tering van het landbouwcredietin hoofdzaak op rekening geschreven van het overheersén der inflationistische krachten in het buitenland. Inmiddels voltrekt zich echter kennelijk een aanpassing naar een evenwichts toestand, die men niet uitsluitend aan de loon- ronden kan wijten. Men kan in de economie altijd een tendens tot evenwichtsherstel vast stellen. Wanneer de buitenlandse prijzen hoger zijn dan onze exportprijzen, zal onze uitvoer daardoor aangemoedigd en onze invoer daar door geremd worden. Dat leidt dus vanzell tot een aanzienlijk betalingsbalansoverschot, d.w.z. tot een toevloeiing van buitenlandse be taalmiddelen. Hierdoor wordt een tendens tot prijs- en loonstijging in het leven geroepen, die zich net zo lang zal doen gevoelen, tot het binnenlandse prijsniveau zich aan dat van het buitenland zal hebben aangepast. Men kan de loonronden en de inflationistische prijsstij gingen dan ook voor een belangrijk deel even goed als oorzaak dan wel als gevolg van de van het buitenland uit overheersende inflatio nistische krachten beschouwen. Zulke even- wichtskrachten kan men overal in de economie vaststellen, indien de werking van het vrije prijsmechanisme niet wordt verhinderd. Dr. Holtrop ziet in dit verband nog de vraag onder het oog of de overheid tegenover de in flationistische, dus prijsverheffende krachten, die van het buitenland uitgaan, een deflatio- nistische politiek zou kunnen stellen teneinde die invloed te verzwakken of te neutraliseren. Dat zou bv. kunnen geschieden in de vorm van belastingverzwaring, welke de door het buiten land vergrote koopkracht hier zou afromen Ook het middel van een (alsdan belangrijke) discontoverhoging, gepaard gaande met de uit gifte van een of meer hoog rentende staats leningen, zou onder zulke omstandigheden met effect kunnen worden gehanteerd. Aldus zou het besproken natuurlijke even wichtsherstel inderdaad kunnen worden ver hinderd. Het betalingsbalansoverschot zou dan misschien ten dele behouden blijven, doch dat zou geschieden ten koste van een deflationis- tische ontwikkeling (lage prijzen) in het binnen land. Daar de prijzen van de in te voeren grondstoffen toch zouden stijgen, zouden de winstmarges inkrimpen en zou de natuurlijke expansie van het bedrijfsleven worden geremd. Want in plaats dat de winsten bij de onder nemingen zouden blijven en deze ze zouden kunnen aanwenden voor uitbreidingen en ver nieuwingen, die haar in staat moeten stellen de winstmarges te verruimen en de concur rentiekracht op te voeren, zouden de baten van de export in de schatkist terecht komen. De besparingen, die aldus door de overheid aan de volkshuishouding zouden worden opgelegd, zouden dan ook aan een gezonde economische ontwikkeling in de weg staan. Waarmede, naar wij hopen, voldoende duidelijk is gemaakt, dat een beleid, hetwelk het herstel van het natuur lijke evenwicht verhindert, uiteindelijk slechte schadelijke gevolgen kan hebben. ciële positie zou kunnen worden gekend, ener zijds een door Raiffeisen op grond van locale bekendheid veronderstelde juiste beoordeling door het betuur van zijn eigen plaatselijke cre- dietcoöperatie in de weg zou staan, anderzijds hem ervan zou weerhouden zijn financiële be hoeften aan die plaatselijke beheerders bloot te leggen. Wat dit argument betreft, zijn wij geneigd, dit niet zo zwaar te tellen. Ook de Nederlandse boer kan men een indivi dualistische inslag niet ontzeggen en ook hij loopt niet te koop met zijn financiële problemen, maar dit heeft toch allerminst verhinderd, dat hij, de noodzaak daarvan inziende, deel heelt genomen aan een tot grote bloei gewekt coöpe ratief landbouwcredietwezen en in het alge meen niet schroomt bij zijn boerenleenbank om crediet aan te kloppen. Veeleer lijkt ons het ontbreken van een eigen landbouwcredietorganisatie in Engeland ge legen te zijn in de ingeboren zin voor traditie, welke de bewoners van dit eiland eigen is en welke hen ervan weerhoudt in een historisch gegroeide toestand verandering te brengen, zolang deze niet zodanige gebreken gaat ver tonen, dat het wenselijk lijkt de bakens te ver zetten. Als het nodig is, is de Brit, zoals bekend, 269

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 9