verkeren nog, zoals Latium, in zekere zin in
staat van wording.
In de eerste streken is de klassieke deelpacht
nog sterk in zwang (Toscane en Marches) met
enkele zelfstandige bedrijven en wat gewone
pachtbedrijven. In de streken van de laatste
categorie bestaat het pacht- en eigen bedrijfs-
type nog en heeft de deelpacht niet helemaal
het klassieke aspect van deling in de opbrengst
of investering.
c. De Zuid-Italiaanse gebieden met de eilan
den vertonen tenslotte sterk van elkaar afwij
kende aspecten.
Men ziet in feite bij de Abruzzen, de Campa-
nia, Sicilië en in enkele gebieden van Calabrië
en Apulië zowel cultuurintensieve als cultuur-
extensieve streken, waarbij de laatste ge
ëxploiteerd worden met een minimum aan
materiaal, met een onvoldoende hoeveelheid
kapitaal, met werktuigen welke vaak uit niet
meer dan een enkele schop en in het gunstigste
geval uit een primitief karretje bestaan. Die
streken zijn over het algemeen erg droog. Het
naburige Afrikaanse continent laat er zijn in
vloed gelden. Er is hoegenaamd geen water te
vinden. De bodem is veelal schraal. In het Zui
den van het schiereiland treft men veel leem
aan met een rotsachtige ondergrond en op de
eilanden diepe lagen veen en leem. Uitstekend
zijn de gronden rond vulcanische gebieden
(Campanië en het Zuiden van Sicilië). Ook
goed zijn de gronden waar voldoende water
voorhanden is. De andere zijn zeer slecht te
noemen en kosten aanzienlijke bedragen, wan
neer men de mogelijkheden tot opvoering van
de landbouw daar wil verbeteren. In het Zui
den en ook op de eilanden treft men zowel
eigen als pachtbedrijven aan. Algemeen ver
spreid is de zgn. verbeteringspacht, een heel
oude pachtvorm, die in verschillende tijden en
plaatsen de beste resultaten heeft opgeleverd.
De gevolgen van de verschillende maatregelen,
welke de Italiaanse regering tot hervorming
van de agrarische sector heeft genomen, zijn in
die streken thans merkbaar.
Onvermijdelijke vergissingen daargelaten, moet
worden gezegd, dat de gevoerde actie over het
algemeen bepaald goede resultaten heeft op
geleverd, welke in de nabije toekomst sterker
in het oog zullen springen. Het Zuiden vormt
in Italië het gedeelte met de sterkste crediet-
behoeften, waarvoor niet gemakkelijk een op
lossing is te vinden.
Hoofdstuk II. De credietbehoeften van de
Italiaanse landbouw.
1. Om de economische en sociale omstandig
heden van thans in de verschillende gebieden
goed te kunnen begrijpen, moet men niet ver
geten dat Italië nauwelijks 80 jaren een natio
nale eenheid vormt.
De staten, die tot de vorming van Italië hebben
bijgedragen, kennen voor het merendeel elk een
eigen historie, waarvan de ups en downs in de
credietbehoeften hun weerslag vonden.
Om dit te bewijzen is het al voldoende even te
denken aan het feit, dat het instituut van
herendiensten en lijfeigenschap bijvoorbeeld in
de Povlakte en in het algemeen in Noord- en
Midden-Italië met de slag van Legnano op het
einde van de 12e eeuw een einde nam, maar in
het Zuiden pas op het einde van de 19e eeuw
verdween.
Men behoeft slechts te denken aan het feit, dat
de wol- en zijde-industrie, na het begin van de
14e eeuw in Florence tot ontwikkeling kwam,
toen steden als Venetië, Genua, Pisa en Luca
een regering door slechts enkele personen, een
z.g. oligarchie kenden, waaruit de machtige
republieken en souvereine staatjes groeiden.
Van toen af aan vloeiden de rijkdommen van
de handel uit over de rondom gelegen land
bouwstreken, waarmede de weg gebaand werd
tot een betere verdeling van de Toscaanse heu
vels, tot een toenemende intensivering van de
Povlakte, tot de bouw en aanleg van irrigatie-
werken in Lombardije en tot verhoging van de
productiviteit van de Emiliaanse hoogvlakte.
Vooral de erkenning van het feit, van welke
betekenis een constante kapitaalsvoorziening
voor de investering op het platteland is, heeft
aanleiding gegeven tot het gezegde: „de land
bouw begint in de stad Door het feodalisme,
dat zich tot het begin van de 19e eeuw wist te
handhaven, konden adellijke en niet-adellijke
landeigenaren rustig in de steden de opbreng
sten opsouperen, die het land hun verschafte.
Terwijl het leven van het welgedane Florence
in het begin van de 16e eeuw nog kon worden
samengevat in de kernachtige uitdrukking „de
bank was de handel, de villa het vermaak",
De bijzondere behoeften aan bedrijfs- en geldmiddelen
in de Italiaanse landbouw.
De evolutie van het landbouwwezen in de verschil-
'ende streken van Italië.
De voorheen en thans beschikbare kapitaalmiddelen
De noodzaak tot het financieren van de landbouw en
tot het nemen van bijzondere maatregelen ter ver-
Detering van de economische- en sociale verdeling
van de nationale bodem.
427