Bou wspaarkassen De bouwspaarkassen blijken zich nog steeds in de belangstelling van velen te mogen ver heugen. (Dok ons bereiken steeds weer vragen over dit onderwerp van de zijde van de aangesloten boerenleenbanken. Naast de beantwoording van deze individuele vragen werden in de loop der jaren ook in ons blad artikelen en mededelingen opgenomen over de bouwspaarkassen. Eén van de grote bezwaren, welke ook wij tegen het systeem van de bouwkassen hebben aangevoerd, is dat van de ongelimiteerde wachttijden. Dezer dagen troffen wij in het weekblad ..De Zakenwereld" een artikel aan onder de titel „Renteloze bouwspaarkassen Bezwaren van ongelimiteerde wachttijden". Wij laten bedoeld artikel hieronder volgen: Onze Nederlandse bouwspaarkassen berusten, met een enkele uitzondering, vrijwel alle op het z.g. renteloze systeem. Dat wil zeggen, dat een kring van personen aanvangt te sparen met verplichte maandelijkse stortingen, waarvoor zij geen rentevergoeding ontvangen. Zodra voldoende geld door de deelnemers bijeen- gespaard is, krijgt in principe degene, die zich het eerste aanmeldde, een toewijzing voor de (eveneens renteloze) lening, waarvoor hij heeft gecontracteerd. Binnen redelijke grenzen Zolang nu de oorspronkelijke contractanten regelmatig doorgaan met sparen en geregeld nieuwe spaarders zich aanmelden, blijven de wachttijden tot aan de verstrekking van het renteloze crediet binnen redelijke grenzen: men kan hierop ook een berekening van de wacht tijd baseren, die echter staat of valt met een regelmatige aanwas van nieuwe spaarders. Gaat deze stroom langzamer vloeien of zelfs geheel stoppen, dan moeten soms vele jaren worden toegevoegd aan de in beginsel voor ziene wachttijd. Wordt nl. de kring van hen. die door gezamenlijk sparen elk hunner ach tereenvolgens helpen aan voorschotten, geslo ten door gebrek aan nieuwe deelnemers, dan kan het laatst aangekomen lid geen enkel voor deel van de kas verwachten eerder heeft hij een nadeel, want al die tijd heeft hij geen rente van het gespaarde geld ontvangen. Slechts de eerst aangemelden (ofwel zij. die het hoogste aantal punten voor regelmatig sparen en even tueel extra sparen hebben) zijn goed af. Binnen het systeem van de renteloze bouw- spaarkas is deze puntentoewijzing redelijk: slaat men spaarperioden over, dan gaat zulks ten nadele van andere spaarders, die nu langer moeten wachten op toekenning van de over eengekomen hypotheek. Om zoveel mogelijk regelmaat in het sparen aan te kweken, wordt, afgezien van de automatische verlenging, die iedere nalatige spaarder treft, nog een systeem van puntenonthouding en zelfs van straf- punten ingevoerd. Indien men een bouwspaar- kas als een soort onderlinge hulpverlening (en dat is zij feitelijk) beziet, kan daartegen geen bezwaar bestaan. De moeilijkheid zit echter hierin, dat, terwijl alle bouwspaarkassen voor haar wachttijden rekenen met regelmatig toetreden van nieuwe leden, deze toetreding thans in verschillende gevallen is komen stil te staan of te vermin deren; de wachttijd wordt dienovereenkomstig verlengd maar indien nu sommigen dei- deelnemers de moed opgeven, moeten de ande ren nóg langer wachten. Dit kan natuurlijk niet worden toegestaan en dan komt de boete hiervoor in mindering van het eigen punten tal van die nalatige spaarders. oorwaai een moeilijk dilemma voor hen. die reeds langer spaarden dan oorspronkelijk voorzien werd en die thans vernemen, dat nog ettelijke jaren hier mede moet worden doorgegaan. De uitweg van terugtrekking van het spaarkapitaal, zoals bij de spaarbank, staat voor hen niet open, zodat zij de keuze hebben tussen doorsparen, hoe lang ook, en een practisch ongelimiteerde blok kering van bun spaarkapitaal zonder lente. Wij voegen hieraan toe. dat het bovenstaande geenszins gericht is tegen de onder ovei - heidscontröle staande bouwspaarkassen zeil. De fout schuilt in het systeem, waardoor de toewijzing afhankelijk wordt van factoien, die de leiding niet in de hand heeft: prijsstijging, conjunctuuromslagen, steunregelingen bij de bouw, verminderde spaaranimo e.d. Rentedragend systeem? Deze moeilijkheid bij het systeem van de rente loze bouwspaarkassen is onderwerp van inten sieve studie. Een staatscommissie is reeds ge ruime tijd hiermee doende en verwacht wordt, dat hierin omschakeling naar het z.g. rente- 55

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 7