Belastingplan 1955
De diverse wetsontwerpen, die te zamen als
„Belastingplan 1953" worden aangeduid, staan
op het punt als zoveelste belastingherziening
hun intrede te doen. Daarom lijkt het dienstig,
hier een beknopt overzicht te geven, dat wij
enigszins verkort hebben overgenomen uit
„Vakstudie-Nieuws" 8e jaargang No. 22 (Uit
gave Kluwer, Deventer).
De betreffende wetsontwerpen vallen uiteen in
twee groepen
a. die in het belang van de werkgelegenheid op
langere termijn en
b. die ter gedeeltelijke compensatie van de
huurverhoging.
Bevordering van de industrialisatie
In het belang van de werkgelegenheid op langere
termijn worden tien maatregelen voorgesteld:
1. Verlenging van de mogelijkheid tot ver
vroegde afschrijving.
Dit betreft de investeringen in bedrijfsmiddelen
gedurende de jaren 1953 tot en met 1957. Als
regel zal hierop één derde van de aanschaf fings-
kosten willekeurig, mits vervroegd, kunnen wor
den afgeschreven. Temporisering van deze ver
vroegde afschrijving tot maximaal 10 per
jaar wordt slechts overwogen voor gebouwen
(met uitzondering van nieuwe fabrieksgebou
wen), auto's (met uitzondering van die voor
beroepsvervoer over de weg) en kantoorinven
tarissen.
2. Verlaging van het tarief van de vennoot
schapsbelasting.
Laatstelijk liep dit van 4552 pet. Met ingang-
van 1953 (boekjaar i953/'54) zal dit worden
42 j/246 pet. Dit nieuwe tarief zal slechts twee
jaar gelden. Voor 1955 (boekjaar I955/'SÖ)
zal moeten worden overwogen of een nieuw
tarief moet worden vastgesteld of dat het hui
dige tarief zal herleven. Een overgangsregeling
zorgt er voor, dat dit nieuwe tarief ook van
1 Januari 19S3 tot en met 31 December 1954
geldt voor lichamen met een gebroken boekjaar.
3. Afschaffing van de extra-inkomstenbelasting
op bedrijfswinsten en daarmede gelijkge
stelde inkomstenbestand delen (art. 48a I.B.).
Deze extra belasting komt te vervallen met in
gang van 1953 en zal dus voor het laatst over
1952 worden geheven.
4. Invoering van een investeringsaftrek voor
de inkomstenbelasting en de vennootschaps
belasting.
Dit wordt, anders dan de vervroegde afschrij
ving, die in beginsel slechts een belastingver
schuiving bewerkstelligt, een buiten de boek
houding om te verwerken vermindering van
belasting. Er zal een aftrek op de winst worden
-toegepast ter zake van investeringen in de vorm
van bedrijfsmiddelen of verbetering van be
drijfsmiddelen. Aldus, dat gedurende vijf achter
eenvolgende jaren de fiscale winst wordt ver
minderd met telkens een bedrag van 4 pet. van
de geïnvesteerde bedragen, indien deze in een
bepaald jaar 3.000.te boven gaan. Hierbij
is niet beslissend de som, die in een bepaald jaar
is betaald, maar de som, tot het beloop waarvan
in een jaar verplichtingen zijn aangegaan.
De investeringsaftrek zal niet gelden voor on
gebouwde eigendommen, woonhuizen, effecten
en voorwerpen van geringe waarde, welke laatste
gewoonlijk ten laste van het lopende boekjaar
worden gebracht. De aftrek zal reeds van toe
passing- zijn voor bedrijfsmiddelen, ter verwer
ving of verbetering waarvan door de onder
nemer na 31 Maart 1953 verplichtingen zijn aan
gegaan of voortbrengingskosten zijn gemaakt.
Hij tast de mogelijkheid tot vervroegde afschrij
ving niet aan. Hij geldt niet alleen voor uitbrei-
dings-, maar ook voor vervangingsinvesterin
gen. Echter is bepaald, dat voortaan ook een
desinvesteringsbijtelling moet plaats vinden (be
rekend en toegepast op soortgelijke wijze als de
investeringsaftrek) indien de bedrijfsmiddelen,
die (in beginsel) voor investeringsaftrek in aan
merking kwamen, binnen tien jaar na de bestel
ling worden vervreemd. Om misbruik tegen te
gaan, zijn enkele beperkende bepalingen ge
geven.
5. Afschaffing van de speculatiewinstbelasting
(art. 35 I.B.).
Deze zal voor het laatst over 1952 worden ge
heven. In 1953 behaalde inkomsten uit specu
latie (buiten bedrijf) zullen dus reeds vrij zijn.
6. Uitbreiding van de verliescompensatieter
mijnverlenging en carry-back.
De termijn voor de verrekening van verliezen
voor de inkomstenbelasting ook voor andere
dan bedrijfsverliezen en voor de vennoot
schapsbelasting wordt van vier op zes jaar ge
bracht. Dit gaat in met het jaar 1953 Ivoor de
1 57