verzicht een veel aantrekkelijker aanzien zouden kunnen krijgen. Hierbij wordt ook gedacht aan een voudige beeldstatistieken of grafische voorstel lingen, die soms snel en gemakkelijk enig inzicht kunnen geven. De bank te Hasselt drukt jaarlijks een cirkel diagram in het verslag af, waarmede men direct een overzicht heeft van de debetzijde van de balans. Datzelfde kan ook van de creditzijde worden opgemaakt en ook andere soorten voor stellingen zijn mogelijk. Overigens mag er op worden gewezen, dat de Centrale Bank een ruime voorraad van allerlei cliché's heeft, waarvan men een heel goed ge bruik kan maken, vooral ook voor het opvullen van een open plek. Daar zit iets in. Een vrouw kan in haar schort meer de deur uit dragen dan de man er met een hooiwagen kan inrijden. Fr. Rückert (17881866) de maand is namelijk tegenwoordig voor alle banken de critieke datum, waarop zij dienen te zorgen, een zodanig tegoed bij de centrale bank te hebben, dat het gemiddelde tegoed in de maand, lopende tot de 22ste, 10% was. Uit een en ander kan men dus tevens afleiden, dat het tegoed in bedoelde periode aan de lage kant is geweest. Waren tot voor enkele jaren de ul timo van de maand en een afvloeiing van de viezen (de buitenlandse betaalmiddelen worden immers met guldens gekocht, die hetzij uit de biljettenomloop verdwijnen, hetzij van de rek. courant-saldi bij de banken worden afgeboekt, waarbij als regel het laatste zal geschieden) de belangrijkste oorzaken van een verkrapping op de geldmarkt, tegenwoordig is de einddatum van de maandelijkse kaspercentageperiode ten minste even belangrijk geworden. Hoewel de stand van de betalingsbalans tot dusverre gunstig is gebleven en deze een over schot laat, is dit laatste toch betrekkelijk be scheiden, terwijl de banken bovendien o.a. nog kort geleden 100 millioen voor de Belgische lening hebben moeten afstaan. De betalingsba lanspositie brengt dus tegenwoordig, in tegen stelling tot de gang van zaken in vorige jaren, geen noemenswaardige verruiming meer op de geldmarkt teweeg. Hoe dit ook zij, duidelijk is in de afgelopen maand gebleken, dat de leiding van de centrale bank er niet aan denkt, het percentage van de verplichte dekking te verlagen, teneinde de positie van de banken te verlichten. Consequent is dit zeker. Zou met een lager verplicht dek kingspercentage genoegen zijn genomen, dan zou dat er eigenlijk op zijn neergekomen, dat de circulatiebank het vrije geldreservoir zou ver groten om de banken in staat te stellen, méér schatkistpapier te betrekken. Dat zou derhalve als een inflationistische politiek kunnen worden aangemerkt, terwijl het dekkingssysteem prin cipieel en fundamenteel juist een deflationis- tisch karakter draagt. Het is voldoende bekend, dat de leiding van de Nederlandsche Bank gekant is tegen een infla tionistische scfuitkistfinanciering, waarbij dan nog komt, dat het Rijk aan een dergelijke financiering thans ook in het geheel geen be hoefte heeft. Immers bedraagt het vrije tegoed van het Rijk bij de circulatiebank rond 700 millioen, hetgeen genoegzaam aantoont, dat de afgifte van schatkistpapier niet bepaald is her vat wegens een krappe kaspositie van de Staat. De vorige maal gaven wij reeds als onze op vatting te kennen, dat de gevolgde gedragslijn er O]) schijnt te wijzen, dat de monetaire instan ties de teugels van de geldmarkt strak in handen willen houden, zonder zover te willen gaan, dat het officiële disconto wordt verhoogd. De ont wikkeling gedurende de maand Mei heeft ons nog in deze opvatting versterkt. Er is intussen reeds weer een belangrijke ont spanning voor het bankwezen ingetreden in de week volgende op de fatale datum van de 22ste Mei. Reeds uit de weekstaat van de Neder landsche Bank, afgesloten óp de 23ste Mei kon men aflezen, dat de dure voorschotten met niet minder dan 196.3 millioen tot rond 58 mil lioen konden worden verminderd. Hoewel ook deze positie nog als „vrij zwaar" valt aan te merken voor voorschotten van de circulatie bank moet 3% rente worden vergoed, terwijl het disconto voor jaarspromessen slechts 1% en de rentevoet van tweejarige biljetten slechts U/8% bedraagt komt hierdoor de door de banken gevolgde gedragslijn toch in een ander licht te staan. Want een dergelijke debetstand, hoe ongewenst op zichzelve ook, kan toch kwa- 307

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 15