Wèl is het succes van de lening in de hand
gewerkt door het naar verhouding gunstige
rendement, dat meer dan een half procent
hoger is dan dat, hetwelk vergelijkbare Neder
landse leningen afwerpen. Te meer is zulks het
geval, daar het rendement, dat vooral voor
langlopende leningen van zo groot belang is te
achten, bij deze Belgische lening tenminste voor
de eerste tien jaren is verzekerd, daar gedu
rende deze periode geen vervroegde aflossing
is toegestaan.
Het feit, dat de Nederlandse beleggingsmarkt
nauwelijks merkbaar door de uitgifte van die
Belgische lening werd beïnvloed, vormde reeds
vóór de inschrijvingsdatum een duidelijke aan
wijzing voor de te verwachten grote belang
stelling. Een dergelijke aanwijzing heeft men
ook kunnen putten uit de koers van de 33/4 °/o
Belgische Staatslening, die in Juli 1954 hier te
lande werd geplaatst. Die koers bedroeg ten
tijde van de jongste emissie nl. ca. 103 °/o, d.i.
dus 3 hoger, dan waartegen (op beide Bel
gische Staatsleningen) kon worden ingeschre
ven. Zelfs was de koers al gestegen tot ca
105 waarna het vooruitzicht der tweede
Belgische lening een. waarschijnlijk tijdelijke,
daling veroorzaakte.
Het feit, dat het hier een guldenslening betreft,
schakelt valutarisico voor de Nederlandse be
leggers uit. Het voordeel voor België schuilt in
de rentevoet, die een half tot drie kwart pro
cent lager is, dan waartegen op de Belgische
kapitaalmarkt kan worden geleend.
Sedert de vrijmaking van het kapitaalverkeer
in Benelux-verband omstreeks het midden van
het vorige jaar, valt een zekere kapitaalstroom
vati Nederland naar België waar te nemen. De
vorige Belgische Staatslening was ook f 100
millioen groot, maar daarvan werd slechts
35 millioen voor openbare inschrijving be
schikbaar gesteld, omdat 15 millioen te voren
bij het bankwezen was geplaatst en de andere
50 millioen door de institutionele beleggers
(levensverzekeringsbedrijf) was verstrekt. Ver
der hebben nog enkele Belgische gemeenten en
de Belgische Spoorwegen hier geleend, maar
daarbij ging het om Belgische frank-leningen.
Anderzijds kopen Belgen op de Amsterdamse
beurs aandelen, o.a. van scheepvaartonderne
mingen.
Op de rentestand in Nederland heeft de netto-
kapitaalafvloeiing naar België geen merkbare
invloed uitgeoefend, al ligt het voor de hand.
dat de schaarste zonder die Belgische emissies
nog groter zou zijn geweest en de koersen op
de Nederlandse obligatiemarkt zich dan op een
246
hoger niveau zouden hebben bewogen, resp. de
rentestand hier nog lager zou zijn geweest.
Van de Nederlandse Staatsfondsen zijn de
Integralen (2l/s Ned. Werkelijke Schuld),
die zoals bekend niet aflosbaar zijn, uitzonder
lijk sterk gedaald. De koers hiervan is nu bij
kans vier punten lager dan einde December
1954. Deze inzinking wijst er op, dat men de
kans op een daling van de rentestand thans ge
ringer acht dan enkele maanden geleden.
De vorige maal hebben wij ook de toestand op
dc geldmarkt ter sprake gebracht in verband
met de schaarste, die daar tengevolge van de
verzwaring der dekkingseisen door De Neder-
landsche Bank was ontstaan. Het bankwezen
(in samenhang met de storting op de Staats
lening 1955) heeft slechts gedurende een maand
mogen volstaan met het aanhouden van rente
loze saldi bij de circulatiebank ter grootte van
8 van de gemiddeld aan de banken toever
trouwde middelen. Sedert 22 Februari geldt
echter weer het percentage van 10 °/o en de
banken hebben alle zeilen moeten bijzetten om
aan die verplichting te kunnen voldoen, het
geen vooral is bereikt door de verkoop van
schatkistpapier aan De Nederlandsche Bank.
De verkrapping van de geldmarkt (de markt
voor kortlopend crediet) tekende zich af in
een stijging van de rente voor z.g. daggeld van
Va tot 1 °/o. Inmiddels is echter reeds weer een
zodanige ontspanning ingetreden, dat daggeld
weer tegen een half procent te verkrijgen is.
Uit de jongste ontwikkeling kan men intussen
de les trekken, dat De Nederlandsche Bank
onder de gewijzigde verhoudingen en met name
door het stelsel van de verplichte dekking (bij
de circulatiebank) volkomen de toestand op de
geldmarkt beheerst, waardoor het disconto
wapen veel doeltreffender kan werken, zodat,
indien De Nederlandsche Bank een algemene
verhoging van de rentetarieven hier te lande
ter breideling van de expansie of van een over
spannen speculatieve ontwikkeling wenselijk
zou achten, deze vrijwel onmiddellijk tot stand
zou kunnen worden gebracht.
Het vrije tegoed van het Rijk bij de centrale
bank is in Maart niet noemenswaard veran
derd. Einde Februari bedroeg het f 616 mil
lioen, evenals op 14 Maart, terwijl het op
28 Maart tot 582 millioen was gedaald. De
deviezenvoorraad van De Nederlandsche Bank
is ten opzichte van de vorige maand met rond
35 millioen toegenomen. De deviezenaanwas
geschiedt in een steeds trager tempo, geheel
afgezien van de aanzienlijke bedragen, die aan
de deviezenvoorraad voor de versterkte aflos-