komst voor een belangrijk deel alkomstig zal
zijn van bedrijven, die uit een oogpunt van
ligging, klimaat en financiële omstandigheden
in een minder gunstige positie verkeren, maar
dat zijn juist de bedrijven, die uit de huidige
credietbronnen niet kunnen putten. Deze be-
diijven zouden in de toekomst goede productie
kansen bieden als zij gebruik zouden kunnen
maken van de regeringssubsidies voor het fok
ken van vee, drainering van gronden, water
voorziening, bewoning, marginale productie
enz.
Deze subsidies zijn echter gewoonlijk beperkt
tot 50 °/o van de geschatte financieringskosten
en veelal zijn de betrokken boeren niet in staat
de andere 50 °/o, hetzij uit eigen middelen, het
zij met middelen van derden op te brengen.
Een toenemend aantal bedrijven, die onder
gunstige omstandigheden werken, hebben bo
vendien met hetzelfde probleem te kampen en
ook vele coöperaties ondervinden moeilijk
heden bij het ten uitvoer brengen van plannen
tot verdere ontwikkeling, omdat zij geen extra
crediet kunnen krijgen of omdat zij er tegen
opzien, zich \yior lange tijd een schuldenlast
tegen verlammende rentevoet op de hals te
halen.
De N.F.U., die in de gelukkige omstandigheid
verkeert, dat zij 98 van alle Engelse boeren
en tuinders tot haar leden telt, heeft gezocht
naar een middel om de vicieuse cirkel van lage
opbrengsten, te verwaarlozen besparingen,
gemis aan zekerheid met als gevolg geen cre-
dietmogelijkheid, te doorbreken met behulp
van een organisatie, opgericht en beheerd door
de agrarische gemeenschap zelve. Zij ging daar
bij als volgt te werk.
Opgericht werd de F.C.O. (Farmers Central
Organisation Centrale Landbouw Organi
satie), met drie categorieën leden: n.1. de
N.F.U. Development Gompany (zelfstandige
afdeling Ontwikkeling van de N.F.U.), ver
schillende land- en tuinbouwcoöperaties in
Engeland en Wales en tenslotte andere produ
centenorganisaties, die de vorm van een vereni
ging of een vennootschap hebben aangenomen.
De F.C.O. wordt bestuurd door een bestuur
van 26 leden, waarvan er 13 streeksgewijze
gekozen worden door land- en tuinbouw-
verenigingen en 13 door de N.F.U. Develop
ment Company. Van deze laatste groep moeten
tenminste 9 personen lid of bestuurslid van een
landbouwcoöperatie zijn.
Naast het bevorderen van de ontwikkeling en
de coördinatie van coöperaties, het in het leven
roepen voor zover gewenst van federa
ties van coöperaties en het behartigen van de
belangen der coöperaties bij de N.F.U. en zo
nodig bij de regering, stelt de F.C.O. zich ten
doel: het verlenen van bemiddeling bij liet
verkrijgen door verenigingen van financierings
middelen. De N.F.U. Development Company
houdt zich o.a. met hetzelfde bezig, maar dan
voor de boeren en tuinders zelve.
F.C.O. en N.F.U. Development Company wer
ken nu, ter bereiking van deze doeleinden,
samen in de z.g. Credit Service Unit (Dienst
voor Credietbemiddeling).
Deze Credit Service Unit heeft verbindingen
met alle belangrijke financieringsinstellingen.
zij beschikt over een staf, welke deskundig is
op het gebied van de financiering van agra
rische bedrijven en landbouwcoöperaties.
Nadat zij met boer of coöperatie heeft over
legd wat de beste financiële opzet voor het be
drijf is, kan zij de voor hen meest geëigende
en voordelige financiering verkrijgen bij de
banken, verzekeringsmaatschappijen of andere
financiers, waarmede zij in relatie staat. Men
hoopt hiermede onder meer te bereiken, dat
het dure handelarencrediet vervangen wordt
door het goedkopere bankcrediet.
(Wat betreft de credietbehoefte op middelbare
termijn voor het financieren van bepaalde be-
drijfsverbeteringen, zij terzijde vermeld, dat
de Engelse boer daarvoor thans o.a. ook terecht
kan bij een fonds, gevormd uit z.g. tegen-
waardegelden (Marshall-gelden), welke in
Engeland in dit kader dus blijkbaar gebruikt
worden om er leningen mede te verstrekken,
terwijl zij in Nederland ter beschikking zijn
gesteld van het Borgstellingsfonds voor de
Landbouw, dat daardoor in staat is leningen
voor dergelijke doeleinden te garanderen).
Of de opzet van de Credit Service Unit succes
zal hebben is nog niet met zekerheid te zeggen.
Daarvoor is de ervaring nog te kort. De be
oogde voordelen zijn duidelijk:
De individuele producent of de coöperatie kan,
wanneer zij zich ter verkrijging van crediet
tot deze eigen organisatie wendt, volledig
vertrouwen daarin stellen, teiwijl deze de voor
hem voordeligste voorwaarden kan bedingen.
De vraag wordt tegenover het aanbod ge
centraliseerd, hetgeen een betere onderhande
lingspositie schept.
Doch ook voor de banken en andere financie
rende instellingen biedt dit systeem voordelen:
Wanneer de Credit Service Unit de aanvraag
op haar merites heeft bezien en daarmede bij
271