mensen het „slachtoffer" zijn of waarbij ieder
een meedoet. Gaat het om enkelen, dan moet
van tevoren natuurlijk hun medewerking wor
den gevraagd. Mastklimmen kan men doen
aan de hand van een vragenlijst, die geheel
gebaseerd is op feiten betreffende de bank.
Heeft men b.v. terdege kennis genomen van het
jaarverslag, dan heeft men ook een heel goede
kans de vragen te kunnen beantwoorden.
Bij enkele onzer banken heeft men dit al eens
toegepast, waarbij enige prijsjes werden uit
geloofd. De animo was heel groot en het is
vrijwel zeker, dat de volgende vergadering
drukker zal worden bezocht.
Bij de opstelling van de agenda zal men een
behoorlijk tijdschema in het oog moeten houden
om alles behoorlijk tot zijn recht te laten ko
men. Extra-agendapunten vragen hun speciale
voorbereiding en sprekers moeten ook tijdig
van tevoren worden uitgenodigd.
Als extra-attractie maakt men ook wel eens ge
bruik van een verloting, waarbij in sommige
gevallen enig landbouwgereedschap of ook wel
andere prijzen worden uitgeloofd.
Dit dient dan meer als trekpleister zonder dat
de vergadering er werkelijk meer inhoud door
krijgt. Hetzelfde is ook het geval met het uit
betalen van presentiegelden.
Toch zal men er iets aan moeten doen om de
vergadering een prettig karakter te geven. Het
is de moeite waard na te gaan of de steer van
de zaal niet wat kan worden verbeterd. Mogelijk
kan de aankleding iets meer worden verzorgd.
Affiches van de bank kunnen worden opge
hangen en natuurlijk dienen enkele verteringen
te worden aangeboden, mogelijk ook een
sigaartje. De leden moeten zich op hun gemak
voelen en het idee hebben, dat hun aanwezig
heid ook op prijs wordt gesteld.
Verslag moet begrijpelijk zijn
Het is ook de moeite waard om na te gaan of
de normale agendapunten beter kunnen wor
den afgewerkt.
Het verslag over het afgelopen jaar behoeft
b.v. geen droog relaas te zijn. Men kan er
iemand voor aanwijzen, die het meest geschikt
is om dit verslag uit te brengen, d.w.z. een lid
van het bestuur, van de raad van toezicht of
de kassier.
Er zijn boerenleenbanken, die van dit onder
deel veel werk maken en waar de ledenver
gadering met grote aandacht luistert naar het
verslag, dat de cijfers van de bank ook in ver
band weet te brengen met het plaatselijk be
drijfsleven en met de grote economische ge-
190
beurtenissen. Het nut van zo n verslag hangt
niet alleen af van de inhoud, maar ook van de
wijze, waarop het wordt voorgelezen. Dat laat
ste moet vooral niet te vlug zijn en het moet
behoorlijk worden voorbereid.
Het is aan te bevelen om het verslag op te
stellen in een taal en een woordenkeus, die voor
een ieder begrijpelijk is. Immers, men hanteert
maar al te gemakkelijk allerlei banktermen en
boekhoudkundige begrippen, die door een deel
van de leden niet worden begrepen. Zij zullen
daar geen aanmerking op maken, vrezende,
dat ze dan voor dom worden aangezien, maar
het is wel zeker, dat van menig verslag het fijne
aan de mensen ontgaat.
Als we bijvoorbeeld spreken van creditgelden
in rekening-courant, dan is dat voor ons een
eenvoudig begrip, maar voor de leden kunnen
we beter spreken over het tegoed, dat de reke
ninghouders bij de bank hebben staan.
Moeilijke punten in de rekening van de bank
zullen behoorlijk en duidelijk moeten worden
toegelicht, opdat die begrijpelijk zijn. Het is
natuurlijk van belang, dat een ieder de cijfers
in zijn hand heeft waar men over spreekt, zo
dat men de bedragen duidelijk kan volgen. Is
men in staat aardige beeldgrafieken op te
hangen voor de vergadering, dan kan men nog
meer begrip wekken.
Sommige kassiers houden de ontwikkeling van
de bank bij in een grote grafische voorstelling.
Men kan die meenemen naar de vergadering
en jaarlijks bijwerken, hetgeen dan niet veel
moeite meer kost.
Met dezelfde aandacht en toewijding, waar
mede het jaarverslag wordt gepresenteerd, kan
men ook andere punten ter tafel brengen. Het
is van het grootste belang, dat het bestuur goed
op de hoogte is van deze punten, opdat men bij
een iets uitvoeriger bespreking ook de vragen
behoorlijk kan opvangen. Het komt een enkele
keer nog wel eens voor, dat men in dit opzicht
nog tekort schiet.
Tijdschema
Het behoeft geen betoog, dat voor een goed
verloop van de vergadering de voorzitter de
voornaamste figuur is. Hij behoeft niet alle
werk zelf te doen, integendeel, hij kan veel aan
anderen overlaten, maar dan is hij toch de
man, die de touwtjes in handen moet houden.
Van de agendapunten moet hij grondig op de
hoogte zijn om vragen te kunnen beantwoor
den, in discussies moet hij leiding kunnen geven
en alle leden moeten de indruk hebben, dat
een ieders mening en persoonlijkheid behoor-