Onder een appartement wordt verstaan een aandeel in een gebouw met toebehoren, in welk aandeel is begrepen het recht op uit sluitend gebruik van een bepaald gedeelte van het gebouw, dat blijkens zijn inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt. De splitsing moet geschieden bij notariële akte en overgeschreven in het openbaar register. Na de overschrijving wordt het appartement als een zelfstandige onroerende zaak be schouwd. De akte van splitsing moet op straffe van nietigheid verschillende bepalingen inhou den als aanduiding van de ligging van het gebouw, omschrijving van het appartement en het reglement. Het reglement moet bepalingen inhouden over de gezamenlijke schulden, kosten en lasten, over het beheer en gebruik van de gedeelten van de gemeenschap, welke niet bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, en over verzekering; het kan bepalingen inhouden over oprichting van een vereniging van eigenaren, over het beheer daarvan, over de te storten bijdragen, enz. De notaris zal moeten nagaan of alle wet telijke vereisten in acht zijn genomen en of het appartement vatbaar is voor het vestigen van hypotheek. Bewaren van archiefstukken Vraag: We zouden graag een opruiming hou den in ons archief, maar voor en aleer wij tot vernietiging overgaan zouden wij gaarne van U vernemen in hoeverre de navolgende stukken bewaard dienen te blijven c.q. ver nietigd kunnen worden. a. Wij hebben verschillende series saldobil jetten per 31/12 en 30/6 van verschil lende jaren. Hoelang moeten deze be waard blijven? b. Kunnen grossen van hypotheekakten, waarvan het voorschot is afgelost, met een vernietigd worden of moeten deze ook een bepaalde tijd bewaard blijven? Even zo voor wat betreft de losse bescheiden (borderel etc.) welke zich hierin bevin den. c. Is het voldoende van oude vervallen en volgeschreven spaarbankboekjes alleen het titelblad te verwijderen wanneer deze naar een archiefvernietiger worden ge stuurd of moet ook de kaft verwijderd worden, als hierop een naam geschreven staat? Antwoord: Volgens art. 6 lid 3 van het W.v.K. is de bank gehouden de boeken en beschei den, de balansen, ontvangen brieven en bescheiden en afschriften van uitgaande brieven en telegrammen gedurende 10 jaren te bewaren. Uit dit wettelijk voorschrift volgt dus, dat boeken en bescheiden van de boekhouding vernietigd zouden mogen worden na verloop van 10 jaren, nadat de laatste aantekening daarin is gesteld en dat alle verdere ont vangen brieven en stukken en afschriften van verzonden brieven en stukken na ver loop van 10 jaren na de datum van ont vangst of verzending vernietigd kunnen worden. In de praktijk is dit echter niet door te voe ren. Immers volgens de wet is de termijn van verjaring 30 jaar. In verband met die termijn is het noodzakelijk, dat alle beschei den, die betrekking hebben op geldelijke transacties, tenminste 30 jaren bewaard blijven. Zo zullen dus kwitanties, giro-op- drachten en daarbij behorende uitvoerings stukken, alsmede door de rekeninghouders getekende saldobiljetten, naar onze mening tenminste 30 jaren bewaard moeten blijven. Stortingsbewijzen, die uitsluitend een intern karakter hebben en geen bewijsrechtelijke functie, kunnen desgewenst na verloop van 10 jaren worden vernietigd. Grossen van hypotheekakten, onderhandse voorschotakten, credietakten enz. dienen be waard te worden 30 jaren nadat het voor schot of crediet geheel is afgewerkt. Voor brieven kan als regel gesteld worden, dat be langrijke brieven gedurende tenminste 30 jaar bewaard moeten worden en onbelang rijke als herinneringsbriefjes, losse adviezen en dergelijke, na 10 jaar kunnen worden ver nietigd. Tenslotte wat ingetrokken en bij de spaar bank ingeleverde spaarbankboekjes betreft, deze dienen onbruikbaar gemaakt te worden en voorts zodanig behandeld te worden, dat een derde, die dergelijke onbruikbaar ge maakte boekjes in handen mocht krijgen, daaruit nooit kan zien, aan wie dit boekje heeft toebehoord. 442

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 30