KRONIEK Maandelijl cse Momentopnamen wit eigen Kring Door het bestuur van de Centrale Bank is dezer dagen de voorlopige renteregeling voor 1955 voor bij de Centrale Bank gedeponeerde gelden bekend gemaakt. Deze renteregeling houdt, zoals sedert 1945 wel noodzakelijk is geworden, rekening met het karakter van de aan de banken toevertrouwde gelden. Met name de stabiliteit van de spaar gelden wordt in de regeling betrokken en men zal goed doen nog meer dan voorheen leiding te geven aan cliënten bij aanbieding van gelden. De verlaging van de toeslag op de rente voor het bedrag, dat door de banken meer bij de Centrale Bank is gedeponeerd dan volgens de dispensatieregeling B vereist is, houdt verband met de wijziging van deze dispensatieregeling, welke 1 Januari 1955 in werking zal treden in afwachting van de bekrachtiging dezer wijzi gingen door de eerstvolgende algemene verga dering. Deze wijzigingen brengen een verlichting van de minimum vereiste liquiditeit, waardoor de overschotten op de dispensatieregeling B aan merkelijk zullen stijgen. De verlaagde toeslag zal als regel geen noe menswaardig verminderde opbrengst voor de banken betekenen. Binnenkort ontvangen onze banken een uiteen zetting van de afdeling Begrotingen betreffende ons inzicht in de door de boerenleenbanken voor het jaar 1955 te volgen rentepolitiek. Uiteraard zijn dit algemene richtlijnen, welke niet voor elk geval passen. Evenwel vertrouwen wij, dat men zich ernstig zal bezinnen op onze adviezen, nadat een begroting inzicht heeft verschaft in de te verwachten baten en kosten. De kosten vertonen nu eenmaal een blijvende tendenz tot stijging, terwijl de rentebaten een tegengestelde lijn volgen. Bij de toenemende bemoeiingen van onze ban ken met het maatschappelijk verkeer moet er rekening mee worden gehouden, dat de risico's op diverse uitzettingen niet mogen worden onderschat en blijvende reservevorming een ge biedende eis is. Hoewel de gezamenlijke reserves van onze aan gesloten banken een indrukwekkend bedrag vormen, zijn zij relatief (gemeten naar de ba lanstotalen) in het algemeen nog niet van die hoogte, dat men reservevorming mag achter stellen bij een rentepolitiek, die niet gericht is op krachtige reserveringen. Renteverlaging van spaargelden is, mede met het oog op de tarieven van andere spaarinstel- lingen, niet steeds eenvoudig. Toch moet men trachten de verminderde inkomsten te compen seren met een (zij het geringe) verlaging van de spaargeldrente of boven een bepaald bedrag lagere rente te vergoeden. Onze circulaire geeft hiervoor de nodige aan wijzingen. Hoewel de Centrale Bank er naar streeft, zo min mogelijk bureaucratisch te zijn en zich zo veel mogelijk aan te passen aan de gelukkig nog bestaande gemoedelijkheid, moet toch zo nu en dan wel eens een opmerking worden ge plaatst om de zo nodige zakelijkheid niet in het gedrang te brengen. Bij het behandelen van dispensatie-aanvragen b.v. valt het op, dat deze meermalen niet de naam van de bank bevatten en niet ondertekend zijn. Deze ondertekening ontbreekt ook nog al eens op de bijgevoegde taxatierapporten. Vooral in dit laatste geval moeten wij er wel op staan dat dit steeds geschiedt. In de loop van December zullen wij aan alle banken weer een „balanscirculaire" zenden ten dienste van de kassiers voor het afsluiten van de administratie en het opmaken van balans, verlies- en winstrekening en de bijbehorende bijlagen. Wij menen dat deze circulaire in een behoefte voorziet en daarom dan ook met belangstelling zal worden gelezen. Ten overvloede zij nog opgemerkt, dat in de loop van het jaar in functie getreden kassiers een beroep kunnen doen op de afdeling In spectie indien de jaarafsluiting moeilijkheden mocht opleveren. De kostprijsverschillen en ook daarbuiten veel te doen geweest over In de afgelopen weken is in landbouwkringen het garantiebeleid van de regering ten aanzien 1 27

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 3