inanciee overzicht firma, ongeacht of er al dan niet een ven nootschapsakte is opgemaakt en ongeacht of de vennootschap onder firma al dan niet in het Handelsregister is ingeschreven. Er is, wanneer onder gemeenschappelijke naam met derden wordt gehandeld, altijd een wettelijke basis aanwezig. Mocht U met een wettelijke basis bedoelen, dat er inderdaad een vennootschapscontract moet zijn opgemaakt, waarin de vennoten hun onderlinge verhoudingen regelen en dat de vennootschap in het Handelsregister is ingeschreven, dan zijn wij met U van mening, dat dit inderdaad beter zou zijn. Overigens wijzen wij er op, dat vennoot schapscontract of geen vennootschapscontract de zaak toch in het Handelsregister moet zijn ingeschreven. De geldmarkt bleek in de afgelopen maand zeer goed opgewassen tegen de onttrekking van de aanzienlijke bedragen, die met de stortingen op de aandelenemissies van Philips en op de Staatslening 1955 gemoeid zijn geweest. De kapitaalmarkt, in het bijzonder de staats- fondsenmarkt, is in het geheel niet daardoor beroerd, terwijl deze zich in de loop van Februari geleidelijk verder heeft kunnen her stellen van het terreinverlies, ontstaan als rechtstreeks gevolg van de nieuwe Staats- emissie. In de weekstaat van de Nederlandsche Bank afgesloten per 7 Februari kan men duidelijk de invloed van de storting op de Staatslening onderkennen. Het vrije tegoed van het Rijk bij de Nederlandsche Bank steeg nl. ten opzichte van de voorafgaande week van rond 441 millioen tot 67D/2 millioen, derhalve met netto 230 millioen. Uit een gelijktijdige op gave van de schatkist kon verder worden af geleid, dat de stortingen op de nieuwe lening waarschijnlijk tot een bedrag ter grootte van rond 40 millioen in de vorm van schatkist papier zijn geschied. En daar het gedeelte van de lening, dat niet ten laste van de z.g. voor- inschrijfrekening der Rijksfondsen werd uitge geven, ƒ410 millioen beliep, moet derhalve aan contanten rond 370 millioen door de schatkist zijn ontvangen. Daartegenover heeft de aflos sing op de buitenlandse schuld aan de Herstel bank 192 millioen vereist. Als resultaat van die tegengestelde transacties zou het schatkisttegoed dus met netto 178 millioen moeten zijn gestegen. De toeneming bedroeg evenwel 230V2 millioen, dus 55x/2 millioen meer, hetgeen dus geacht mag worden het overschot van belastingontvangsten boven de uitgaven in bedoelde week voor te stellen. Kennelijk zijn de belastinginkomsten ook verder in de maand ruim blijven vloeien, aangezien de weekstaat van 21 Februari nog een saldo van de schatkist vertoont van 645 millioen, waar uit de krachtige financiële positie van het Rijk overduidelijk blijkt. Die sterke positie van de schatkist brengt met zich mede, dat het Rijk zich ook dit jaar weer gemakkelijk zal kunnen redden zonder een ver der beroep op de kapitaalmarkt te doen. Geheel uitsluiten mag men deze mogelijkheid echter toch weer niet, omdat het zeer goed denkbaar is, dat met het aflossen op buitenlandse schuld zal worden voortgegaan, waartegenover dan wederom een binnenlandse lening zou worden uitgegeven. Of dit zal geschieden, zal waar schijnlijk afhangen van de vraag of er weder om grote bedragen door effectenverkopen naar het buitenland aan buitenlandse deviezen be schikbaar komen. Ook indien dit niet het geval zou zijn, is verdere omzetting van buitenlandse in binnenlandse schuld denkbaar, b.v. indien de monetaire instanties op deze wijze de ruimte op geld- en kapitaalmarkt zouden willen inperken, al staan daartoe (men zie ook Door de Finan ciële Doolhof) ook andere middelen ten dienste. Wel heeft zulk een operatie tot voorwaarde een handhaving van het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans, daar de over heid er anders weinig voor zal gevoelen, de deviezenvoorraad, die is gevormd uit het lo pende betalingsverkeer, aan te tasten voor vrij willige aflossingen op buitenlandse schuld. Tot dusverre heeft de deviezenpositie zich ook in 1955 gunstig ontwikkeld, al is de aanwas vertraagd. Op 21 Februari was het totale be drag van de netto-deviezenvoorraad der Neder landsche Bank 4590 millioen tegen 4723 millioen einde December 1954. De daling is slechts schijnbaar wegens de aangegeven aflos- 224

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 16