Iedere kassier weet tochdat
Veren igiiigsnieuws
het niet juist is om indien aan een
credietnemer, welke b.v. bij de bank een cre-
diethypotheek ad 5.000,heeft, verhoging
tot J 7.500,wordt toegestaan, voor welke
verhoging als zekerheid borgstelling zal gelden
gebruik te maken van een credietacte for
mulier 150 ad 2.500,
De kassier wende zich in dergelijke gevallen
tot de Juridische afdeling van de Centrale Bank
ten einde een speciale acte te doen samen
stellen, welke een verwijzing inhoudt naar de
crediethypotheekacte.
Aldus handelende worden moeilijkheden met
de borgen vermeden, met name wat betrelt het
bedrag waarvoor zij aansprakelijk gesteld
kunnen worden.
Bij het bovenstaande gaan wij uiteraard van de
veronderstelling uit, dat het tot 7.500,ver
hoogde crediet op dezelfde rekening wordt
geadministreerd.
Mochten er nog dergelijke acten formulier 150
(naast een crediethypotheekacte) lopen, dan is
onze Juridische afdeling gaarne bereid alsnog
de juiste acte samen te stellen, waarvoor toe
zending van alle stukken uit het credietdossier
gewenst is.
Volledigheidshalve, in het bijzonder ook voor
nieuwe kassiers, vermelden wij in welke geval
len de meest voorkomende formulieren 100,
101, 150 en 151 gebruikt moeten worden:
voor voorschotten onder borgstelling (nieuwe
posten) formulier 100;
voor voorschotten onder borgstelling (bij wijzi
ging in de borgstelling) formulier 101;
voor credieten onder borgstelling (nieuwe
posten) formulier 150;
voor credieten onder borgstelling (bij wijziging
in borgstelling of bij verhoging van crediet)
formulier 151.
Indien aan A, welke een crediet geniet ad
J 2.000,met als borgen B en C, verhoging
tot 4.500,wordt toegestaan (met dezelfde
borgen B en C) moet dus gebruik worden ge
maakt van formulier 151. De bestaande acte
ad 2.000,komt daardoor te vervallen.
(Het zou niet juist zijn indien men in boven
staand geval naast de acte ad 2.000,een
acte formulier 150 ad 2.500,liet tekenen.
Daardoor zou misverstand kunnen ontstaan ten
aanzien van het bedrag waarvoor de borgen
aansprakelijk zijn.)
Met betrekking tot het verstrekken van leningen
en credieten aan rechtspersonen (coöp. vereni
gingen, verenigingen volgens de Wet van 1855,
kerkvoogdijen, publiekrechtelijke lichamen enz.)
wordt tegelijk met het toezenden van het dis
pensatieformulier de te tekenen acte bijge
sloten door de Centrale Bank. Dit geldt evenzo
ten aanzien van het verstrekken van voor
schotten en credieten met andere zekerheid dan
borgstelling of hypotheek, de z.g. diverse
zekerheid als b.v. verpanding van een hypothe
caire vordering, effecten, polis van levensver
zekering enz.
Opmerkelijk is, dat verschillende kassiers de
op de zijkant van schuldbekentenissen en cre-
dietacten voorkomende clausule „Handtekenin
gen en goedschriften in mijn tegenwoordigheid
gesteld" niet ondertekenen, terwijl zij bij de
ondertekening wel tegenwoordig zijn geweest.
De kassier van bank A deelde ons b.v. mede,
dat hij meende, dat deze clauslule slechts onder
tekend behoefde te worden door de kassier van
bank B wanneer een der borgen aldaar woon
achtig is en ten kantore van bank B tekent.
In het algemeen zal de kassier aanwezig zijn
bij het tekenen van een schuldbekentenis of
credietacte door voorschotnemer resp. crediet
nemer en borgen. De kassier zal dan aan de
zijkant van de acte zijn handtekening plaatsen.
Indien de eerste borg ten kantore van de geld-
verstrekkende bank A tekent, de tweede borg
(woonachtig te B) ten kantore van boerenleen
bank B en de derde borg (woonachtig te C) ten
kantore van boerenleenbank C, zullen er dus
bovendien 3 handtekeningen aan de zijkant dei-
acte voorkomen, nl. die van de kassiers der
banken A. B en C.
Regelmatige informatie naar de gegoedheid
enz. van borgen, welke niet ter plaatse wonen,
is zeer gewenst. Onder regelmatig verstaan wij
minstens één maal per jaar.
Ook ten aanzien van het verenigingsleven bij van de vacanties: er vallen slechts enkele feiten
de boerenleenbanken was Augustus de maand te vermelden.
67