bedrijfstakken over één kam worden geschoren, over de gehele linie toe. Hierin is ongetwijfeld een aanwijzing gelegen, dat hetzij de winst marges te klein beginnen te worden, hetzij deze te weinig mogelijkheid bieden om de reserves zodanig uit de winsten te versterken, dat deze de toekomstige nieuwe investeringen groten deels of zo nodig geheel (indien geen beroep op de kapitaalmarkt mogelijk of gewenst is) kunnen dragen. Bij hun pogingen om de stijging van de productiekosten goed te maken door uitbreiding van productie en afzet, stuiten de ondernemers op de bestaande arbeidsschaarste. De arbeidsschaarste stelt thans zeer bepaalde grenzen aan de opvoering van de productie en onder zulke omstandigheden brengen verdere loonsverhogingen het gevaar met zich mede van een versterking der inflationistische ten- denzen, zoals men dat altijd kan waarnemen, wanneer het volume van de beschikbaar ko mende goederen geen gelijke tred kan houden met de toegenomen koopkracht. Maar nu drei gen wij in een economische kringloop te ge raken. Er wordt meer koopkracht gecreëerd om de deelnemers aan het productieproces een hogere welvaart te verschaffen, maar doordat de productie niet kan worden opgevoerd, ont staat er een tendentie tot prijsstijgingen, die de nagestreefde koopkrachtvermeerdering geheel of ten dele te niet doet. Een dergelijk probleem doet zich altijd voor, wanneer er een toestand van volbezetting heerst, d.w.z. een toestand, waarbij één der productiefactoren hetzij arbeid dan wel kapitaal geldkapitaal of productiemiddelen) zo schaars is, dat een verdere opvoering van de productie er door wordt verhinderd. Maar het verhaal is hiermee (economisch ge sproken) nog niet uit. Gaan wij uit van de veronderstelling, dat er een surplus ontstaat aan binnenlandse koopkracht, dan zal de grotere bestedingsdrang ook stimulerend wer ken op de invoer. Enerzijds dus de onmogelijk heid om de uitvoer (voldoende) op te voeren, anderzijds een drang tot verhoogde invoer, met als gevolg, dat de betalingsbalans daardoor ongunstig wordt beïnvloed. In de laatste jaren kon het invoeroverschot op de Nederlandse handelsbalans gemakkelijk worden gedragen, maar geleidelijk is reeds een achteruitgang ingetreden. Dit laatste blijkt wel het beste daaruit, dat de invoer in Januari jl. nog slechts voor 75 door de uitvoer was gedekt, tegen 90 in de overeenkomstige maand van 1954. Mocht het dekkingspercentage voor het gehele jaar gemiddeld ca. 75 blijven, dan zou zulks waarschijnlijk tot gevolg hebben, dat de beta lingsbalans voor het eerst na enkele jaren weer met een tekort zou sluiten. Men dient ook goed te bedenken, dat Nederland er in geslaagd is een deviezenvoorraad van ca. f 43A milliard op te bouwen gedurende de overgangsphase van volkomen gebonden prijzen en lonen naar een geleidelijke aanpassing aan het wereldniveau. Is het evenwicht ten opzichte van het internationale niveau eenmaal bereikt, dan betekent dit, dat ons land zijn bijzondere voorsprong in de internationale concurrentie strijd verliest. Die voorsprong is reeds veel kleiner geworden en er moet daarom in aller belang voor worden gewaakt, dat het loon- en salarispeil, nu de productie niet naar willekeur verder kan worden opgevoerd, niet tot een zo danige hoogte stijgt, dat wij ons in de inter nationale handel niet kunnen handhaven. Dat betekent dus, dat verhoging van de inkomens zich meer en meer zal dienen te beperken tot die gevallen, waarin een stijging van de pro ductiekosten uit dezen hoofde kan worden geneutraliseerd door een vergroting van de productiviteit. Onder deze titel maakt de nieuwe boerenleen bankfilm propaganda voor de bank. Er is zeer veel belangstelling voor deze film en in het algemeen is het oordeel goed te noemen. De rolprent heeft de belangstelling van de toe schouwers, al ware het slechts door het grote aantal agrarische beelden. Hetgeen weer het nadeel heeft, dat de tuinder zegt: er is zo weinig bij de tuinbouw opgenomen en de bollenkweker merkt op, dat van de bollencultuur zo weinig wordt vertoond. Daar de Centrale Bank niet alle aangevraagde vertoningen zelf kan verzorgen, is het ook mogelijk om b.v. voor een jaarvergadering een filmcopie te lenen en een projector afzonderlijk te huren. In vele gevallen werd hiervan ge bruik gemaakt. De kassier van de bank te Wateringen schrijft: „Met de nieuwe film is onze jaarvergadering tot een succes geworden. Toch heeft de film eigenlijk een ander doel. Want onze „kijkers' waren de kern van onze leden, die voor de boerenleenbank niet meer warm gemaakt be hoefden te worden. Het nut van de film zou daarom groter zijn, indien deze vertoond zou 240 „Met elkander voor elkaar"

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 8