inancieel
overzicht
boekje wordt gesteld ten name van Mevrouw
de Weduwe A. en van haar dochter als hoof
delijke spaarders.
Ten overvloede kan dan nog worden aange
tekend, dat ieder der beide spaarders bevoegd
is over het spaartegoed te beschikken.
Geslaagde spoorwegemissie
Het grote succes van de emissie der Neder-
landsche Spoorwegen is voor de kapitaalmarkt
ongetwijfeld de belangrijkste gebeurtenis van
de afgelopen maand geweest. Indien men deze
emissie als een test zou kunnen beschouwen,
dan zou de conclusie gerechtvaardigd zijn, dat
het h ier te lande met de rentestijging voors
hands niet zon vaart zal lopen. Nu moet hier-
taalmarkt te doen tegen een rente van 31/2 °/o.
De opbrengst van zulk een staatslening 19561
zou dan kunnen dienen tot gehele of gedeelte
lijke dekking van het kastekort, dat voor 1956
op ruim 600 miljoen is geraamd.
Voor de inschrijvers op de jongste 3V4 %-
lening zou een dergelijke gang van zaken
teleurstellend zijn, te meer daar ten tijde van
deze emissie nog niets bekend was van de tegen
een conjunctuuroverspanning gerichte maat
regelen van deflationistische aard, die het
reservoir der liquiditeiten met globaal 400
miljoen doen inkrimpen en dientengevolge een
rentestijging in de hand werken.
Koersbeweging
Wij zouden wellicht niet zo lang bij de spoor
weglening hebben stilgestaan, indien de obli-
aan onmiddellijk worden toegevoegd, dat het
de vraag is, of uit het leningsresultaat wel zulk
een vérgaande conclusie valt te trekken. Posi
tief is eigenlijk alleen maar gebleken, dat er
veel animo voor deze 31/2 %>-lening in beleg-
gerskringen heeft bestaan. Maar daarbij mag
niet worden vergeten, dat prijs en hoeveelheid
zeer nauw samenhangen, anders gezegd, dat de
prijs een functie is van de hoeveelheid. Hoe ge
ringer het aanbod, hoe hoger de prijs kan zijn
en andersom. Het ging thans nog slechts om
een bedrag van 50 miljoen en daarbij om een
lening van een debitrice, die nog niet in de be
leggingsportefeuille voorkwam. Zulk een object
is altijd zeer gewild en aangezien een rentevoet
van 31/2 °/o ook veel populairder is dan een van
3V4 was reeds op grond van deze beide fac
toren het succes bij voorbaat verzekerd. Maar
een aanwijzing voor de houding van de beleg
gers in geval de Staat het eens met een 3V2 °/o-
lening zou proberen, ligt er in de sterke over-
tekening en het koersagio ter beurze toch wel
besloten. En wel des te meer, daar een lening
van de Staat kwalitatief toch altijd nog een
graad hoger wordt aangeslagen dan een niet
door de Staat gewaarborgde spoorweglening.
In dit verband mag niet onvermeld blijven, dat
bij geruchte verluidde, dat op het ministerie van
Financiën thans een onderzoek zou worden in
gesteld naar de mogelijkheid om in de eerste
helft van 1956 een nieuw beroep op de kapi-
488
gatiemarkt niet pas een vrij gevoelige ader
lating had moeten ondergaan op het moment
van deze emissie. Daarop is echter, zoals de
vorige maal te dezer plaatse besproken, nog in
de laatste dagen van oktober een zeker koers-
herstel gevolgd, dat zich in de maand novem
ber zoals men ook uit onze koerstabel kan
aflezen ten slotte min of meer heeft kunnen
handhaven.
Vergelijkt men de koersen van einde november
met die van einde oktober, dan blijken de ver
schillen merendeels slechts uiterst gering te
zijn. Gedurende de eerste tien dagen van
november was de tendens op de staatsfondsen-
markt nog zwak en opnieuw afbrokkelend,
maar geleidelijk, vooral na de inschrijving op
de spoorweglening in het midden van de
maand, is de technische positie van de markt
verbeterd. De 2V2 °/o Ned. Werkelijke Schuld
(Integralen) die in de voorafgaande maand het
sterkste in koers waren gedaald, geven voor
november het grootste herstel te zien, nl. van
75 7/16 tot 77 11/16. De 3V4 %-staatslening
1955 II, die een ogenblik tot 98V4 °/o was in
gezakt, heeft zich intussen kunnen herstellen
tot 99, waarnaast ook de andere 3Vr %-staats-
leningen in koers konden verbeteren. Tot de
zwakke „broeders" behoren thans vooral nog
de 3 %-leningen. Bepaald vast kon de stem
ming in geen geval nog worden genoemd.