^Jf/roniek u eigen kring Nu het jaar 1955 voor een groot deel weer is gepasseerd breekt voor de afdeling Begrotingen de tijd aan om geleidelijk een aanvang te ma ken met de voorbereidingen voor het jaar 1956. Deze voorbereidingen bestaan in het binnen kort opvragen van begrotingen, aan de hand waarvan een voorlopig advies gegeven zal worden met betrekking tot de rentepolitiek voor 1956. Op het tijdstip, waarop de rente voor 1956 wordt vastgesteld, kan dan nog bezien worden of zich sinds de datum, waarop de begroting is opgemaakt, nog omstandigheden heb ben voorgedaan, welke het rentabiliteitsbeeld van de betrokken bank hebben gewijzigd. De voorlopige algemene indruk ten aanzien van de rentepolitiek voor 1956 is, dat wijziging van de rentepercentages in vergelijking tot 1955 niet urgent is. Een uitzondering moet wor den gemaakt voor diè gevallen, waarin de debetrente nog enigszins aan de stijve kant ligt of waarin de daling van de rentestand in de afgelopen twee jaar nog niet of nog niet in voldoende mate in de spaargeldrente tot uit drukking is gekomen, waardoor de rentabili teit aanmerkelijk beneden de norm is komen te liggen. Uiteraard is het te geven voorlopige advies ge baseerd op de huidige marktsituatie. Bij beoordeling van de begrotingen wordt steeds getracht zoveel mogelijk rekening te houden met de plaatselijke omstandigheden, welke in de loop der jaren mede uit correspon dentie en besprekingen bekend zijn geworden. Inzonderheid ten aanzien van de spaargeld rente spelen concurrentiefactoren vaak een grote rol, waardoor naast verlaging van de debetrente voor 1955 geen verlaging van de spaargeldrente kon plaats vinden. Dezerzijds bestaat de indruk dat zowel de concurrent als de boerenleenbank tot verlaging van de spaar geldrente zouden willen overgaan, doch dit bij gebrek aan overleg niet tot uitvoering brengen. Een onderling overleg te dezer zake, zoals dit in de laatste jaren tussen boerenleenbanken in een bepaalde ring of in een bepaalde streek meer en meer gebruikelijk is geworden, kan in de bedoelde gevallen een oplossing brengen. Het behoeft geen betoog dat een dergelijk over leg dezerzijds ten zeerste wordt gewaardeerd en aangemoedigd. Daar uit de ervaring is gebleken dat bij meer dere spaarbanken in den lande de rente voor het komende jaar reeds omstreeks de maand November wordt vastgesteld, wordt het boven staande thans reeds ter kennis van de aange sloten banken gebracht. Veelvuldig wordt gebruik gemaakt van de mo gelijkheid om spaar- en/of rekening-cour ant- boekjes tussentijds (d.w.z. tussen twee inspec ties in) ter intrekking naar de Centrale Bank te zenden. Deze toezending geschiedt dermate vaak, dat niet aan de indruk kan worden ontkomen, dat het teruggeven van boekjes als een min of meer permanente service aan de houders wordt be schouwd. Met nadruk willen wij er op wijzen, dat in de eerste plaats tijdens de inspecties de boekjes gezien en in het contróleregister afgetekend dienen te worden en dat slechts bij uitdrukke lijk verzoek om teruggave van het volle of ver vallen boekje opzending naar de Centrale Bank kan plaats vinden. Dit geldt echter uit sluitend voor diè gevallen, waarin de houders om dringende redenen beslist niet kunnen wachten tot de eerstvolgende inspectie van de bank. Naar onze mening behoort de opzending naar de Centrale Bank uitzondering te blijven en geen regel te worden. Wij zullen het zeer op prijs stellen als men bij dispensatie-aanvragen steeds gebruik maakt van het daarvoor dienende formulier. Volledig ingevulde en ondertekende formulie ren en taxatieaanvragen voorkomen stagnatie in de behandeling van aanvragen. Bij aanvragen van enige betekenis, waarbij de zekerheid niet in eerste hypotheek bestaat, is het zeer gewenst, zo niet noodzakelijk, aan de hand van accountantsrapporten en balansen zich een oordeel te vormen over de financiële positie van aanvragers. De bedoelde rapporten en balansen ontvangen wij in die gevallen gaarne ter inzage. Het komt nog al eens voor dat een boerenleen bank een aanvrage om voorschot of credict ontvangt van buiten het werkgebied van de be trokken bank wonende personen. 41 5

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 3