^linanci
overzicht
hoeveelheden bollen geëxporteerd en er wer
den uitstekende prijzen gemaakt.
Door het warme weer was er nog grote aan
voer van bloemen, waarvoor alleen bij vol
doende export behoorlijke prijzen werden ge
maakt.
Op de gebruiksumnarkten gaven de aanvoeren
reeds een gestadige groei te zien. De grote na-
jaarsuitstoot moet echter nog komen.
De nieuwe Staatslening.
De leningsoperatie van het Rijk, welke in de
afgelopen maand heeft plaats gevonden, heeft
ten slotte aan de onzekerheid, welke te dien
aanzien reeds zo geruime tijd bestond, een
einde gemaakt. Zoals men weet, hebben wij de
vorige maal nog de vraag opgeworpen of nu
wel of niet op korte termijn de uitgifte van een
nieuwe Staatslening viel te verwachten, zonder
dat wij zover wilden gaan ons aan een con
crete voorspelling te dien aanzien te wagen.
Inmiddels loont het zeker de moeite hier nog
eens op deze emissie terug te komen. Wat de
voorwaarden betreft, welke voor deze lening
gelden, meende de centrale overheid nog steeds
met een rentevoet van 31/* te kunnen vol
staan. De enige tegemoetkoming, waartoe de
minister van Financiën bereid is geweest, be
stond in een verkorting van de looptijd verge
leken met vorige Staatsleningen. Deze werd
thans immers op dertig jaren gesteld, nadat tot
dusverre een looptijd van veertig jaren als
minimum had gegolden, afgezien van ver
vroegde of versterkte aflossing, die altijd voor
Staatsleningen wordt voorgehouden. Tot een
rechtstreekse verhoging van de rentevoet tot
bv. 3V2 wilde de minister echter blijkbaar
niet overgaan, terwijl het vasthouden aan de
parikoers er evenzeer op wees, dat men in Den
Haag de tijd voor een verhoging van het rende
ment op Staatsleningen (nog) niet gekomen
achtte.
De leningsvoorwaarden kwamen inderdaad
vrijwel met die van de uitstaande leningen
overeen. Het resultaat heeft intussen aange
toond, dat de animo tot deelneming bij de be
leggende instellingen niet bijster groot is ge
weest. De vrije inschrijvingen bleven immers
tot slechts 137 millioen beperkt, welk bedrag
ten volle werd toegewezen, terwijl het totale
bedrag der lening werd vastgesteld op 250
millioen. Derhalve is 113 millioen bij de
432
Rijksfondsen geplaatst, instellingen, wier gel
den reeds als korte-termijn-vordering bij de
schatkist berusten, zodat de omzetting daarvan
in lang lopende Rijksschuld geen nieuwe mid
delen aan de schatkist toevoert. Men zal zich
herinneren dat op de eerste Staatslening 1955,
die in het begin van dit jaar werd uitgegeven,
voor 410 millioen werd ingeschreven, terwijl
de deelneming van de Rijksfondsen en -instel
lingen toen 190 millioen beliep.
Voor de eerste maal werd bij laatstgenoemde
emissie ertoe overgegaan, het defintieve le-
ningsbedrag niet te voren vast te stellen, ken
nelijk teneinde premiejagers af te schrikken
en van meet af aan een gezondere markt
positie te verzekeren. Inderdaad wordt op deze
wijze bereikt, dat vrijwel uitsluitend voor reële
belegging en weinig of niet voor speculatie op
zeer korte termijn wordt ingeschreven. Men
krijgt aldus derhalve ook een beter inzicht in
de werkelijke marktverhoudingen.
Teleurstellend resultaat
Het resultaat van de jongste emissie heeft wat
dat aangaat ook verhelderend gewerkt. Van
het standpunt van de overheid bezien moet het
bepaald teleurstellend worden genoemd en als
een afwijzing van een 3V4 rentevoet, althans
bij deze looptijd, worden uitgelegd. Onder de
bestaande, of beter, gedurende de laatste maan
den geleidelijk gewijzigde omstandigheden, valt
zulks niet te verwonderen. Internationaal treedt
immers duidelijk een tendentie tot verstijving
van de rentetarieven aan de dag als gevolg van
het toenemende gebruik, dat, parallel met de
conjunctuuropgang en de daarmede samen
hangende expansie, van het credietpotentieel
wordt gemaakt. Weliswaar heeft de stijging
van het uitstaande bankcrediet, zoals wij de
vorige maal nog opmerkten, hier te lande nog
allerminst een buitengewone omvang aangeno-