De 1/ redietbehoeften en de huidige positie van het landbouwkredietsysteem in Italië (Vervolg en slot) Hoofdstuk III. De huidige wetgeving op het landbouwkredietwezen in Italië. 1. Om niet in herhaling te treden zullen wij er alleen aan herinneren, dat de twee basis wetten, welke in Italië het gehele complex investeringen en intensiveringen met de finan ciering daarvan beheersen, (de decreten van 29 Juli 1927 en van 13 Februari 1933) uitgaan van de gedachte, dat er onderscheid gemaakt moet worden in objecten, die door de Staat ter hand worden genomen, in objecten, die door particulieren binnen het raam van een alge meen investeringsplan worden aangevat, en tenslotte in objecten, die door particulieren buiten elk plan om worden opgezet. Met dit onderscheid tot uitgangspunt is een hele reeks mogelijkheden voorhanden, waarbij de Staat medewerking verleent, ten eerste door een financiële bijdrage tot een maximum van 87,5 ten tweede door een meer bescheiden subsidie met een maximum van 45 °/o en ten derde door een kosteloos krediet onder de ge bruikelijke voorwaarden, mits het objecten geldt, die door de betrokken diensten van het ministerie van Landbouw- en Boswezen zijn goedgekeurd. In het kort gezegd huldigt men het beginsel, dat er naar gestreefd moet worden de arbeid van iedere boer. voorzover nodig, rendabel te maken, mits die arbeid voor de exploitatie van 's-lands landbouwareaal, voor een ruimere gebruikmaking van handenarbeid, voor de vorming van kleinere zelfstandige landbouwbedrijven enz. voor de Staat bijzonder belangrijk is. Voor verstrekking van bedrijfs- of kortlopende kredieten in de landbouw geeft de Staat geen directe financiële medewerking, daar de ver strekking van landbouwkrediet, hetzij kort, lang of middellang, in Italië is toevertrouwd aan speciale instellingen, die daartoe door de spaarbanken of andere publiekrechtelijke or ganen, welke geen winstdoel kennen, in het leven zijn geroepen. De voorwaarden en de vastgestelde rentetarieven zijn zodanig, dat zij voor de Italiaanse boeren in de meeste geval len geen moeilijkheden opleveren. Deze kredieten worden in het algemeen ge financierd met middelen van de spaarbanken, van de Staat (via de banken) of door de uitgifte van obligaties op korte of lange termijn. Tot de verstrekking van deze kredieten zijn ver schillende instellingen door de Staat ge machtigd. De landbouwinvesteringskredieten worden ge waarborgd door een hypotheek op de grond of door een andere zakelijke zekerheid. De be- drijfskredieten worden gewaarborgd door een voorrecht met zakelijk karakter, dat de wet aan de kredietgever toekent of dat bij overeen komst is gevestigd. 2. Het landbouwkredietwezen in Italië be staat uit drie sectoren, n.1. a. het landbouwkrediet, dat uitsluitend ver zorgd wordt door een staatsorgaan; b. het landbouwkrediet, dat is toevertrouwd aan onafhankelijke particuliere banken, die de middelen aantrekken op de vrije kapitaalmarkt; c. het landbouwkrediet, dat verzorgd wordt door niet-onafhankelijke particuliere banken, die hun middelen of althans een subsidie van de Staat krijgen. De landbouwkredietinstellingen zijn, ook als zij onder toezicht van de Staat zijn gesteld, iets geheel anders dan de emissiebanken en de financiële overheidsorganen. De Staat poogt door het verlenen van subsidie, of door een deel van de rentebetaling voor zijn rekening te nemen, de kosten van de geldtransacties te reduceren. In bepaalde gevallen verleent de Staat zijn be middeling door geld te fourneren voor het Haar ontstaan; haar groei en ontwikkeling bij de toenemende kredietbehoeften in de Italiaanse land bouw; staatshulp: resultaten van de verschillende maatregelen; de voornaamste kritiek op de huidige wetgeving; voorstellen en strekkingen: in studie zijnde wijzigingen. 450

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 6