de heer dr. S. F. A. C. M. Baron van Wijn bergen een oorkonde, die bij de steen zou wor den ingemetseld. Als secretaris van het bestuur las de heer Van Wijnbergen de tekst van deze oorkonde voor (zie foto no. 1), in welke tekst o.a. enige samenvattende ge gevens over de Centrale Bank en het landbouw- credietwezen waren vermeld (zie foto 2, als mede de tekst op pag. 171). De oorkonde werd daarop in een loden koker gedaan, waarin de directeur Jhr. mr. W. C. Hooft Graafland van de thans gangbare munten een exemplaar toe voegde (zie foto 3). De koker verdween in een uitholling van de eerste steen, die met een takel op zijn plaats werd gebracht nadat de heer Minderhoud met vaardige hand de nodige specie had aangebracht (zie foto 4). De voorzitter sprak daarop een kort slotwoord, waarbij hij de hoop uitsprak, dat het gebouw zonder veel tegenslag spoedig voltooid zou mogen zijn. Doch ook. dat dit gebouw de ge legenheid zou mogen bieden aan het personeel zich nog beter te kunnen wijden aan het dage lijkse werk. Spreker hoopte, dat de besprekingen en vergaderingen op dit centrale punt zouden bijdragen tot een verdere ontwikkeling van het landbouwcredietwezen. Zulks tot heil van onze boeren en tuinders en mede daardoor tot het welzijn van ons vaderland. De heer Minderhoud besloot met de woorden ..dat er zegen op deze arbeid moge rusten". Als merkwaardige bijzonderheid werd nog ver meld. dat de steen afkomstig is uit een steen groeve in de omgeving van Neuwied, van welke plaats uit de Raiffeisen-gedachte zich over de wereld heeft verbreid. Het gezelschap kwam na de steenlegging bijeen voor een gezamenlijke lunch, waar het woord werd gevoerd door de heer D. W. Linden- bergh, voorzitter van de raad van toezicht. De heer Lindenbergh gaf te kennen, dat de raad van toezicht op de hoogte is van alle fasen en gebeurtenissen van de nieuwbouw en dat zij tot nog toe steeds vlot haar goedkeuring aan alle plannen heeft kunnen hechten. Spreker ver wachtte. dat de nieuwbouw zeker aan de eisen van het zozeer gegroeide bedrijf zou kunnen voldoen, waarbij 'hij hoopte, dat de afbouw in goede orde zou kunnen plaats hebben. Vervolgens werd het woord verleend aan de heer ir. G. M. Leeuwenberg, die namens de architecten een beschouwing gaf omtrent het gebouw zelf. Hij wees erop, dat het gebouw tegen October 1955 glasdicht zou moeten zijn. wil men overeenkomstig de gestelde plannen 170 klaar komen. Men is daarbij voor een groot deel afhankelijk van de beschikbare werk krachten, die toch in feite het gebouw gereed moeten maken. Als derde spreker kwam de heer J. Peereboom naar voren, die als voorzitter van het eerder genoemde huldigingscomité namens de boeren leenbanken sprak. Hij bracht zeer terecht in het midden, dat de techniek bij de nieuwbouw van het grootste belang is, doch dat in feite de boerenleenbanken de peilers genoemd kunnen worden, die de Centrale Bank dragen. Namens het personeel werd het woord gevoerd door de heer W. Voorbeytel, die naar voren bracht, dat de betere behuizing wellicht ook stimulerend zou kunnen werken ten aanzien van het dagelijks werk. De heer Minderhoud bracht de sprekers dank en sloot met een kort woord de bijeenkomst, die nauwelijks een onderbreking betekende in het bedrijf van de bank en in de nieuwbouw, maar waarbij wel even het licht kon vallen op de jongste ontwikkeling. Foto 3

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1955 | | pagina 18