan het georgani seerde bedrijfsleven, gerepresenteerd in de So ciaal-Economische Raad. Dit zal echter slechts mogelijk zijn, voor zover dit georganiseerde be drijfsleven bereid en in staat blijkt, deze ver antwoordelijkheid te dragen. De overheid be houdt dan ook een laatste verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van het totale loonpeil. Er zal omtrent deze aangelegenheid een wets ontwerp worden aangeboden, dat echter niet voor de verkiezingen gereed zal komen. In afwachting echter van de wettelijke rege ling is de regering bereid aan het college van rijksbemiddelaars reeds eerder aanwijzing te geven om bij de overweging van loonvoorstel- len bedrijfstakgewijze differentiatie toe te la ten, naar gelang werkgelegenheid, produktivi- teit en rentabiliteit daartoe aanleiding geven met inachtneming van de coördinatie. De minis ter zegt, dat alle betrokkenen veel zelfbeheer sing en discipline dienen op te brengen. Wat reële winstdelingen betreft zal ook meer diffe rentiatie worden toegestaan. De landbouw zal in het algemeen niet gelukkig zijn met deze vrije loonvorming. De gevolgen ervan zijn moeilijk te overzien, maar dat dit be sluit van de regering aanleiding zal geven tot een loonsverhoging, die ook in de landbouw zal worden gevoeld, is toch wel aannemelijk. Het komt er dan maar op aan de verhoogde kosten op de een of andere wijze goedgemaakt te krijgen. Het afbetalingsstelsel De drie werkgeversbonden en de raad van overleg voor de handel hebben een nota het licht doen zien over het afbetalingsstelsel. De conclusies zijn, dat er voordelen en nadelen zijn. Voordelen: stimulering van de produktie en de distributie, lagere kostprijzen, enz. Nadelen de koper beseft soms de draagwijdte van zijn koop onvoldoende, er dreigt gevaar dat hij te veel schuld op zich neemt. Uit een enquête van de verbonden van werkgevers blijkt echter, dat niet meer dan 2,8 van de 1000 werknemers niet voldeden aan het afbetalings contract, als gevolg waarvan loon werd inge houden. De moeilijkheden zijn niet van dien aard, dat van een aan het stelsel inhaerent eu vel kan worden gesproken. De volgende conclusies worden getrokken 1. verplichte melding van de contantprijs; 2. geen systeem van landelijke registratie (te kost baar); 3. geen bezwaar tegen ministeriële be voegdheden inzake vaststelling van de hoogte van het bedrag, dat ineens moet worden be taald en de lengte en het aantal termijnen: 4. geen wettelijk verplicht gestelde kassastor ting; 5. geen bezwaar tegen verbod bepaalde verbruiksgoederen op afbetaling te verkopen; 6. voorwerpen van meer dan 3.000.en pro- duktiegoederen dienen buiten iedere wettelijke regeling te vallen; 7. geen algeheel verbod van looncessie, maar verscherping van het voor schrift, dat looncessie onmogelijk maakt ten aanzien van een bepaald gedeelte van het loon. De landbouwoverschotten De vrije wereld produceert meer voedsel en ve zelstoffen dan de consumenten in staat zijn te kopen tegen prijzen, die de producenten redelijk achten. De situatie loopt van land tot land sterk uiteen, eveneens is zij zeer verschillend voor de verse produkten. De voornaamste moeilijk heden zijn geconcentreerd in Noord-Amerika, waar de produktie sterk is uitgebreid om aan oorlogs- en na-oorlogse behoeften te voldoen. De voornaamste produkten, die het aangaat, zijn tarwe, suiker, katoen, rijst en zuivelpro- dukten. Speciaal tarwe, suiker en katoen lijden 477

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 5