^JSroniek uit kring Zoals genoegzaam bekend is, bevat de dispen satieregeling voorschriften tot het aanvragen van goedkeuring door het bestuur van de Centrale Bank op door aangesloten banken in behandeling genomen aanvragen voor voor schotten en credieten, ingeval bepaalde liquidi- teitsgrenzen overschreden zijn. Daarnaast echter is in artikel 6 van het huis houdelijk reglement van de boerenleenbanken door de algemene vergadering de grens bepaald binnen welke bestuur en raad van toezicht ge rechtigd zijn voorschotten en credieten te ver strekken. Zijn er dus aanvragen, welke boven deze grens liggen, dan kan verstrekking slechts geschie den met goedkeuring van de Centrale Bank. Nu wordt deze laatste be paling, zij het volkomen te goeder trouw, nog al eens uit het oog verloren. De Centrale Bank (afde ling Statistiek) constateert dan achteraf dit euvel bij controle van de boerenleenbank maandstaat en is genoodzaakt de betrokken bank op dit verzuim te wijzen. Waar het hier gaat om een bewust negeren van voorschriften, die door de algemene vergade ring als voor alle leden geldend zijn vastgesteld, kan ter wille van de consequenties het bestuur van de Centrale Bank geen lijdelijke houding aannemen, hetgeen voor de betrokken bank tot minder prettige situaties kan leiden. Men geve zich bij het zich voordoen van een dergelijk geval dus wel rekenschap van de eventuele gevolgen van een afwijkende organi satorische stap. Nu de dispensatieregeling bij besluit van de al gemene vergadering is gewijzigd, met dien ver stande, dat de dispensatiegrens B aanmerkelijk is verruimd, willen wij er op wijzen, dat de dispensatiegrens A onveranderd is gebleven en men ook aan deze grens meer dan voorheen aandacht dient te schenken. Indien nl. de totale uitzettingen en credieten van de bank meer dan 70% van de middelen gaan bedragen, is voor het verstrekken van leningen op lange termijn de goedkeuring van de Centrale Bank vereist, ook al vertoont de grens B nog voldoende ruimte. Het bestuur van de Centrale Bank is bereid ten aanzien van deze dispensaties, met name voor specifieke boerenleenbankuitzettingen en zo lang de liquiditeitspositie van de gehele orga nisatie ruim is, een soepel standpunt in te nemen. Indien echter grens A een toenemende en blijvende overschrijding vertoont, zullen de betrokken banken haar uitzettingen op lange termijn moeten matigen of stopzetten. Een oplossing om agrarische posten toch via de organisatie te kunnen blijven verstrekken is deze, dat de Centrale Bank deze posten geeft, mits onder eerste hypothecair verband. Zodra zich de bovengeschetste situatie voor doet, zullen wij gaarne met de betrokken bank overleg plegen ten einde de leden te kunnen blijven helpen. Reeds eerder werd er bij verschillende ge legenheden, o.a. in inspectierapporten, op ge wezen, dat de boerenleenbanken er voor dienen te zorgen, dat hun saldo bij de Postcheque- en Girodienst niet te hoog wordt. Deze dienst ver goedt immers over de bij haar gedeponeerde gelden geen rente, waarom geadviseerd wordt het saldo zo laag mogelijk te houden door het tegoed op de postrekening zoveel mogelijk te laten overboeken naar de Centrale Bank. Wel kan de postrekening van de boerenleen bank gebruikt worden om giro-opdrachten voor cliënten uit te voeren, indien bij de opdracht de begunstigde is aangegeven. Indien echter be dragen naar andere banken moeten worden overgemaakt, is het ongewenst deze overboe king via de postrekening te verwerken. Hierdoor komt het renteverlies wel is waar niet voor rekening van de opdrachtgevende bank, maar wèl voor rekening van de bank, die de Gaarne brengen wij dit punt dan ook nog eens onder de aandacht van besturen en kassiers. Indien men zich bij het binnenkomen van aan vragen terstond afvraagt welke instanties hier bij betrokken moeten worden, kan veel on nodige correspondentie worden voorkomen. We kregen kortgeleden de zeer eigenaardige vraag welke de gevolgen zouden zijn als een bank, ondanks een afwijzende beslissing van het bestuur der Centrale Bank, toch tot ver strekking van de aangevraagde post overgaat. Onnodig te zeggen dat een dergelijke handeling, in strijd met statuten en voorschriften en met de geest van onze organisatie, te veroordelen is. In een dergelijk geval zullen de leden van be stuur en raad van toezicht persoonlijk aan sprakelijk zijn voor eventuele schade, uit deze onwettige handeling voortkomende. 319

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 3