van het k.i.-station brengt men de koeien naar het station, waar ze worden geïnsemineerd. De stieren worden niet in boxen gehouden, doch staan in één lange rij. De voeding was zeer eenvoudig, naast hooi en groenvoeder werden geplette haver en enige koeksoorten gevoerd. Aan het dierlijk eiwit werd geen aandacht geschonken. De zuivelfabrieken De melk wordt in Oostenrijk overwegend coö peratief verwerkt en er zijn provincies zoals Burgenland en Karnten, waar de melk voor 100 naar de coöperaties gaat. In Stiermarken was dit 08 °/n. Het gemiddeld vetgehalte van de geleverde melk is 3,85 tot 3,90 De melk wordt voor een groot deel gestandaardiseerd en wel op 3,50 °/o vet. Deze melk gaat naar de grote steden als Wenen en Graz. Het melkverbruik in deze steden is niet hoog, ongeveer 100 liter per persoon per jaar. Men stelt pogingen in het werk dit melkverbruik te stimuleren. De producent ontvangt voor de melk, naar gelang van het vetgehalte, ongeveer 20 tot 24 cent: de stedeling betaalt voor de gestandaardiseerde melk ruim 30 cent per liter. De coöperatie houdt zich niet alleen bezig met de ontvangst, verwerking en afzet van melk, doch heeft nog de volgende onderdelen: 1. Ophalen en afzet van eieren. 2. Opslag en verkoop van veevoeder en kunst meststoffen. 3. Grasdrogerij. 4. Afzet van vee. De boeren kunnen opgeven welke dieren zij verkopen willen en de fa briek zorgt dan voor vervoer naar de cen trale vee-afzet in de grote steden. 5. Reparatiewerkplaats voor machines en landbouwwerktuigen. 6. Opslagruimte voor zuivelproducten van de centrale organisatie. De coöperatieve zuivelfabrieken in Oostenrijk zijn onderling verhonden. Men heelt 329 plaat selijke fabrieken en deze zijn verenigd in pro vinciale organisaties met als toporganisatie het Oesterreichischer Molkerei- und Kasereiverband te Wenen. Men krijgt de indruk, dat deze organisatie goed werkt. Naast een uitgebreide coöperatie voor de zui- velverwerking kan ook nog het dichte net van coöperatieve boerenleenbanken worden ge noemd. Varkens, paarden, schapen en geiten De varG/rvhouderij is de laatste jaren in Oos tenrijk geen beste zaak. Het is zelfs zodanig, dat van regeringszijde maatregelen genomen zijn om het aantal varkens te beperken. Dank zij de financiële hulp van Amerika is men in Oostenrijk ook begonnen met de bouw van selectiemesterijen. Zeer belangrijk is, dat men bij de mesterij niet alleen de veevoederopslag plaats heeft, doch ook de slachterij. De varkens worden dus op de eigen slachterij geslacht. Het aantal paarden is niet groot, doch neemt de laatste jaren niet in betekenis af. Wel schrijdt ook in Oostenrijk de mechanisatie verder, doch dit gaat vooral ten koste van de ossen. Het aan tal trekkers steeg van 7000 vóór de oorlog tot 17.000 in 1951. Het aantal schapen neemt af en de kwaliteit van de dieren kon de bezoekers niet bekoren. Meestal niet te veel wol en dan nog wol van matige kwaliteit. In verband met het weiden op de bergweiden is dit misschien niet anders mogelijk. Met de gH/cwstapel is het net als in Nederland: achteruitgang. De vrouwen en de jeugd Het leven van de boerenvrouwen in Oostenrijk is niet te benijden. Zij hebben vooral in de berg achtige gebieden een zwaar en moeilijk bestaan. Veelal helpen zij de gehele dag op het veld mee en des avonds moeten zij dan nog voor het eten en het huis zorgen. Men zag vrouwen bezig met hooien, maaien, melken, mest rijden enz. Dit zal niet meevallen, doch de boer en vooral de bergboer heeft het evenmin gemakkelijk. Het werk is zwaar met de vele berghellingen en de dagen zijn zeer lang. Na de oorlog heeft men in sterke mate te doen met de vlucht van het land. De mensen van het land trekken naar de steden, waar men heel wat kortere werkdagen heeft en het loon naar verhouding beter is. Dat is voor de Oostenrijkse regering een zeer moeilijk probleem. Het is dan ook te begrijpen, dat men na de tweede wereldoorlog op grote schaal het werk van de jeugdorganisaties op het platteland steunt. Men wil ze liefde bijbrengen voor het boerenwerk, terwijl men aan de andere kant door mechanisatie het werk van de boer en zijn vrouw tracht te verlichten. Oostenrijk is een mooi land en een bezoek aan dit gastvrije land is zeker aan te bevelen. 79

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 7