(j^^ntwerp nieuwe Pachtwet
een bank komt, zal deze gereder, met meer
vertrouwen en minder risico, het gevraagde
geld ter beschikking kunnen stellen, dan wan
neer zij uitsluitend moet afgaan op de inlich
tingen van de eenling-aanvrager, die zij meest
al moeilijk kan controleren. Uiteindelijk moet
dit alles kunnen resulteren in betere voorwaar
den en lagere rente.
Indien door het geschetste systeem bovendien
bereikt kan worden, dat crediet weer daar ge
geven wordt, waar er behoefte aan bestaat,
zal dit zijn tot voordeel van de producent, van
de banken zelf en uiteindelijk natuurlijk van
de consument en de belastingbetaler
en zonder dat er naar het uiterlijk veel is ver
anderd.
Begin Maart van dit jaar is het reeds lang
aangekondigde ontwerp voor een nieuwe
pachtwet bij de Tweede Kamer ingediend.
Wij menen ons ervan ontslagen te mogen ach
ten te dezer plaatse uitvoerig in te gaan op dit
ontwerp. In de eerste plaats zullen onze lezers
door de commentaren daarop in diverse land
bouwbladen reeds kennis hebben kunnen
nemen van de inhoud van het ontwerp. Boven
dien heeft de praktijk geleerd - en heerst ook
met betrekking tot dit ontwerp vrij algemeen
de verwachting - dat de voorstellen tijdens de
behandeling in ons parlement op vele punten
meer of minder ingrijpend geamendeerd zullen
worden. (Mogelijk eerder meer dan minder,
zoals b.v. het geval is geweest met de wet
Vervreemding Landbouwgronden).
Wij menen te dezer plaatse dan ook te mogen
volstaan met het aanstippen van de belang
rijkste punten, waarop het ontwerp afwijkt
van de bestaande pachtwetgeving, neergelegd
in het thans geldende pachtbesluit.
1) Bij algemene maatregel van bestuur wor
den pachtprijsnormen vastgesteld, terwijl
de grondkamers voor het door hen bestre
ken gebied streeknormen kunnen vast
leggen.
2) Bij de beoordeling van een pachtovereen
komst toetst de grondkamer deze tevens
aan landbouwkundige factoren (doelmatig
heid van de ligging van het land ten op
zichte van de bedrijfsgebouwen, bedrijfs-
grootte enz., zoals bij de wet Vervreemding
Landbouwgronden).
3) De eis, dat de pachter een redelijke winst
gewaarborgd moet zijn wordt vervangen
door de volgende toetsingsnormen:
a) de pachtprijs moet - bij een behoorlijke
272
bedrijfsvoering - in een redelijke ver
houding staan tot de bedrijfsuitkomsten;
b) edelijke belangen van verpachter moe
ten mede in acht worden genomen.
4) Partijen kunnen bij eerste verpachting,
voordat het gebruik is aangevangen, een
concept-overeenkomst bij de grondkamer
indienen (Wordt de goedkeuring niet ver
leend. dan zijn zij dus niet gebonden).
5) Op verzoek tot schriftelijke vastlegging
van pachtovereenkomsten en tot het doen
van reparaties op kosten van verpachter
beslist thans de pachtkamer van het kan
tongerecht, dus de rechter en niet meer de
grondkamer. Machtiging tot verandering
van bestemming blijft echter bij grond
kamers berusten.
6) Brengt verpachter belangrijke verbeterin
gen aan, dan kan hij de grondkamer ter
stond om verhoging van de pachtprijs ver
zoeken.
7) Verplichting van de verpachter om, be
houdens in onredelijke gevallen, door
brand of storm verwoeste gebouwen, voor
zover voor het bedrijf nodig, te herbouwen.
Heelt verpachter niet hoog genoeg ver
zekerd, dan kan pachter ten laste van de
verpachter aanvullende verzekering slui
ten. na machtiging van de pachtkamer.
8) Mogelijkheid van vergoeding door ver
pachter, bij vertrek van de pachter, van
door de laatste aangebrachte verbeteringen
blijft beperkt tot de verbeteringen gedu
rende de laatste 10 jaar, doch wordt voor
boomgaarden tot 20 jaar verlengd.
9) Pachter, die 65 jaar of ouder is, of door
invaliditeit het gepachte niet zelf meer kan