S J-inanci
:l overzicht
Tenslotte behelsde het formulier nog een aan
vraag voor een machtigingsformulier voor con
tante opnamen.
Het is overigens gebleken, dat de rekening
houders al heel spoedig gewend zijn aan deze
gang van zaken en ook de service op prijs
weten te stellen.
Zou dat niet kunnen? We kunnen ons voor
stellen, dat er een actief
leraar van een landbouwschool is, die zijn leer
lingen het praktisch gebruik van een lopende
rekening wil bijbrengen. We kunnen ons voor
stellen. dat die leraar in contact komt met een
actief kassier, die hem op alle manieren wil
helpen.
Het kan dan gebeuren, dat bij een bepaalde les
de jongens formulieren gaan invullen van giro
opdrachten en cheques, welke weer verwerkt
kunnen worden in dagafschriften. Met folders
en brochures krijgen die jongelui dan enig in
zicht in het praktische gebruik van de bank.
Dit is geen droombeeld, want een bepaalde
school en een bepaalde bank hebben elkaar op
die manier gevonden. Er zijn evenwel meer
scholen!
Hij spaart Het schoolsparen wordt niet
niet meer door! altijd stug volgehouden. In
tegendeel, er zijn nog wel
afvallers en we komen dan wel briefjes tegen
van de volgende inhoud
„Mijnheer, wil U zo vriendelijk wezen om het
geld te geven voor de laarzen. Hij spaart niet
meer door."
Ziedaar in twee regels een drama in zakfor
maat. Het sparen was hier blijkbaar niet over
bodig, want het geld werd direct benut voor
een paar laarzen. En toch wordt er verder niet
meer gespaard. Men kan zich het hoe en waar
om afvragen, maar we moeten deze dingen
maar nemen, zoals ze zijn. Er zullen altijd kin
deren om een of andere reden afvallen. Soms
komen ze later weer terug en nog veel later
komt een oud spaarboekje wel eens tot leven
en ook dan is er niet vergeefs gezaaid.
Dalende obligatiekoersen.
In de afgelopen maand heeft de koersdaling op
de beleggingsmarkt, als hoedanig de obligatie-
markt veelal nog pleegt te worden aangeduid,
zich voortgezet. Groot zijn de verliezen welis
waar ook nu weer niet geweest en de verkoops-
druk kon ook geen ogenblik groot worden ge
noemd. Maar als verschijnsel is deze ontwik
keling belangwekkend genoeg om er enige aan
dacht aan te schenken.
De koersen, in onze tabel voor de maand Mei
vermeld, lagen op of ongeveer op de hoogste
stand van dit jaar en in vergelijking hiermede
heeft het merendeel der Staatsleningen onge
veer één punt moeten prijsgeven. Bij de pand
brieven komen alleen reeds voor de afgelopen
maand daarentegen wel koersverliezen van om
of nabij twee punten voor, terwijl iets dergelijks
hier en daar ook bij industriële obligaties kan
worden vastgesteld.
Twee factoren.
Men weet, dat de hoogte van het koerspeil, zo
wel op aandelen- als op obligatiemarkt, door
twee belangrijke factoren wordt beheerst: ten
eerste de rentestand, ten tweede de kwaliteit
van de belegging. Dit laatste wil dus voor de
obligatiemarkt zeggen het vertrouwen, dat in
de gulden bestaat, terwijl er ten aanzien van
het rentepeil een wederzijdse afhankelijkheid
bestaat. Men kan immers evengoed beweren,
dat de stand van de obligatiekoersen het alge
mene rente- of rendementspeil bepaalt, als dat
men omgekeerd kan zeggen, dat de hoogte van
de koersen het gevolg is van het rentepeil. Naar
ons gevoelen is de hoogte van de beurskoersen
primair, omdat deze het meest bewegelijke ele
ment vormen, terwijl deze als maatstaf worden
gebruikt ter berekening van het rendement op
de obligatiemarkt, met name, indien tot nieuwe
emissies wordt overgegaan en de emittenten de
voorwaarden van de lening aan de marktvoor-
401