iciële doolhof hebben gekocht, heeft men lichtgevende plak- stroken voorhanden, die op de autobumper worden geplakt. Die strook of band draagt de tekst: „Credit-Union-Lid" met daarbij het embleem. Naar onze Hollandse begrippen is dat wel wat vreemd. Men leent geld om een auto te kopen. Goed. Wij zouden dat stil voor ons houden. De Amerikaan niet. Hij vindt het heel gewoon, dat een ieder het weet en dat vreemden dit zelfs kunnen lezen op de auto zelf. Grapje op het voikscrediet „Het spijt mij, dat ik Uw aanvraag voor een crediet moet afwijzen. Bij onderzoek is ons ge bleken, dat U altijd alles contant koopt. Hoe kunnen wij nu nagaan of U wel credietwaar- dig bent?" van, dat er nog beperkingen in het buitenlandse betalingsverkeer zijn. Die beperkingen zijn ech- toch ook voor de gang van zaken in het bin nenland van betekenis. In eerste instantie is de opgeworpen vraag logisch en gegrond. Iri het raam van de E.B.U. is in feite de gehele invoer reeds vrij, terwijl zelfs de invoer uit landen met harde valuta, zoals Zwitserland en de Ver. Staten, praktisch niet meer of nauwe lijks nog aan beperkingen onderhevig is. Maandelijkse afrekening. Het komt echter niet aan op de dagelijkse in- en uitvoer, maar op de wijze, waarop het eind resultaat van maand tot maand wordt afge wikkeld. Heeft Nederland uit hoofde van goe deren- en dienstenuitvoer te zamen die diensten worden b.v. verricht door onze scheep vaart, die goederen voor het buitenland ver voert en daardoor een belangrijke bron van inkomsten vormt een overschot in het beta lingsverkeer, dan maakt het heel veel uit, of wij dat overschot desgewenst in goederen kun nen omzetten, dan wel daarvoor nood gedwongen crediet aan het buitenland moeten verlenen. En aangezien wij reeds sedert enkele jaren in zulk een positie verkeren, is het voor ons land een hele vooruitgang, dat die cre- dietverlening voortaan zal worden gehalveerd, daar immers voortaan niet voor 50%, maar slechts voor 25% crediet zal moeten worden verleend. Credietverlening aan het buitenland komt neer op uitvoer van goederen en diensten, gepaard gaande met een toeneming van de binnenland se geldomloop. Zulks moet onvermijdelijk in- flationistische gevolgen hebben, zoals altijd het geval is, wanneer de verhouding tussen totale geldhoeveelheid en totale goederenhoeveel- heid verandert. De particulier bemerkt inder daad niets van die credietverstrekking, want die geschiedt door de circulatiebank, die daar door haar geblokkeerde vordering op de E.B.U. ziet toenemen, doch daartegenover aan de ex porteurs normaal guldens uitbetaalt voor hun leveringen, precies op dezelfde wijze, alsof door het buitenland in goud of goudvaluta (dollars) zou zijn betaald. Druk op pond sterling. Overigens zal nog moeten worden afgewacht, of die verharding geen moeilijkheden met zich zal meebrengen voor de monetair zwak ste landen, die bij de Europese Betalings-Unie zijn aangesloten. Het is een merkwaardige sa menloop van omstandigheden geweest, dat het pond sterling aan sterke druk werd blootge steld, welke onmiddellijk nadat een plan voor de overgang naar een vrije inwisselbaarheid der Europese valuta's was ontworpen, een ogenblik zelfs een ernstig karakter dreigde aan te nemen. Aanleiding hiertoe was de aandrang, die van Engelse zijde te Parijs was uitgeoefend tot het toelaten van fluctuerende wisselkoersen. Maar ook slechts aanleiding, want de oorzaak school dieper, nl. bij de zwakke betalingsba lanspositie van het Britse Rijk. Eerst nadat van officiële Britse zijde aan de verwarring een einde was gemaakt, door een verklaring van de minister van Financiën, dat een devalua tie allerminst in het voornemen lag en dat zou worden vastgehouden aan de wisselkoers van één pond sterling 2.80, week de vrees voor de devaluatie en keerde het vertrouwen in het pond grotendeels terug. Toch was die sterling-crisis leerzaam. Een keten is zo sterk als zijn zwakste schakel en wanneer een land met een valuta, waarin het grootste gedeelte van de internationale goede renhandel plaats vindt, nog in een toestand met een zo gemakkelijk verstoorbaar en wankel 361

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 13