Vraag en antwoord form. 59 bedrag voorschot of crediet bij de bank mag Zegeling contrölebewijs voor gestorte gelden, Vraag: Er bestaat soms meningsverschil over de al of niet-zegelplichtigheid van boven bedoeld formulier. Zouden wij Uw mening hierover nog eens mogen horen? Antwoord: Het originele stortingsbewijs (con- trólebewijs), hetwelk in het bezit der bank blijft, is uiteraard niet zegelplichtig, terwijl het bewijs van storting eveneens vrij van zegel is, zijnde het een door een bank in de uitoefening van haar bedrijf afgegeven be wijs van ontvangst van gelden op rekening van een derde. Er is geen sprake van dat hier namens de begunstigde door de bank kwijting wordt verleend. Ook al staat in dit ontvangstbewijs vermeld waarvoor het be drag op rekening van de aangewezen reke ninghouder moet worden overgeschreven, dit maakt het niet zegelplichtig, daar de bank uitsluitend erkent een bepaald bedrag te hebben ontvangen ten gunste van een rekening van een derde bij zichzelf, c.q. ter overschrijving ten gunste van de rekening van die derde bij een andere bank of giro instelling. Wij zijn steeds de overtuiging toe gedaan geweest, dat formulier 059 niet zegel plichtig is. Machtiging aan minderjarige Vraag: Eén onzer rekening-couranthouders wenst een minderjarige te machtigen voor die handelingen, welke zijn vermeld op het machtigingsformulier 236 R. Is dit mogelijk? Antwoord: Een minderjarige kan als gemach tigde worden aangewezen, dus ook als ge machtigde voor de handelingen, genoemd in de volmacht 236 R. Door de handelingen van de gevolmachtigde is de opdrachtgever (de rekeninghouder) tegenover de bank gebonden. (Beperkte) Handlichting VraagEen minderjarige begint een boer derij. Door zijn ouders is voor hem aan de kantonrechter (beperkte) handlichting ge vraagd. Kan de minderjarige nu lid van de bank worden en mag hij nu een crediet in lopende rekening hebben? Antwoord: Tenzij door de kantonrechter bij het verlenen van de handlichting is bepaald, dat de minderjarige als lid tot een coöpera tieve boerenleenbank kan toetreden en dat de minderjarige al dan niet tot een beperkt opnemen en daarvoor zekerheid kan stellen (ingeval de zekerheid wordt gesteld in de vorm van hypotheek op het onroerend goed van de minderjarige of door verpanding van hem toebehorende inschulden, moet dit ook met name in de handlichting worden ver meld), kan de minderjarige geen lid dei- boerenleenbank worden en evenmin voor schot of crediet in lopende rekening bij de boerenleenbank opnemen. Zegeling saldobiljetten Vraag: Nu wij weer bezig zijn met liet ge reedmaken van de saldobiljetten, komt bij ons de vraag naar voren, waarom de saldo biljetten met een creditsaldo ook gezegeld moeten zijn. De saldobiljetten met een saldo van D of C 20,of minder zijn toch vrij van zegel recht? Anlzfoord: Volgens art. 34 I la f zijn de stukken, houdende opgaven van het saldo ener afgesloten rekening-courant of de ver klaring, dat het opgegeven saldo ener reke ning-courant juist bevonden is, onder worpen aan een zegelrecht van 0,15. Voor de toepassing van dit artikelgedeelte wordt een afschrift der rekening-courant met de opgave van het saldo gelijkgesteld. Uit de redactie van opgemelde bepaling volgt zonder meer, dat het voor de zegel- plichtigheid van het stuk niet ter zake doet. of het stuk de opgave van een debet- of creditsalo inhoudt. Art. 37 sub 1° bepaalt verder, dat generlei zegelrecht is verschuldigd voor de in art. 34 vermelde stukken (dus ook voor saldobiljet ten), als zij betrekking hebben op sommen van 20,of minder, mits hiervan uit de stukken blijkt en de sommen niet strekken in mindering op- of afdoening van grotere be dragen. Wijst het saldobiljet (of het afschrift der rekening-courant) een saldo (D of C) aan van 20,of minder, dan is het derhalve vrijgesteld van zegelrecht. Voor de goede orde vestigen wij er nog de aandacht op, dat wanneer voorschothouders bevestigen het saldo van een hun verleend voorschot, dit niet is een saldobiljet in de zin van art. 34 I la f. Dit stuk is dan niet zegelplichtig. 193

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 13