aandelijkse overschrijving op haar postrekening ontvangt. Een dergelijke wijze van handelen betekent een blijvend renteverlies voor de organisatie en een verplaatsing van de moeilijkheden. Wij zouden derhalve nogmaals willen advi seren het saldo bij de Postcheque- en Giro dienst, voor zover dit niet nodig is voor uit voering van giro-opdrachten als boven bedoeld, zoveel mogelijk over te boeken naar de Centrale Bank. Overboekingen naar andere banken dienen te geschieden door gebruikmaking van bankgiro en niet door overboeking op de postrekening van de begunstigde bank. Slechts op deze wijze kan renteverlies voor de organisatie worden vermeden. Gaarne vragen wij nog aandacht voor het volgende Het is verheugend dat vele banken, al of niet in overleg met onze afdeling Propaganda, actief zijn in het verspreiden van circulaires aan alle cliënten van de bank, in welke circulaires op de mogelijkheden van dienstbetoon, financie ring en spaargeldbelegging wordt gewezen. Wie in deze tijden niet meedoet aan de wedloop om in de aandacht van het publiek te blijven, loopt de kans achter te geraken. Men geve zich echter bij het verspreiden van propagandamateriaal wel rekenschap van het feit, dat dikwijls het werkgebied van een bank niet scherp is afgebakend en meermalen dat van andere banken overlapt. Het is dan wel zeer gewenst met de betrokken zusterbanken overleg te plegen en zo mogelijk tot een gezamenlijke actie te komen. Overigens willen wij nog eens beklemtonen, dat publicatie van rentetarieven in dergelijke circu laires dient te worden vermeden. Tien jaar V.N. Dezer dagen was het tien jaar geleden, dat de organisatie der Verenigde Naties tot stand kwam. Dit feit is in San Francisco herdacht, misschien met wat veel redevoeringen, maar toch met grote na druk en in tegenwoordigheid van hen, die in de buitenlandse politiek van hun landen grote ver antwoordelijkheden dragen. Het zou dwaasheid zijn te beweren, dat de volkeren in de Verenigde Naties een instituut hebben, dat op grote zicht bare resultaten mag roemen, als het er op aan komt internationale geschillen op vreedzame wijze tot een oplossing te brengen en de span ningen tussen de landen geleidelijk aan te doen verkeren in harmonie. De meeste mensen heb ben trouwens wel vermoed, dat die harmonie na de tweede wereldoorlog niet zo gemakkelijk tot stand zou komen; onze instelling is nuchterder dan na de eerste wereldoorlog, toen van de Volkenbond zulke grote verwachtingen werden gekoesterd. Zelfs echter, indien wij de Ver. Naties met het uiterste realisme beoor delen en daarbij beseffen, dat het instrument door sommige leden meermalen misbruikt is om de eigen opvattingen over die van anderen te doen zegevieren en dat het recht van de sterkste nog niet is uitgebannen, dan nog is de organi satie van grote betekenis voor de samenleving der volkeren. In de eerste plaats kan zij niet gemist worden als plaats van gedachtenwisse- ling over de hangende vraagstukken, hoezeer die gedachtenwisseling vaak het karakter heeft van een woordenstrijd met als inzet de gunst van de wereldopinie, waarvoor de regeringen in toenemende mate gevoelig blijken te zijn. In de tweede plaats zijn er de vele instellingen der Ver. Naties, die praktisch werk doen op het gebied van de gezondheidszorg, de opvoeding en het onderwijs, de landbouw en de voedsel voorziening. Deze instellingen zijn zeer belang rijk en hoewel zij hun werk onder moeilijke omstandigheden moeten uitvoeren en er veel tijd en energie besteed wordt aan vergaderingen en rapporten, zijn de Wereldgezondheidsorga nisatie (W.H.O.), de Voedsel- en Landbouw organisatie (F.A.O.), de Unesco en de Ecosoc en de los van de V.N. staande financiële in stellingen (de Wereldbank en het Internationale Monetaire Fonds) reeds onmisbaar geworden, vooral wat het werk in de minder ontwikkelde gebieden betreft. Wij moeten van de activiteit dezer organisaties niet op korte termijn het resultaat willen meten. Er is een begin gemaakt met het bevorderen van welvaart, gezondheid en beschaving door internationale samenwer king. Dit is iets, dat zeker de vrede bevordert. Voor de landbouw is nog van belang, dat de F.A.O., de Voedsel- en Landbouworganisatie 320

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 4