van de Nederlandsche Bank aanzienlijk ver sterkt, waaruit men kan afleiden, dat de handelsbanken flinke bedragen aan buiten landse betaalmiddelen aan de centrale bank hebben afgedragen. Daartegenover ontvangen zij uiteraard guldens of worden zij wat op hetzelfde neerkomt in guldens bij de centrale bank gecrediteerd. Bedoelde guldensbedragen komen weer aan de bankcliënten toe, wier rekeningen dus evenredig stijgen. Dat laatste vindt natuurlijk ook plaats, wanneer de han delsbanken de deviezen niet aan de circulatie bank afdragen, maar zelf aanhouden. In beide gevallen dus nemen de saldi in guldens van de bankcliënten, of, anders gezegd, de aan de banken toevertrouwde middelen (die als basis voor de verplichte dekking dienen) toe. Teneinde de banken meer armslag te geven, had de Nederlandsche Bank zich geruime tijd geleden reeds bereid verklaard kortlopend schatkistpapier op basis van slechts 1 rente s jaar over te nemen, zoals ook inderdaad bij tijd en wijle is geschied. Nu echter het dek kingspercentage is verlaagd, is die faciliteit voor het schatkistpapier, waarschijnlijk even eens tijdelijk, opgeschort. In de eerste week van 1955 had het Rijk reeds een nieuw blijk van zijn krachtige financiële positie gegeven door een verdere aflossing van 100 millioen op dc boekschuld, waardoor deze tot 300 millioen daalde en het schatkist tegoed bij de Nederlandsche Bank eveneens met 100 millioen afnam. De boekschuld aan de Nederlandsche Bank heeft oorspronkelijk 1500 millioen bedragen. Deze schuld vormde, met dc 2.000 millioen schatkistpapier, die de Nederlandsche Bank destijds van de Staat heeft overgenomen, een onderdeel van de regeling in zake de waardeloze Rijksmarkvorderingen, die de Nederl andsche Bank in de bezettingstijd onder dwang tegen guldens heeft moeten kopen. 30 Aug. 3H 103 7, 3y 3y2 99*7*2 98 7- 97 94 Yie 27 N.W.S. 78 7* 98"/.. Het overgrote gedeelte van deze Markenvorde ringen is in het raam van een overeenkomst dd. 26 Febr. 1947 op de aangegeven wijze in vorderingen op de Nederlandse Staat omgezet. Die 2 milliard schatkistpapier was geen mooie dekking tegenover de geldomloop van dc centrale bank, evenmin als de boekschuld. In Mei 1953 was dat schatkistpapier echter geheel van de balans der Nederlandsche Bank ver dwenen, zij het ook, dat zulks niet geheel het gevolg was van aflossing, maar voor een deel ook van afgifte aan de banken, die aan het papier grote behoefte hadden. Van de boek schuld resteert nu, als gezegd, nog slechts 300 millioen, waarbij niet onvermeld mag blijven, dat 600 millioen daarvan in totaal in schat kistpapier werd omgezet, dat eveneens op de geldmarkt in hoofdzaak bij het bankwezen is terecht gekomen. In zoverre was er dus verplaatsing van Staatsschuld van de centrale bank naar de particuliere banken. Toch is de vlottende schuld van het Rijk van IS milliard in 1947 tot 10.7 milliard per einde 1953 gedaald. Al met al kan. resumerend, worden geconclu deerd, dat de financiële positie van het Rijk in de laatste jaren naar binnen en naar buiten door vermindering van de totale Staatsschuld, van de vlottende schuld en van de buitenlandse schuld belangrijk is verbeterd. Hierin ligt dan ook in de eerste plaats de verklaring voor het zeer lage rentepeil en het steeds ..harder" worden van de gulden. Wat tenslotte het jongste koersverloop op de Staatsfondsenmarkt zomede op de beleggings- markt als geheel betreft, behoeft het koers- herstel, dat daar na de succesvolle emissie van de Staatslening 1955 heeft plaats gevonden, na onze uiteenzetting stellig geen nadere toelich ting meer. 29 Oct. 29 Nov. 28 Dcc. 28 Jan. 104 v2 104 102 7< 103 V, 103 7, 99»/,, 99u' 98"/, 99 7,o 99 7. 99'7n, 99 7ig 99'7,« 99 98 "98 98 7, 99 7* 80 7,„ 8l Yr 99 7, 99 7, 99W/K 9917,o 30 Sept. 103 7A 100 v,2 98"/,. 100 Va 97 Yl« 95 78 99 V, Datum Nederland 1953 Nederland 1°51 102 Yg Nederland 1955 102U/16 3Vi Nederland 195(1 99"/1G 3Vi Nederland 1954 IOO V4 3Vi Nederland 1955 3-3 y Nederland 1947 3 Nederland 1962/64 IOO16/1, 3 Grootboek 1946 3 Investeringscert. IOO 7ie 3 Nederland 1937 3 $-lening 1947 3 Indië 1937 A 196 102 1 102 72 102 102 V16 I03 716 102 Y4 102 IOO,l/i6 IOI 100 1 IOO V10 100 Y„ TOO 7l, IOO 1 ,0 IOO'Ygl IOO11/,'. X ei O O 100 r' ,0 IOI IOI Ys I02 7e 101 7, IOO IOI IOI 6/s 101 97" ,0 8O 6 80 a I0216/,, 102 6/8 99"/10 IOO Vs 101 V,, 78"/16

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 16