3. Bouw of verbetering van kippenhokken.
4. Bouw of verbetering van bewaarruimten
voor oogstproducten van het landbouw
bedrijf.
5. Bouw of verbetering van bruggen.
6. Bouw of verbetering van gierkelders.
7. Verbetering toevoer naar gierkelders.
8. Bouw van groenvoedersilo's en aanschaf
van opzetstukken.
9. Bouw van aardappelsilo's.
10. Aanbrengen van drinkwatervoorziening in
de stal.
11. Aanbrengen van drinkwatervoorziening in
de weide.
12. Aanschaf van installatie voor verbetering
van watervoorziening cultuurgrond.
13. Aanleggen verbetering van drainage.
14. Egaliseren en aanbrengen van cultuur
technische verbeteringen.
15. Aankoop van voorraad bemesting en
compost.
16. Aansluiting waterleiding en/of electrici-
teit.
17. Uitvoering en handhaving van het inten
siveringsplan voor het landbouwbedrijf
(onder meer te gebruiken voor aankoop
van beter zaaizaad, van vee en de opvoe
ring van de bemesting).
18. De financiering na stichting van een nieuw
bedrijf of uitbreiding van een bestaand
bedrijf.
19. Aanschaf en ingebruikneming van land
bouwwerktuigen.
20. Het t.b.v.-vrijmaken van de veestapel.
In het tuinbouwbedrijf kan borgstelling worden
gegeven voor leningen, verstrekt ter financie
ring van projecten, die betrekking hebben op
door individuele kwekers uitgevoerde bouw of
verbeteringen van bewaarinrichtingen op het
bedrijf en in het algemeen voor het uitvoeren
van bedrijfsverbeteringen, die voor de produc
tiviteit en de rentabiliteit van de tuinbouwbe
drijven gewenst worden geacht. Voor zover die
bedrijfsverbeteringen meer rationeel kunnen
worden uitgevoerd voor rekening van de
coöperatieve verenigingen van tuinders of van
andere verenigingen of stichtingen of dergelijke
instellingen, waarin tuinders samenwerken, b.v.
koelhuizen, sorteer- en pakstations voor fruit,
kan de borgstelling ook worden verleend voor
een lening aan die vereniging.
De practische vraag rijst thans hoe groot de
garantie is en hoe zij wordt verkregen.
Hoe groot is de garantie!'
Zij bedraagt momenteel 50 van het te finan
cieren bedrag.
Onder te financieren bedrag wordt verstaan het
bedrag, dat nodig is voor de totale investering
onder aftrek van eventueel te verlenen subsidie.
Laat ik een voorbeeld geven: Een boer wil een
tractor kopen, die hem 7.000,— kost. Hij heeft
twee duizend gulden liggen en zal dus voor
5.000,een lening moeten aanvragen bij de
boerenleenbank. Het te financieren bedrag be
draagt 7.000,en de helft daarvan kan
worden gewaarborgd door het Borgstellings
fonds. Dat is dus 3.500,—Van de 5.000,—,
die hij bij de boerenleenbank opneemt, is dus
reeds 3.500,— gedekt door het fonds en voor
l .500,zal de boer dus andere zekerheid
moeten geven. Deze zekerheid kan b.v. bestaan
uit fiduciaire eigendomsoverdracht van de
tractor en een verwaarborging door het Onder
ling Waarborgfonds afdeling C. Aan de hand
van dit voorbeeld is het duidelijk, dat wanneer
de boer 3.500,zelf heeft liggen, het gehele
voorschot dat hij nodig heeft wordt gegaran
deerd door het Borgstellingsfonds.
Een ander voorbeeld: Een boer wil zijn stal
t.b.v.-vrij maken. Hij heeft vijf dieren, die
reageren en die moeten vervangen worden door
5 gezonde koeien. Stel dat de gezonde koeien
hem duizend gulden per stuk kosten en dat hij
voor de reactie-dieren 600,— per stuk krijgt.
Hij heeft geen eigen middelen om een en ander
te financieren en moet dus 5.000,— bij de
boerenleenbank opnemen. Hiervan is 2.500,—
gegarandeerd door het Borgstellingsfonds. De
3.000,die hij voor de t.b.c.-koeien krijgt,
lost hij af, op de lening, zodat het restant ad
2.000,volledig is gedekt door het Borg
stellingsfonds.
Hoe wordt de borgstelling aangevraagd
Hier moet onderscheid gemaakt worden tussen
de projecten in de akker- en weidebouw en die-
in de tuinbouw. In de eerste gevallen wordt de
borgstelling aangevraagd via de boerenleen
bank, waar de man de geldlening wil opnemen.
De boerenleenbank zendt de aanvraag dan
door naar het Borgstellingsfonds, voorzien van
de aantekening of zij de man in principe al dan
niet credietwaardig acht. In de tuinbouwgeval
len richt de betrokkene zich rechtstreeks tot de
afdeling Tuinbouw van het ministerie van
Landbouw.
In beide gevallen wint het Borgstellingsfonds
het advies van de betrokken land- of tuinbouw-
consulent in, die omtrent dit geval een rapport
216