tussen de drie landen der Unie van beletselen
worden ontdaan. Men laat deskundigen de pro
blemen, die aan de uitvoering van dit beginsel
besluit verbonden zijn, bestuderen. Voorts is
men overeengekomen dat in de loop van twee
jaar de handelspolitiek der drie landen zal wor
den gecoördineerd. Er komen gemeenschappe
lijke liberalisatielijsten voor het handelsverkeer
met de O.E.E.C.-landen en gemeenschappelijke
contigenten voor het verkeer met landen buiten
Europa. Van deze regelingen zijn uitgezonderd
de producten die vallen onder het landbouwpro-
tocol en het Haagse protocol betreffende de ge
voelige bedrijfstakken. Men heeft tenslotte ge
constateerd dat de tijd gekomen is om de aan
nemers over en weer de gelegenheid te geven
activiteit te ontplooien.
Van het resultaat der besprekingen zegt het Fi
nanciële Dagblad: „Er zijn in Luxemburg, in
het perscommuniqué en in de toelichtende woor
den ruime vergezichten geopend. Op basis van
deze economische Godsvrede aan de binnengrens
der beide Benelux-economieën zagen de minis
ters op deze conferentie niet alleen meer naar de
coördinatie van de liberalisatielijst en de res
terende contingenten in het Westeuropese ver
keer, zelfs niet alleen de coördinatie van de han
delsbesprekingen met derde landen, waarbij de
Benelux-onderhandelaars een markt van rond
20 millioen verbruikers met een zeer hoge im
portbehoefte de eer zullen hebben te represen
teren. De ministers zagen bovendien een ver
tegenwoordigend standpunt van de eenheid-
Benelux in de Parijse organisatie, de Betalings
unie, de handelsorganisatie (G.A.T.T.) en an
dere internationale organisaties, waarbij men
kan denken aan de N.A.T.O."
Het F.D. besluit: „Want dit mag na de zons
opgang in Luxemburg nog wel een keer gezegd
worden tegen de achtergrond van de Westeuro
pese integratie is de bevrijding van het verkeer
in de Benelux een verworvenheid die kostelijk
genoemd mag worden. Maar die slechts op den
duur als ferment kan werken- wanneer ze ver
tier dynamisch en actief wordt gebruikt als
springplank." Het F.D. heeft hier op het oog
dat de Benelux-regelingen nog te zeer ervan uit
gaan,, dat de wederzijdse economieën er geen
pijn van mogen ondervinden. Op den duur zal
men er niet tegenop moeten zien, dat over en
weer enige prikkeling plaats vindt, opdat een
werkelijk geïntegreerde economie ontstaat, die
sterk is tegenover het buitenland en iets kan op
leveren /oor de gemeenschappelijke welvaart.
Het is duidelijk, dat het landbouwprotocol de
uitwisseling van agrarische producten voors
hands zal blijven beheersen. Dat heeft nogal eens
moeilijkheden opgeleverd ten aanzien van de
Nederlandse uitvoer naar België. In onze tuin-
bouwkringen meent men, dat de Belgen wel wat
snel tot de afweer overgaan als het met de prij
zen niet helemaal naar wens gaat. We nemen
aan dat we ook op het gebied van de toepassing
van het landbouwprotocol vorderingen zullen
blijven maken.
Agrarische overschotten
In December heeft te Rome de Voedsel- en
Landbouworganisatie van de Verenigde Naties
(F.A.O. bij afkorting) vergaderd. De confe
rentie heeft dit jaar nogal de aandacht getrok
ken doordat het probleem der Amerikaanse
landbouwoverschotten er aan de orde is gesteld.
De Nederlandse minister van Landbouw heeft ter
vergadering voorgesteld het overschottenpro-
bleeni in F.A.O.-verband te doen bespreken op
een conferentie van exporterende en importe
rende landen, die bij verdrag de regels zouden
moeten vaststellen, die de exporterende landen
in acht zouden moeten nemen bij het afvoeren
van de overschotten en de importerende bij het
opnemen daarvan. De vergadering heeft dit
voorstel niet aanvaard doch de zaak verwezen
naar een studiecommissie. Er is volgens onze
minister nog kans dat er, los van de F.A.O.,
een ministersconferentie komt om over simplus
sen te praten. Het is duidelijk dat de Verenigde
Staten er weinig voor gevoelen het vraagstuk in
handen te geven van een internationale organi
satie met leden van zeer uiteenlopende opvat
tingen. De Amerikanen, die het gevoel zullen
hebben toch voor de nodige financiën te moeten
zorgen, houden deze dingen liever in eigen hand.
Er was te Rome nog een plan in bespreking. Het
ging over het aanleggen van een wereldvoedsel
voorraad tot onmiddellijke leniging van hongers
nood. Men heeft er een jaar over gestudeerd.
Het is nu duidelijk dat er niets zal komen van
internationaal beheerde voorraden en fondsen.
Men zal er genoegen mede moeten nemen dat de
hulpverlening van geval tot geval plaats vindt
door landen, die daartoe in staat en bereid zijn.
De V.S. hebben verklaard dat zij een voedsel
voorraad ter waarde van 100 millioen dollar
gereed houden voor hulpverlening ingeval van
hongersnood. Het is tekenend, dat de Amerika
nen een plan hebben afgewezen, dat van de V.S.
een bijdrage zou hebben gevorderd van niet
meer dan 10 millioen dollar. Hier spreekt de
internationale politiek blijkbaar een hartig
woordje mee.
1 53