Onze organisatie in beeld Iedere kussier weet toch, dat Coöp. Boerenleenbank Ruurlo Het gebeurt niet vaak dat een in deze rubriek opgenomen foto en de bijbehorende beschrij ving door een tijdsruimte van 2V2 jaar van elkaar gescheiden zijn, maar nu is dit toch inderdaad het geval. In de Raiffeisen-Bode van Augustus 1952 namen wij in de rubriek „Uit de praktijk" een stukje op onder het opschrift „Ruurlo is onder de pannen". Echter beschikten wij toen nog niet over een foto. Deze gaat thans hierbij (lucht foto K.L.M.). Voor hen, die onze beschrijving wellicht niet meer ter beschikking hebben, vermelden wij nog dat dit bankgebouw het resultaat is van een prijsvraag met besloten karakter, waartoe enige architecten werden uitgenodigd en waar uit het werk van architect Postel uit Lochem werd gekozen. In het ontwerp van het gebouw werd een oud- Gelderse stijl vastgelegd, waarbij wel zeer de nadruk kwam te liggen op de strakke lijn en de grote lange kap van het gebouw en op de hard stenen versiering van de topgevel. Het gebouw, dat aan twee straten is gelegen, vertoont ongetwijfeld een mooi geheel, dat voor de plaats zelve ongetwijfeld een belangrijke aanwinst betekent. volledige invulling van stortingsbewijzen en kwitanties noodzakelijk is. Dat het bedrag behalve in cijfers steeds in letters moet worden vermeld, zal wel nauwe lijks opgemerkt behoeven te worden. Sommige kassiers hebben de gewoonte om ten aanzien van spaarbankbescheiden niet het ge registreerde boekjesnummer te vermelden, maar het z.g. eigen nummer. Tegen vermelding van het eigen nummer be staat geen bezwaar, mits ook het geregistreerde nummer wordt genoteerd. Indien contante posten worden ingeschreven in spaarbank-, voorschot- en lopende rekening boekjes zal het bedrag voluit in letters ge schreven moeten worden. Ten aanzien van giro- posten kan volstaan worden met de aard der debitering of creditering op te nemen. Ook op volledige invulling van het kasopname boekje (in het bijzonder noemen wij datum en 199

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 19