apparaat economisch, technisch en juridisch gezond en bruikbaar te houden, is zeer zwaar en vereist een voortdurende waakzaamheid en een grote kennis van zaken. De band, welke bestaat tussen de 730 aange sloten banken en de Centrale Bank, is in hoofd zaak op basis van vrijwilligheid gevestigd. De reeks van voorschriften, in decennia van voortdurende expansie ontstaan, welke een juiste gang van zaken in deze grote gemeen schap moet waarborgen, kan slechts goed werken, indien de aangeslotenen zich con amore inzetten om deze voorschriften op de juiste wijze te doen werken. Hiertoe is offerbereid heid nodig en deze kan slechts worden ver kregen, indien tussen aangesloten banken en Centrale Bank een goede verstandhouding en een juist begrip heersen. Dat deze verstand houding zonder uitzondering uitstekend is te noemen, is mede het werk van de heer Visser, die in een regelmatig rechtstreeks contact met de banken en haar besturen zich een vertrou wen heeft verworven, dat moeilijk kan worden overschat. Dat in een organisatie, gevormd door ruim 700 coöperatieve bankinstellingen, die tezamen meer dan 200.000 leden tellen en met een be drag aan toevertrouwde middelen van onge veer 1600 millioen, dagelijks talloze problemen om een oplossing vragen, zal ieder begrijpen. Problemen als rentabiliteit, solva biliteit en liquiditeit zijn even zo vele voort durende zorgen voor de centrale leiding. De credietpolitiek van de boerenleenbanken, haar economische leiding en organisatie, salaris- en pensioenregelingen voor kassiers, de rentepolitiek en vele andere zaken hebben het leven van de heer Visser gevuld en hem tot een centrale figuur in de organisatie gemaakt. Wie kent hem niet als de vitale mens met zijn scherpe kijk op zaken, zijn diplomatieke talenten en overredingsgave, die in talloze ver gaderingen en vele conferenties de basis gelegd heeft voor een apparaat, dat de toets der critiek kan doorstaan en de bewondering van hen, die tot oordelen bevoegd zijn, afdwingt. Het ontstaan en de uitbouw van de bekende dispensatieregeling, die de liquiditeit en de technische beleggingsindeling van de boeren leenbanken beheerst, de voor alle banken gel dende renteregelingen van de Centrale Bank (ingesteld op het assortiment der middelen van de banken), zijn o.m. de vruchten van het 384 initiatief en het diepe inzicht van de heer Visser. De modernisering van het administratieve apparaat der banken en de aanpassing hiervan aan de zich steeds verder ontwikkelende bank zaken zijn mede onder zijn leiding tot stand gekomen. De opbouw van de afdeling Inspectie met haar onderafdelingen Buitendienst, Binnendienst, Statistiek, Begrotingen en Belastingen, geheel ten dienste van de boerenleenbanken, heeft steeds zijn onverflauwde belangstelling gehad en door zijn waardevolle aanwijzingen en ad viezen vormt het corps inspecteurs, dat thans uit bijna 40 man bestaat, een zeer gewaardeerde en onmisbare verbinding tussen Centrale Bank en aangesloten banken. De oprichting van tientallen boerenleenbanken, de moeizame opbouw na de eerste wereldoor log, de talloze moeilijkheden in de crisisjaren 19301940, de strijd om het bestaan in de tweede wereldoorlog, de enerverende na oorlogse opbouw van het gehele financiële en economische apparaat, waarin Centrale Bank en boerenleenbanken een voorname functie hadden, de vele conferenties met De Neder- landsche Bank in verband met de wet Toezicht Credietwezen, de oprichting van het Pensioen fonds voor Oudere Kassiers, het zijn slechts enkele markante punten uit de vele, die het welbestede leven van de heer Visser vulden en waaraan hij zich met inzet van zijn grote gaven van hart en verstand gaf. Volkomen verdiend was dan ook zijn benoeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Centrale Bank Ter gelegenheid van zijn afscheid op 31 Augus tus j.1. werd de heer Visser benoemd tot Rid der in de Orde van de Nederlandse Leeuw, een onderscheiding, die ongetwijfeld bij allen, die hem kennen, grote voldoening zal wekken. Wij weten dat voor ieder een tijd aanbreekt waarop hij zijn werk moet neerleggen, even zeer als wij het besef hebben, dat niemand on misbaar is. Maar als iemand in de organisatie een leegte zal nalaten, dan is het ongetwijfeld de heer Visser. Zijn knappe stylistische gaven, zijn warme hart voor de belangen van het per soneel der Centrale Bank, zijn ijzeren her inneringsvermogen en zijn organisatietalenten zullen wij moeten ontberen. Wij kunnen slechts hopen en ons voornemen aan het grote werk, waaraan de heer Visser zijn hart had verpand, volhardend voort te bouwen. Wij zijn hem

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 4