Overweldigende drukte. Al om 7 uur in de ochtend ziet de benedenstad van Caracas er uit als Broadway en de 42ste Straat in New York om 5 uur in de namiddag. Het autoverkeer en het aantal voetgangers zijn overweldigend. Er is een gezoem in de lucht alsof iedereen bezig is met iets belangrijks. De stad zeil heeft vermoedelijk iets meer dan 100.ÜUÜ inwoners, maar met de gehele vallei mee telt ze wel bij het millioen. Men ziet er heel weinig bedelaars. De gemid delde arbeider en kantoorbediende zien er goed gevoed en gekleed uit. Binnenkort zullen ze ook betere huizen krijgen. Venezuela is noch fascistisch, noch socialistisch, noch kapitalistisch: het is zo'n beetje van alles. Allereerst is er de dictator, die een grote macht heeft, maar van zijn voorrechten geen misbruik maakt (althans, deze opvatting varieert naar de persoon met wie men spreekt). Maar er is toch een socialistische inslag omdat een groot, zo niet het grootste deel van de inkomsten direct of indirect wordt uitgegeven voor de midden- en de arme klassen. Tenslotte is het ook weer sterk kapitalistisch, omdat het een land is waar aan het kapitaal zijn volle rechten worden toe gekend: het geld kan zonder enige beperking het land in- en uitvloeien. 50% aan de Staat. De vennootschapsbelasting en royalties komen, zoals gezegd, doorgaans neer op ca 50 °/o van de nettowinst. Dit percentage is niet te hoog om de particuliere ondernemingsgeest af te schrikken. Gezegend als Venezuela is met ongelofelijk rijke hulpbronnen, mist men er de kortzichtige opvattingen van Mexico en Brazilië. Onder nemingen als Standard Oil of New Yersey, Koninklijke en Gulf Oil, U.S. Steel en Bethle- hem Steel, zijn er welkom als ontginners en als partners. In een betrekkelijk korte tijd heeft Venezuela een stelsel van autowegen gebouwd, door over bergen en rivieren, flatgebouwen, arbeiders woningen, ziekenhuizen, regeringsgebouwen, hotels en alles wat er toe kan bijdragen om het leven aangenamer te maken. Maar dit alles berust toch grotendeels op één enkel product en achter de stabiliteit van de Venezolaanse hoogconjunctuur mag dus wel een vraagteken worden gezet. Laten we eens bekijken wat de Venezolaanse autoriteiten met haar geld doen. In het laatste halfjaar van 1945 is er 396 millioen de schat kist binnengekomen. Hiervan was 150 mil lioen afkomstig van de petroleumroyalties, 80 millioen van belastingen en 88 millioen van invoerrechten. Besteding' van geld. Dit geld is als volgt besteed: gemeentelijke pu blieke werken 60 millioen, douanecontrole 27 millioen, defensie 25 millioen, electri- ficatie en uitgaven ten behoeve van het toe risme 30 millioen, federale publieke werken 103 millioen en de rest aan onderwijs, ge zondheidsdienst, landbouw e.d. De Venezolaanse schuld is minimaal ca 12 millioen en vermoedelijk per hoofd der bevol king geringer dan in enig ander land. Maar er is een onzichtbare vlottende schuld, die be zorgdheid wekt in bankkringen, omdat de ver plichtingen der z.g. autonome staatslichamen (gegarandeerd door de regering) in snel tempo toenemen. Deze vlottende schuld schijnt de enige donkere wolk in een overigens blauwe lucht te zijn. Zij wordt, zoals gezegd, nooit op haar vervaldag afgelost en vaak duurt het weken of maanden alvorens betaling plaats vindt. Compensatie renteverlies. Dit is zo ingeburgerd, dat aannemers er een gewoonte van hebben gemaakt hun rekeningen voor regeringsopdrachten te verkopen ten einde aldus compensatie te verkrijgen voor het verlies aan interest, waarop ze praktisch kun nen rekenen. Vele van deze wissels worden in de open markt verkocht tegen disconto's, die tot 12% kunnen oplopen. Een hoge bankfunctionaris heeft verklaard, dat als de regering haar verplichtingen op tijd zou voldoen, zij minstens 15 op haar be groting zou kunnen besparen. De kosten van levensonderhoud zijn in Vene zuela, zelfs gezien door de Amerikaanse bril, zeer hoog. Een zakenman, die enige tijd in Venezuela moet doorbrengen en die behoorlijk contact met zijn eigen land wil onderhouden, wordt vaak tot wanhoop gebracht. Een telefoongesprek met enig land buiten Venezuela schijnt zo iets on gewoons te zijn, dat men gelukkig mag zijn als men slechts 3 ol 4 uur behoeft te wachten. Doorgaans duurt de aansluiting' 2 of 3 dagen. Ook het telegramverkeer is langzaam en hoe het komt, dat luchtpostbrieven veelal enkele dagen te laat worden bezorgd, is een raadsel. (The Commercial and Financial Cronicle, New York) 408

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 28