ededelingen New York heeft in zijn 30-jarige arbeid meer dan 800 economische series onderzocht, waar van er enkele bijna een eeuw oud zijn. Terwijl er nu weliswaar geen enkele afzonderlijke indicator is, die men als een betrouwbare gids kan beschouwen, is er toch een groep econo mische series, die zich op en neer beweegt als voorloper van de algemene conjunctuurcyclus. Hieronder vallen de omvang van de faillisse menten, nieuwe orders voor duurzame goederen, koersen van industriële aandelen, groothandelsprijzen enz. Men moet slechts hopen, dat deze soort research verder zal wor den ontwikkeld. Niettemin blijve men gedachtig aan het oude beursgezegde: ,,Er gaat geen belletje zodra de koersen hun hoogste punt hebben bereikt" en daarom is de moraal van dit alles, dat men onder alle omstandigheden zijn gezond verstand moet gebruiken en zich niet teveel moet laten beheersen door statis tieken en theorieën. Anticyclische maatregelen Dit is des te belangrijker nu de autoriteiten er een gewoonte van hebben gemaakt met anti cyclische maatregelen tussenbeide te komen. Helaas weet men nog niet zoveel af van de doeltreffendheid dezer middelen, ofschoon de anticyclische acties in de Ver. Staten in 1948 49 en 195354 ons toch al veel hebben geleerd. Aangezien de Ver. Staten meer dan 40 van de wereldproduktie van industriegoederen voortbrengen, is de bedrijvigheid in dat land natuurlijk van zeer grote betekenis voor de wereldconjunctuur. Toch hebben de jongste ontwikkelingen aangetoond, dat West-Europa sterker en onafhankelijker is geworden. En het is daarom nodig, dat men over en weer bij elkaar te rade gaat hoe de conjunctuur zich ontwikkelt en welke politiek het beste gevoerd kan worden. Daarnaast heeft elk afzonderlijk land zijn eigen economische problemen. Het is in de diverse landen mode geworden de wijzigingen van het verbruik, van de investeringen, van het bruto nationale produkt en van de betalingsbalans minstens voor een jaar te trachten te voorspel len. Die voorspellingen zijn in het algemeen niet al te nauwkeurig gebleken. Een van de redenen hiervan is dat de voor spellers zich te veel verdiepen in de „werke lijke hulpbronnen" en te weinig aandacht heb ben besteed aan vraagstukken zoals de finan ciering van de voorgenomen investeringen via lopende besparingen. In het algemeen heeft men vraagstukken van financiering en van monetaire politiek veronachtzaamd, hoewel in dit opzicht een verbetering merkbaar is. Wij moeten voorspellen Zonder economische voorspellingen komen wij er niet. Ten slotte betekent iedere begroting een poging tot economische voorspelling. Maar zo langzamerhand weten wij thans wel, dat een redelijke mate van betrouwbaarheid bij deze voorspellingen slechts kan worden bereikt in vredestijd en onder de voorwaarde, dat er vrij algemene overeenstemming bestaat ten aanzien van de grote richtlijnen der commerciële en financiële politiek. Veranderlijkheid Gelukkig schijnt die overeenstemming heden ten dage groter te zijn dan sedert de vooroor logse periode het geval is geweest. Niettemin moeten ook nu al diegenen, die zich met econo mische voorspellingen inlaten, zich wel bewust zijn van de veranderlijkheid van het econo mische leven. Zij moeten dus elk ogenblik klaar staan hun ramingen te herzien indien de ont wikkeling in andere richting is gegaan dan zij hadden gedacht. Want slechts dan kunnen de autoriteiten bijtijds worden gewaarschuwd en kan de gelegenheid worden gegeven hun politiek te wijzigen. (Per Jacobsson in „Skandinaviska Banken, Quarterly Review", Stockholm). Spreekuren Alkmaar 9 december Juridische afdeling 23 december Afdeling Inspectie 490 13 januari: Juridische afdeling 27 januari: Afdeling Inspectie Aanvang v.m. 10.15 uur in het gebouw van de Coöp. Zuivelbank, Langestraat 105 te Alkmaar. Leeuwarden 9 december Afdeling Inspectie 23 december Juridische afdeling 13 januari: Afdeling Inspectie 27 januari: Juridische afdeling

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 26