rijkste graangewas) van slechte kwaliteit is. Tel-
kenjare verkopen de telers de beste partijen aan
de brouwerijen. Hierdoor krijgen de boeren
spoedig in het najaar de beschikking over mid
delen. Deze keer is er zeer weinig brouwgerst
en zijn de boeren genoodzaakt vrijwel de gehele
oogst door middel van de varkenshouderij tot
waarde te brengen. Het duurt een half jaar,
voordat een baconvarken slachtrijp is en hier
mede is een van de oorzaken van de moeilijke
toestand aangegeven. Men moet daarbij be
denken, dat de Deense boer momenteel niet ge
makkelijk crediet kan krijgen. De Centrale Bank
daar te lande heeft met het oog op de slechte
betalingsbalans credietbeperkende maatregelen
ingevoerd: deze hebben tot gevolg, dat de
debetrente hoog is, men spreekt van 7 Dat
wordt een dure geschiedenis voor de Deense
boeren, die toch al met veel meer vreemde mid
delen werken dan men bij ons plezierig zou
vinden.
Niet alleen in Denemarken, maar ook in Enge
land en Noorwegen is men tot discontoverho
ging overgegaan en is het crediet duurder ge
worden. Laat ons hopen, dat deze maatregelen,
die wij nog uit de Korea-tijd kennen, ons be
spaard zullen blijven. Onze strenge deviezen
reserve en niet ongunstige betalingsbalans zijn
daarvoor nog wel enige tijd borg.
Suikerbieten
Een voor de suikerbietenteelt zeer belangrijke
beslissing is dezer dagen afgekomen. De garan
tieprijs voor suiker van de oogst 1955 is vast
gesteld op 51,ö0. Dat is 3,40 hoger dan de
garantie voor de oogst 1954. De oorzaken van
de verhoging zoeke men in de stijging van
Actuele welvaartsproblemen
Het vraagstuk van de inkomensverdeling,
d.w.z. van een zo rechtvaardig mogelijke ver
deling van het maatschappelijk inkomen het
totale product van ons aller gezamenlijke ar
beid heeft de economen van oudsher bezig
gehouden. Dikke boeken zijn daarover vol
geschreven, de tegenstelling tussen de voor
standers van het kapitalisme ondernemings
gewijze productie met vrije marktmechanisme
en privaat bezit) en die van socialisme of
collectivisme (stelsels, waarbij de voornaamste
productiemiddelen zich in het bezit bevinden
van de staat, die ze ook exploiteert) vindt daar
in haar oorsprong Maar een bevredigende op
lossing voor de praktijk is tot dusver nimmer
gevonden en de vraag lijkt ook gerechtvaar
digd, of die ooit zal kunnen worden bereikt.
Toch verliest de strijd om een zo groot mogelijk
deel uit de maatschappelijke koek nimmer aan
actualiteit.
In een tijd van hoogconjunctuur trachten loon-
en inkomenstrekkers van het gunstige getij ge
bruik te maken door een verbetering van de
arbeidsvoorwaarden, met inbegrip van lonen
en inkomens te eisen, in een tijd van econo
mische depressie poogt de werkende massa, de
eenmaal verworven loonkracht te behouden.
Prijsdalingen leiden bij gelijkblijvende inkomens
tot vergroting van de reële lonen en van de
koopkracht en vooral wanneer de productie af
neemt en de winsten der ondernemingen in
krimpen, voltrekt zich dientengevolge een
238
verschuiving in de inkomensverdeling. Het
tegenovergestelde kan men waarnemen bij een
inflationistische prijsontwikkeling, wanneer de
prijzen sneller stijgen dan de lonen en in
komens. Dan daalt de koopkracht van degenen,
die direct of indirect aan het productieproces
deelnemen en stijgen de ondernemingswinsten.
Daartegen komt betrekkelijk snel verzet, dat
zich uit in een actie tot loonsverhoging, die
vaak succes heeft, maar toch veelal achter de
prijsstijging aanhinkt.
Bij de laatste loonronde was de gedachte min
der een compensatie te scheppen voor een in
flationistische waardevermindering van het
geld, dan wel, als gezegd, een groter aandeel
in het maatschappelijke product aan de arbei
ders (in ruime zin) te verzekeren. Ook de be
lastingverlagingen, welke in de afgelopen
maand bekend zijn geworden, hebben ten dele
althans de strekking, de beschikbare koopkracht
te vergroten, vooral voorzover die verlagingen
de inkomens van de arbeiders vergroten. Want
des te hoger de inkomensgroep ligt, die van
belastingverlaging profiteert, des te meer zullen
zulke verlichtingen tot de vorming van spaar
kapitaal bijdragen en minder tot een toeneming
van het verbruik leiden. Zoals men weet hebben
de jongste belastingverlagingen ten dele ook
s> oor