prijzenstelsel, te weten het veel te lage peil der woninghuren. Sedert 1949 is er ondanks de toegepaste huurverhogingen praktisch niets bereikt terzake van de aanpassing aan een economisch verantwoord huurpeil. Deze toe stand kan zo niet blijven. Geschiedt de aan passing niet spoedig, dan zal het aanleiding geven tot grote zorgen in de toekomst; immers bij een wat ongunstiger internationale con junctuur - die weer eens komen zal - zullen enerzijds de huidige bijdragen van de over heid ten behoeve van de woningvoorziening, die telken jare verder stijgen, een relatief steeds zwaarder wegende last blijken te vor men, terwijl anderzijds onder die omstan digheden een aanpassing van de huren nog moeilijker uitvoerbaar zal zijn dan thans. Met het vermelden van deze waarschuwing aan het adres van de regering nemen we af scheid van het verslag van de president van de Nederlandsche Bank. Het sparen in 1954. Vervolgens komen we aan het eveneens zeer interessante verslag van de Nederlandse Spaarbankbond. Dit verslag begint met te con stateren, dat voor het sparen het klimaat in het afgelopen jaar zeer gunstig was. Een uit gesproken hoogconjunctuur in het bedrijfs leven, een bevredigende monetaire situatie en een politieke stabiliteit hier te lande zijn ieder boren en met toenemend succes hebben zij sindsdien, dank zij de belangenloze toewijding van opvolgende geslachten van sociaal-voe lende spaarbankbestuurders, de zegeningen van het sparen verspreid onder wat men toen „de kleine luiden'' noemde, welke cate gorie gaandeweg met de middenstand is uitge breid. De rol, die de spaarbanken bij de be zitsvorming hebben vervuld, kan niet hoog genoeg worden aangeslagen. Ook al denkt men nu bij de bezitsvorming meer aan verwerving van een huis of van effecten, niet over het hoofd mag worden gezien, dat hieraan een sparen in geldvorm ten grondslag moet liggen en vooraf moet gaan en dat dit sparen voor velen zelfs te prefereren is boven het vastleg gen dier spaargelden in objecten, die dikwijls alleen met verlies weer te gelde gemaakt kun nen worden Eens temeer klemt daarom de eis, welke aan de overheid gesteld moet worden, dat zij waken moet voor gezond geld en dat zij ook overigens het sparen door het treffen van daartoe geëigende maatregelen zoveel mo gelijk bevordere. Wat hier van het sparen en de spaarbanken gezegd wordt geldt zonder meer ook voor het spaarbedrijf van de boerenleenbanken. Van daar, dat wij deze passage uit het verslag gaarne citeren. Vooruitzichten Tot slot van dit overzicht schenken aan de jaarrede van de heer Prins, de voorzitter van het Cen traal Bureau van de Tuinbouwveilingen, ge houden op de algemene vergadering dezer organisatie op 31 Maart jl. Het spreekt vanzelf, dat de afzet van de pro ducten, in het bijzonder de export, in het centrum van de uiteenzettingen van de heer Prins staat. In 1954 werd 42% van de oogst van verse groenten en 29% van het verse fruit uitgevoerd. Van de factoren, die van betekenis zijn voor de uitvoer, noemde de heer Prins in de eerste plaats de handelspolitiek. Wij hebben na de oorlog verschillende teleurstellingen onder vonden bij het streven naar een vrijere wereld handel. Er is na de oorlog wel het een en ander bereikt, maar in de laatste tijd valt er een stil stand, zo niet een achteruitgang, te constateren bij het streven naar een vrijer internationaal handelsverkeer. Spr. wees op de funeste wer king van de invoerrechten en van de vrijheden, die de landen zijn toegestaan om de invoer te limiteren of stop te zetten als de producenten voor zich en met elkaar factoren, die op het spaarvermogen en de spaarzin bevruchtend hebben gewerkt. Onder deze omstandigheden behoeft het niet te verwonderen, dat de ver meerdering van het totale spaartegoed bij de spaarbanken in 1954 groter is geweest dan ooit te voren, wanneer wij het jaar 1945, dat van wege de geldzuivering een bijzondere plaats inneemt, buiten beschouwing laten. Het hoofdstuk over het verloop en de samen stelling van de nationale besparingen wordt besloten met een uiteenzetting over bezitsvor ming, die wij gaarne aanhalen, omdat daarin de sociale functie van het sparen duidelijk wordt aangegeven. Met bezitsvorming, aldus het verslag, wordt bedoeld de vorming van vermogen, met name door hen, die tevoren weinig of niets bezaten. De betekenis dezer be zitsvorming kan nauwelijks worden overschat. Immers, materieel gezien, verhoogt zij de on afhankelijkheid der mensen en ideëel gezien, verhoogt zij de menselijke waardigheid. Het is uit deze overtuiging, dat ongeveer ander halve eeuw geleden de eerste spaarbanken in West-Europa en ook in ons land werden ge- 266 voor de tuinbouw. willen wi| nog aandacht

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 6