^Yyjaandelijki
Rekenen we voor de afwerking nog eens
twee maanden, dan moet het toch mogelijk zijn
deze gehele rapportencorrespondentie 4 maan
den na de ontvangst van het inspectierapport
te hebben beëindigd. Velen van onze kassiers
werken gelukkig ruim binnen deze tijd af, doch
het komt meermalen voor, dat wij langer dan
een half jaar bezig zijn enig antwoord ,,los" te
krijgen, om nog maar te zwijgen van diè ge
vallen, waarbij de inspecteur de nieuwe inspec
tie moet aanvangen, gewapend met de „oude''
brieven!
Wij doen daarom hierbij nog eens een beroep
op onze besturen en kassiers (de brieven zijn
in navolging van het rapport steeds aan de
besturen gericht) om zo volledig mogelijk aan
dacht aan het rapport te geven, de daarin ge
geven wenken op te volgen en indien zulks
wordt gevraagd daarvan binnen niet al te
lange tijd mededeling te doen.
19451955. Tien jaar geleden was er van de
welvaart van het eens zo rijke
Nederland slechts een schaduw overgebleven.
Het economisch leven bevond zich op een punt
diep, dat men zich de vraag moest stellen
of het zich ooit weer zou kunnen oprichten.
Geen enkele welvaartsbron was geheel intact
gebleven. De productiemogelijkheden van de
landbouw hadden zwaar geleden. Uitgestrekte
gebieden boden een treurig beeld van ver
woeste boerderijen, doorploegde grond, over
stroomde polders, mijnenvelden en tankgrach
ten. De toekomst zag er zeer somber uit. Onder
zulke omstandigheden echter, als er niets meer
te verliezen is, worden de zaken vaak goed
aangepakt. Dat is ook in ons land gebeurd en
zo zijn we met de Amerikaanse hulp, waar
voor wij tot in lengte van dagen dankbaar
zullen blijven, er weer bovenop gekomen en
hebben we een redelijke portie van de wel
vaart, die de wereld oplevert, voor ons volk
weten te verdienen.
Dat lijkt momenteel nogal een gewone zaak.
Als we ons de situatie van tien jaar geleden
herinneren, dan is het dat beslist niet. Toen
men zich, behalve de schade in het eigen land,
de verarming van Europa, Duitsland vooral,
ging realiseren en toen het duidelijk werd, dat
Indonesië haar eigen weg zou gaan, leek het
probleem voor ons land, dat zijn welvaart ont
leent aan een intensief verkeer van goederen
en diensten met het buitenland, onoplosbaar.
Wij hebben blijkbaar de technische mogelijk
heden om welvaart te herstellen onderschat.
Wij konden ook niet vermoeden, dat de Ver
enigde Staten zulke grote verantwoordelijk
heden voor de vrije wereld op zich zouden
nemen. Wij dienen verder te bedenken, dat de
snelle opbouw van de Duitse economie voor
onze export een grote meevaller is geweest.
En dan is het tenslotte van grote invloed ge
weest, dat in Nederland over het geheel ge-
264
nomen arbeidsvrede heeft geheerst. Het is niet
overdreven wanneer gezegd wordt, dat alle
bevolkingsgroepen in goede harmonie hebben
samengewerkt en dat wij het als volk hebben
gepresteerd de tering naar de nering te zetten
in de jaren, dat dit in de meeste landen niet
kon worden bereikt. Dat heeft ons een voor
sprong gegeven, die wij thans met grote in
spanning moeten verdedigen.
Het leek ons goed in het Mei-nummer van
1955 even de toestand van 1945 aan te duiden
alvorens enkele passages aan te halen uit het
verslag van de president van de Nederlandsche
Bank over 1954.
Het verslag van de Dit verslag begint met te
Nederlandsche Bank.
constateren, dat onder de
invloed van een uitzon
derlijk gunstige Westeuropese conjunctuur de
Nederlandse volkshuishouding in 1954 een
periode van sterke expansie heeft doorge
maakt. Ten opzichte van het voorafgaande
jaar is het volume van de nationale productie
met 6 a 7% gestegen en daar de ruilvoet met
het buitenland geen verandering onderging, is
ook de toeneming van het reële nationale in
komen op eenzelfde percentage te stellen. Deze
uitbreiding van de productie ging samen met
een vergroting van de werkgelegenheid, die
het normale accres van de beroepsbevolking
belangrijk overtrof en de werkloosheid deed
dalen tot een peil, waarbij niet meer van een
overschot, doch nog slechts van een tekort aan
arbeidskrachten kan worden gesproken. Zij
ging tevens gepaard met een productievolume
per hoofd der werkzame bevolking, welke voor