^JSroniek uit eigen kring Bij de inspecties der aangesloten banken be staat, zoals algemeen bekend mag worden ver ondersteld, de gewoonte controlebiljetten te verzenden aan spaarders, voorschotnemers en rekening-couranthouders. Hierbij is een juiste adressering van groot be lang, ten einde te voorkomen, dat deze controle biljetten verkeerd worden bezorgd of dat zij onbestelbaar retour worden gezonden. Een en ander komt helaas nog wel eens voor. Mogen wij daarom nog eens de bijzondere aandacht van kassiers en bestuursleden verzoeken voor een juiste adresvermelding in de hoofden van alle folio's in de administratie van spaargelden, voorschotten en rekeningen courant? De laatste jaren worden door de Effectenafde ling van de Centrale Bank de nota's betreffende verzilvering van coupons en lossingen enige tijd vóór de vervaldatum aan de boerenleenbanken toegezonden. Dit geschiedt op verzoek van enkele aange sloten banken, ten einde deze in staat te stellen de verzilvering van coupons en lossingen tijdig met haar cliënten af te rekenen. Ons is echter gebleken, dat enkele banken de bedoelde nota's terstond na ontvangst van de Centrale Bank reeds boeken in de rekening van de begunstigden. Hiertegen bestaat wel geen bezwaar, maar dan moet de valuta worden aangepast aan die, welke op de nota's van de Centrale Bank is aangegeven, om renteverlies voor de boeren leenbank te voorkomen. Regelmatig bereiken ons vragen betreffende de tijd gedurende welke archiefstukken door de boerenleenbanken dienen te worden bewaard. Doorgaans worden de gegeven adviezen gepu bliceerd in ons blad onder de rubriek .Vraag en antwoord Waar ons gebleken is dat de adviezen, zoals deze zijn gepubliceerd in de Raiffeisen-Bode van oktober 1954 en van oktober 1955 niet geheel met elkaar in overeenstemming zijn, is door de Juridische afdeling, in overleg met de afdeling Inspectie, nagegaan hoe het advies zou moeten luiden, rekening houdende zowel met de wettelijke bepalingen als met praktische overwegingen. Het resultaat laten wij hieronder volgen, waar bij wij nog opmerken, dat hiermede vanzelf sprekend alle overige adviezen dienen te ver vallen. Blijkens artikel 6 lid 3 van het Wetboek van Koophandel moet de bank boeken en beschei den, balansen, ontvangen brieven enz. 10 jaar bewaren. Het is naar onze mening derhalve noodzakelijk te bewaren: boeken: 30 jaar nadat de laatste post daarin geboekt is; balansen: 30 jaar; schuldbekentenissen en kredietakten: indien af wikkeling van de schuld op normale wijze heeft plaats gehad, 10 jaar; indien door borgen is betaald of indien verhaal op onderpand, door derden gesteld, is genomen, 30 jaar; kwitanties en giro-opdrachten: 30 jaar (saldo biljetten alleen leveren geen voldoende be wijs); stortingsbewijzen: 10 jaar; brieven (over belangrijke zaken): 30 jaar; over onbelangrijke zaken: 10 jaar; saldobiljetten: 10 jaar. Een enkele maal komen bij de boerenleen banken aanvragen voor krediet of voorschot binnen van cliënten, die buiten het werkgebied van de bank woonachtig zijn. Nu zich in de afgelopen maand wederom enkele gevallen hebben voorgedaan, welke aanleiding tot moeilijkheden dreigden te geven, zouden wij U nogmaals willen wijzen op hetgeen wij om trent dit onderwerp schreven in de Raiffeisen- Bode van februari 1955. Wij schreven toen het navolgende: ..Nog te dikwijls moeten wij ervaren, dat men voorschotten of kredieten verstrekt aan perso nen, die kennelijk in het werkgebied van een andere bank thuisbehoren en lid van bedoelde bank zijn. Men overtreedt in dit geval de statuten, die immers bepalen, dat iemand slechts lid van één bank mag zijn. Bovendien mist men de moge lijkheid om op de hoogte te zijn van de even tuele financiële verplichtingen van aanvragers. En niet in de laatste plaats is het in strijd met de organisatorische saamhorigheid, waarop onze banken terecht trots zijn. Indien iemand al niet met een bepaalde bank te maken wil hebben, is toch overleg met of mededeling aan deze bank naar onze mening geboden." 447

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 3