migratie-mededelingen
Banden, die verrijken.
De heer mr. J. A. U. M. van van Grevenstein,
directeur van de Nederlandse Emigratiedienst,
hield enkele weken geleden een radiolezing
onder de titel: Banden, die verrijken".
De heer Van Grevenstein zeide o.m. het vol
gende:
Het is begrijpelijk, dat in een tijd van een
tekort aan arbeidskrachten in het eigen land,
de vraag zich sterker naar voren dringt:
„Wat is eigenlijk het nut van emigratie
voor Nederland, nu, in deze tijd?"
Ik zou vanavond deze vraag opnieuw tot
mijn uitgangspunt willen kiezen. Niet om
dat ik meen dat ik U deze vraag concreet,
met enkele volzinnen zou kunnen beant
woorden. Belangrijker dan te trachten zulk
een antwoord te geven, is naar mijn mening
na te gaan, in welke zin het nut van onze
Nederlandse emigratie bezien zou moeten
worden.
Laat ik daarbij vooropstellen, dat bij deze be
schouwing uiteraard het individuele aspect
van de vestiging in andere landen, buiten dis
cussie dient te blijven. Individueel gezien, is
emigratie een persoonlijke taak, gegrondvest
op een persoonlijke beslissing. Het afwegen
van het nut daarvan, valt onder niemands
competentie.
Gelukkig leven wij in een land, waar dit
vraagstuk niet in het geding is. Indien wij
spreken over het nut van emigratie, dan tre
den wij niet in het recht van de staatsburger
zich daarheen te begeven waarheen hij wil.
Wij betreuren het slechts, dat de bewegings
vrijheid der volkeren vandaag nog zoveel te
wensen overlaat.
Indien wij het nut van de vestiging van zo
vele tienduizenden Nederlanders overzee wil
len trachten af te wegen, dan is dit slechts
verantwoord vanuit de gezichtshoek van de
nationale betekenis van onze emigratie.
Zou het immers zo zijn, dat deze nationale
betekenis negatief zou zijn, dan zou men zich
terecht moeten afvragen, of het wel juist is dat
door ons land de emigratie wordt bevorderd,
zoals dit thans het geval is.
Het bezien van het effect van onze emigratie
in zijn geheel, vereist echter een juiste instel
ling.
Het gaat niet aan, de beoordeling van dit
effect uitsluitend te leggen op economisch
terrein. Een vorige maal werd in deze rubriek
stelling genomen tegen de gedachte: emigratie
is een vraagstuk van arbeidsgelegenheid. Ik
zou evenzeer stelling willen nemen tegen de
gedachte: verantwoorde emigratie, nationaal
gezien, is gelijk exportbevordering. Deze laat
ste opvatting kan men nog al eens beluisteren
bij hen die enige jaren geleden geen goed
woord voor emigratie over hadden en die
emigratie slechts geschikt achtten voor die
genen, die zoals het uitgedrukt werd ,,in ons
land niet gebruikt konden worden". Nu lang
zamerhand de invloed van onze emigratie op
onze export zichtbaar wordt, begint men meer
en meer dit in geld uitdrukbare criterium als
maatstaf voor de betekenis van onze emigratie
te hanteren. De emigrant met zijn moeilijk
heden mag naar een onzekere toekomst ver
trekken, zij wachten hooghartig af wat hij in
het laatje zal brengen.
Natuurlijk kan een ieder dit prachtige ge-
zonclheidsverschijnsel van onze emigratie -
de toeneming van onze export - van harte
toejuichen. Het is een gelukkig feit, dat niet
alleen onze goederenexport, maar evenzeer
onze mogelijkheden in de transportsector en
in het dienstverkeer, door onze emigratie
zijn toegenomen.
Ik vind het tekenend voor het toenemend
aanzien van onze emigratie, dat enige tijd
geleden het grapje kon ontstaan van de
fabrieksdirecteur, die zich bij de overheid
beklaagde over de bevordering van de emi
gratie, omdat in zijn fabriek een tekort aan
arbeiders was ontstaan, waardoor de orders
bestemd voor de immigratielanden niet meer
konden worden uitgevoerd.
Het zou echter een riskante onderneming zijn
als het ware met de vinger te willen nawijzen
hoeveel guldens ons land nu wel aan de
emigratie verdient.
Het zal onmogelijk blijven, hiervoor andere
dan onzekere schattingen te geven. Om de
nationale betekenis van onze emigratie af te
meten kan men zich niet uitsluitend van sta
tistieken bedienen.
Veeleer zal men moeten trachten zich te reali-
409