^Jt^joniek uit eigen kring Het deed ons genoegen te mogen constateren, dat thans bij de meeste boerenleenbanken de begroting als een onmisbaar jaarstuk wordt beschouwd, zonder welk stuk het niet goed mogelijk is een verantwoorde rente vast te stellen. Het bovenstaande blijkt uit het aantal begro tingen, dat ons wordt toegezonden, zonder dal van de zijde van de Centrale Bank een verzoek daartoe is uitgegaan. Het spreekt vanzelf dat alle toegezonden begrotingen door ons gaarne worden beoordeeld, doch door de ongevraagde toezending ontstaat een opeenhoping van werk. Getracht wordt steeds zo spoedig mogelijk en in volg orde van binnenkomst een beoordeling over de ont vangen begrotingen te ge ven. Indien men gaarne de beoordeling vóór een bepaalde datum ontvangt (in verband met een te houden bestuurs- of algemene vergadering), gelieve men dit bij afzonderlijk schrijven te verzoeken. De aan de hand van de begrotingen voor 1954 verkregen indruk, dat de rentabiliteit van de boerenleenbanken in genoemd jaar over het algemeen bevredigend mag worden genoemd, wordt tot op heden door de binnengekomen jaarstukken wel bevestigd. Onze voorlopige algemene indruk ten aanzien van de rentabiliteit voor 1955 is minder gunstig. De in vergelijking tot 1954 gedaalde rentestand wordt naar onze mening te vaak tot uitdrukking gebracht door een verlaging van de debetrente, zonder dat de daardoor ontstane mindere bate wordt opgevangen door een gelijktijdige ver laging van de creditrente. Dit laatste geldt in het bijzonder voor de spaargeldrente, waarbij vaak een ongemotiveerde vrees voor afvloeiing van spaargelden een rol speelt. In enkele be grotingen troffen wij zelfs, naast een uit een oogpunt van rentestand op zich zelf wel ge motiveerde verlaging van de debetrente, een hiermede volkomen in strijd zijnde verhoging van de spaargeldrente aan, zonder dat voor dit laatste een directe aanleiding bestond. Het behoeft geen betoog, dat een dergelijk rentebeleid, dat praktisch steeds een te geringe rentabiliteit ten gevolge heeft, niet juist ge noemd mag worden. Niet alleen ten aanzien van de debetrente, maar evenzeer ten aanzien van de creditrente dient onder de huidige omstandigheden, nu nog steeds van een stijgend onkostencijfer gesproken moet worden, een actieve rentepolitiek te worden gevoerd. Onder dit laatste verstaan wij dan het op verant woorde wijze meegaan met de wijzigingen in de rentestand. Bij de beoordeling van de begrotingen wordt steeds rekening gehouden met eventuele bijzon dere omstandigheden, waaronder de betrokken bank werkt. Hoewel in de loop van de laatste jaren uit de gevoerde correspondentie van deze bijzondere omstandigheden een goede indruk is verkregen, kunnen uiteenzettingen van de zijde van de boerenleenbanken in begeleidende brie ven in dit opzicht nog verduidelijkend werken. Meer en meer gaan de banken er toe over ons hun omstandigheden mede te delen, hetgeen zeer op prijs wordt gesteld. Bij de beoordeling van de begrotingen wordt ook de rente van de omliggende banken bezien en wordt zoveel mogelijk getracht tot een uniforme rente te komen, opdat onderlinge concurrentie wordt vermeden. Veel is hiertoe reeds bijgedragen door het overleg, dat tussen de boerenleenbanken in een bepaalde streek plaats vindt. In dit verband zij nog opgemerkt, dat ten aan zien van te bedingen debclrenle een beter resul taat kan worden bereikt door hierover direct advies te vragen aan de Centrale Bank, indien voor bepaalde leningen of credieten een rente offerte wordt gevraagd. Het komt nl. meermalen voor dat dergelijke offertes aan meerdere banken worden gevraagd met het doel van de laagste aanbieding ge In uik te maken. Indien de Centrale Bank hiervan mededeling krijgt, kan rente-afbraak zoveel mogelijk wor den voorkomen. In de loop van deze maand zal de aangesloten banken een circulaire bereiken, waarin wordt aangekondigd, dat met ingang van 1 Mei a.s. door het Vacantiefonds voor de Landbouw nieuwe vacantiebonnen in omloop zullen wor den gebracht. Zoals bekend, begint per die datum het nieuwe boekjaar en zoals meerdere malen is voorge komen, wordt ook thans van deze gelegenheid gebruik gemaakt tevens andere coupures te gaan bezigen. De bonnen met een waarde van 235

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 3