ter, dat, zolang van de cessie geen kennis is
gegeven aan de verzekeringmaatschappij, deze
bevrijdend kan handelen met de verzekering
nemer.
Overigens wijzen wij er nog op, dat enkel
door het feit van de cessie de in de verzeke
ringsovereenkomst opgenomen begunstiging,
ook al is deze door de begunstigde niet aan
genomen, van kracht blijft. Zolang echter het
verzekerde kapitaal niet opeisbaar is gewor
den, hetzij door het verstrijken van de termijn,
hetzij door het overlijden van de verzekerde,
kan degene, aan wie de polis is overgedragen,
te allen tijde gebruik maken van het recht als
andere begunstigde zichzelf aan te wijzen.
Ingeval van verpanding komt deze eerst tot
stand door de kennisgeving daarvan aan de
verzekering-maatschappijBovendien heeft de
pandhouder niet de rechten, welke een over
dracht hem geven. Ingeval dat de voorschot-
of credietnemer zijn verplichtingen niet na
komt, heeft de pandhouder rechtens uitslui
tend de bevoegdheid de verpande rechten in
het openbaar te verkopen.
Ingeval van verpanding moet dus uitdrukke
lijk worden bedongen, dat de pandhouder het
recht hebben zal
1. zich zelf als begunstigde aan te wijzen:
2. de overeenkomst bij de maatschappij te
belenen
3. de verzekering af te kopen.
Tenslotte kan in de cessie tot zekerheid een
fiscaal voordeel zitten.
Ingeval van pandrecht staat 11.1. vast, dat het
voorrecht van de fiscus daarboven gaat. Voor
de overdracht tot zekerheid staat dit niet vast,
alhoewel in verband met de rechtspraak van
de Hoge Raad over de zekerheidsoverdracht,
11.1. dat op deze overdracht verschillende be
palingen, bij de faillissementswet g-egeven
voor pand, overeenkomstig toegepast moeten
worden, wel de indruk wordt gevestigd, dat
het niet uitgesloten is, dat de fiscus ondanks
de cessie tot zekerheid zijn voorrecht toch op
de gecedeerde vordering zal geldend kunnen
maken.
Overdracht tot zekerheid van kinderbijslag?
Vraag: Een dezer dagen vervoegde zich aan ons
kantoor een landarbeider, die verzocht om
een voorschot, groot x gulden, waarvan hij
de aflossing als volgt geregeld wilde zien.
De hem toekomende kinderbijslag zal door
het Gemeenschappelijk Administratiekantoor
te X. (G.A.K.) per kwartaal aan onze bank
worden overgemaakt. Van dit bedrag zal dooi
de bank ij gulden per kwartaal worden ge
boekt in mindering van zijn voorschot,
liet wil ons voorkomen, dat het G.A.K. zich
niet mag en ook niet wil verbinden om het
bedrag van de kinderbijslag aan onze bank
over te maken.
Aanvrager zou naast de gewone schuldbeken
tenis een mede door de bank te ondertekenen
opdracht kunnen afgeven aan het G.A.K.
tot het overmaken van de kinderbijslag aan
onze bank en in deze opdracht vast kunnen
leggen dat deze niet dan met schriftelijke toe
stemming van de bank kan worden inge
trokken.
Met een dergelijke opdracht kan het G.A.K.
rekening houden, maar of het hierdoor ook
werkelijk verplicht wordt dit te doen, lijkt ons
twij felachtig.
Gaarne vernemen wij of op deze of op soort
gelijke wijze voor een voorschot voldoende
zekerheid kan worden verkregen.
Antwoord: Volgens art. 73 lid 3 van de kinder
bijslagwet, is beslag op aan de arbeider toe
komende kinderbijslag alleen geklit?, indien
het beslag dient tot verhaal van onderhoud,
waartoe de arbeider volgens de wet is gehou
den en overdracht of in pandgeving van het
recht op kinderbijslag slechts toegelaten is
voor hetzelfde doel.
Uit het bovenstaande volgt derhalve, dat de
kinderbijslag niet kan worden gecedeerd of
verpand tot meerdere zekerheid van een dooi
de arbeider aangegane schuld.
Volgens het 4e lid van hetzelfde artikel is
volmacht aan een derde tot invordering van
de kinderbijslag geldig, met dien verstande
echter, dat deze volmacht te allen t:,'de her
roepelijk is.
De herroeping kan niet gebonden worden aan
de toestemming van de gevolmachtigde of
een derde.
Ditzelfde geldt uiteraard voor een door de
arbeider aan het administratiekantoor gege
ven opdracht tot uitbetaling. Ook deze op
dracht kan te allen tijde door de arbeider
zonder de medewerking van een derde worden
ingetrokken.
Een in de opdracht of volmacht voorkomen:!
beding, dat strijdig is met de onbenerkte her-
roeneliikheid van de opdracht of de volmacht
is nietig (art. 73 lid O-
Het zal U dus duidelijk zijn, dat de opdracht
om de kinderbijslag aan de bank uit te betalen
geen zekerheid is of kan zijn voor de terug
betaling van een verstrekt voorschot.
162